Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over de groeiende steun voor kernenergie
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de groeiende steun voor kernenergie (ingezonden 24 februari 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 20 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kernenergie krijgt wind in de rug»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Hoe kan het dat u zelf «groot voorstander» van kernenergie bent en kernenergie een
«onontkoombaar onderdeel van de energiemix» noemt, terwijl nog geen jaar geleden het
rampzalige Klimaatakkoord van Nijpels en co. is gepresenteerd, waarin windmolens en
zonneparken de boventoon voeren en kernenergie geen plek heeft gekregen?
Waarom noemt u als reden voor het uitblijven van meer kernenergie dat er nu geen exploitanten/investeerders
zijn? Deelt u de mening dat de werkelijke reden is dat de overheid heeft gekozen voor
wind- en zonne-energie en deze zogenaamd «duurzame» energie subsidieert en voortrekt
boven kernenergie? Bent u ertoe bereid geen cent subsidie meer te verstrekken en ervoor
te zorgen dat er geen windmolen of zonnepark meer wordt gebouwd?
Antwoord 2, 3
Dit kabinet heeft zich altijd op het standpunt gesteld dat de opgave, die de klimaatverandering
aan de samenleving stelt, zo groot is dat op voorhand geen enkele CO2-besparende energiebron kan worden uitgesloten van de energiemix. Kernenergie maakt
op dit moment in Nederland deel uit van de energiemix. Aangezien extra kernenergie
in Nederland gelet op de doorlooptijden niet waarschijnlijk lijkt voor 2030, is het
geen actief gespreksonderwerp aan de tafels van het Klimaatakkoord geweest. Wel wordt
er aan de elektriciteitstafel gesproken over het belang van CO2-vrij regelbaar vermogen richting 2030 en verder. Voor dat laatste is kernenergie
één van de opties.
Het is mijn inzet om geen reguliere subsidie te geven aan welke vorm van regelbaar
vermogen dan ook. Idealiter is de markt zo ingericht dat er een businesscase is voor
regelbaar vermogen. Het huidige marktmodel biedt op dit moment een goede basis voor
de benodigde prikkels voor de gewenste flexibiliteit in de elektriciteitsvoorziening.
Ik zal dit blijven monitoren.
Voor hernieuwbare elektriciteitsprojecten worden de bestaande subsidies op dit moment
afgebouwd. Wind op zee kon recent zonder subsidie worden gerealiseerd. In het klimaatakkoord
is afgesproken dat na 2025 geen subsidie meer wordt verstrekt voor wind- en zonneparken
op land.
De Nederlandse overheid wekt echter zelf geen energie op; het opwekken van energie
wordt overgelaten aan exploitanten. Gelet op bovengenoemde opgave past het dan niet
om wel een exploitant van een kerncentrale een vergunning te verlenen, maar geen windmolen
of zonnepark meer te willen laten bouwen.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat voor de volledige transitie naar wind- en zonne-energie
(naast maximale windenergie op zee en zonne-energie op daken) ongeveer 25% van het
totale Nederlandse landoppervlak nodig zal zijn?2 Deelt u de conclusie dat dat een rampzalig en onrealistisch vooruitzicht is?
Antwoord 4
Ik heb de berekening gezien. Ik deel de conclusie dat het een onrealistisch vooruitzicht
is. Dit komt vooral door de toegepaste berekening van Denkwerk, de auteurs van het
rapport.
Denkwerk gaat uit van een benodigde productie voor zon en wind op land van 300 TWh.
Dit is bijna tien keer meer dan de opgave in 2030 in het kader van het Klimaatakkoord
vraagt. Een vertaling naar opgesteld vermogen aan windparken op land komt, afhankelijk
van de aannames, uit op minimaal 46 GW. Dat is tien keer meer vermogen dan nu in Nederland
staat. Het opstellen van een vermogen van 46 GW wind op land is inderdaad niet wenselijk.
Het neerzetten van een beeld, dat 25% van onze oppervlakte ingezet moet worden voor
zonne- en windparken, is dus enerzijds foutief en anderzijds onnodig alarmerend.
Vraag 5
Deelt u de mening dat kernenergie een prominente plek in onze nationale energievoorziening
moet krijgen voordat het hele land volgeplempt is met onrendabele, horizonvervuilende,
vogelhakselende windmolens? Bent u er dan ook toe bereid te stoppen met uw zogenaamd
«duurzame» energiebeleid en het Klimaatakkoord van Nijpels en co. in de openhaard
te gooien?
Antwoord 5
Gelet op de gevolgen van die emissies van broeikasgassen voor deze en toekomstige
generaties zie ik het als mijn verantwoordelijkheid om die emissies zoveel mogelijk
tegen te gaan. Het Klimaatakkoord draagt daar aan bij.
Kernenergie kan aanzienlijk bijdragen aan het dekken van de elektriciteitsbehoefte
in Nederland en neemt in vergelijking met wind of zon inderdaad heel weinig ruimte
in beslag. Wat kernenergie betreft is de huidige lijn van deze regering, dat kernenergie
niet wordt uitgesloten als onderdeel van de energiemix. Dit past in het uitgangspunt
«sturen op CO2» dat dit kabinet hanteert. Dit betekent dat marktpartijen die aan alle randvoorwaarden
voldoen (zoals nucleaire veiligheid en voldoende financiële reserves voor het buiten
gebruik stellen en verwerken van radioactief afval) in aanmerking kunnen komen voor
een vergunning voor de bouw van een kerncentrale.
Zie verder mijn antwoord op vraag 2 en 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.