Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Kuik, Rog en Van Toorenburg over het rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) aangaande criminele uitbuiting onder Nederlandse scholieren
Vragen van de leden Kuik, Rog en Van Toorenburg (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) aangaande criminele uitbuiting onder Nederlandse scholieren (ingezonden 24 februari 2020).
Mededeling van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor
Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 16 maart 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel
(CKM) welke op 22 februari jl. is gepubliceerd? Heeft u kennisgenomen van een tweetal
gerelateerde artikelen?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen van het merendeel van de middelbare scholen en mbo-instellingen
over de toenemende drugsgerelateerde criminele uitbuiting onder Nederlandse scholieren?
Op welke wijze bent u mede naar aanleiding van de twee recent aangenomen moties over
dit thema hiermee aan de slag gegaan?2
Vraag 3
Herkent u ook dat angst voor imagoschade een rol kan spelen in de openhartigheid van
scholen om hierover het gesprek aan te gaan en hierover een open aanpak te hanteren?
Zo ja, bent u ook van mening dat dit niet bijdraagt aan een effectieve aanpak?
Vraag 4
Wat is uw visie op het punt dat deskundigen eerder al bij RTL Nieuws hebben aangegeven
dat door de normalisatie van drugs de drempel voor jongeren om zich te laten overhalen
door drugscriminelen lager is? Deelt u de mening dat normalisatie van drugs moet worden
teruggedrongen?3
Vraag 5
Deelt u de zorgen van het CKM dat de kabinetsaanpak op het gebied van mensenhandel
en drugsbestrijding en ondermijning nog onvoldoende op elkaar aansluiten? Zo ja, op
welke wijze werkt u aan een integrale aanpak?
Zo nee, in hoeverre kunnen we nu al spreken over een integrale aanpak van criminele
uitbuiting onder Nederlandse scholieren?
Vraag 6
Kunt u aangeven hoeveel verdachten van mensenhandel de afgelopen vier jaar zijn vervolgd
onder artikel 273f Sr vanwege drugsgerelateerde criminele uitbuiting onder Nederlandse
scholieren?
Vraag 7
Kunt u aangeven in hoeverre deze strafzaken leiden tot een veroordeling, dan wel een
sepot? Kunt u aangeven wat hierbij de gemiddelde strafmaat is? Heeft u een beeld van
de dadergroep die deze jongeren ronselt? In hoeverre is hier sprake van geraffineerde
criminele organisaties?
Vraag 8
Kunt u aangeven in hoeverre slachtoffers van criminele uitbuiting onder Nederlandse
scholieren aanspraak kunnen maken op bescherming en het daaraan gerelateerde non-punishment-beginsel?
Kunt u garanderen dat deze slachtoffers daadwerkelijk als zodanig worden behandeld?
Kunt u tevens aangeven hoeveel van deze slachtoffers in de afgelopen vier jaar hier
met succes aanspraak op hebben gemaakt?
Vraag 9
Kunt u aangeven op welke wijze uw programma «Samen tegen Mensenhandel» bijdraagt aan
een meer effectieve bestrijding van criminele uitbuiting? In hoeverre is er al uitvoering
geven aan het realiseren van voorlichtingsmateriaal over criminele uitbuiting onder
Nederlandse scholen en scholieren?
Vraag 10
Deelt u de mening dat adequate voorlichting bijdraagt aan de behoefte die volgens
het genoemde rapport leeft onder scholen? Op welke manier vindt dat nu plaats en hoe
kan dit verder versterkt worden? In hoeverre is er op dit punt samenwerking tussen
de ministeries van Justitie en Veiligheid, en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?
Vraag 11
In hoeverre bent u bekend met de aanpak van Groot-Brittannië in het kader van druggerelateerde
criminele uitbuiting onder jongeren? Welke mogelijkheden ziet u voor een vergelijkbare
aanpak in Nederland? Welke maatregelen uit het Britse programma komen hiervoor in
aanmerking?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media dat de schriftelijke
vragen van de leden Kuik, Rog en Van Toorenburg (allen CDA), van uw Kamer aan de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid over het rapport van het Centrum tegen Kinderhandel en
Mensenhandel (CKM) aangaande criminele uitbuiting onder Nederlandse scholieren (ingezonden
24 februari 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien
nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.