Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Renkema, Smeulders, Westerveld en Özutok over het coronavirus (COVID-19)
Vragen van de leden Renkema, Smeulders, Westerveld en Özütok (allen GroenLinks) aan de Ministers voor Medische Zorg, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het coronavirus (COVID-19) (ingezonden 12 maart 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg), mede namens de Ministers van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 12 maart 2020).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de chef van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) overheden
dringend adviseert om een «whole government approach»? Kunt u in hoofdlijnen kort
uiteenzetten waaruit blijkt dat ook u adequate beleidsmaatregelen neemt om het coronavirus
in te dammen?1
Antwoord 1
Het is ons bekend dat de directeur-generaal van de WHO aandringt op een «whole government
approach». Het kabinet heeft een brede aanpak ingezet zodra duidelijk werd dat de
maatregelen om het coronavirus te bestrijden invloed hebben op vrijwel alle beleidsterreinen.
Dit is ook de reden dat ik u op donderdag 12 maart jl., mede namens het kabinet, een
brief heb gestuurd met maatregelen die het kabinet neemt en die raken aan diverse
sectoren. Daarnaast heb ik u op zondag 15 maart jl. een brief gestuurd met aanvullende
maatregelen. Volgens het kabinet zijn dit adequate bestrijdingsmaatregelen om het
virus in te dammen.
Vraag 2
Kunt u kwantificeren wat de gewenste capaciteit aan beademingsapparatuur en mondkapjes
is? Wat is het verschil tussen de gewenste capaciteit en de gerealiseerde capaciteit?
Wat bent u voornemens te doen om de voorraad aan mondkapjes en beademingsapparatuur
te verbeteren?
Antwoord 2
De gewenste capaciteit van zowel beademingsapparatuur als beschermingsmiddelen is
afhankelijk van de ontwikkelingen. Ten aanzien van beademingsapparatuur is nu nog
voldoende capaciteit beschikbaar. Ik neem wel maatregelen om de bestaande capaciteit
uit te breiden. Er worden tachtig extra beademingsapparaten in orde gemaakt voor gebruik.
Daarnaast ben ik bezig met andere aanbiedingen om voldoende voorraad achter de hand
te hebben. Ten aanzien van beschermingsmiddelen, zoals mondmaskers, is de vraag op
dit moment hoger dan het aanbod. Vele aanbiedingen van leveranciers worden op dit
moment uitgelopen om te zorgen dat Nederland voldoende beschermingsmiddelen ontvangt.
Ik heb inmiddels maatregelen genomen om de beschikbare voorraden via een centrale
inkoop en distributieprocedure goed te verdelen over Nederland. De directeuren publieke
gezondheid (DPG) zullen hierin een belangrijke verantwoordelijkheid hebben, in samenspraak
met het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). De inkoop van bovenstaande producten
zal worden uitgevoerd door een centraal team van inkopers van ziekenhuizen. Ik ondersteun
dit inkoopteam, bijvoorbeeld als het gaat om internationale contacten met ambassades
in Nederland en het buitenland en voorfinanciering van enkele grote voorraden, om
de structuur snel te kunnen laten draaien. Ik zal daar het budget voor inzetten dat
hiervoor noodzakelijk is.
Vraag 3
Is het mogelijk om op korte termijn het aantal Intensive Care bedden uit te bereiden?
Antwoord 3
Ten eerste wil ik graag verduidelijken dat niet elke patiënt die besmet is met COVID-19
hoeft te worden opgenomen in het ziekenhuis of op de intensive care. Op basis van
medisch inhoudelijk criteria wordt door zorgverleners besloten welke zorg nodig is
voor de patiënt. Je ziet nu dat er veel patiënten in thuisisolatie kunnen verblijven.
In totaal zijn ongeveer 160 patiënten opgenomen (geweest) in een ziekenhuis, minder
dan de helft daarvan worden op de IC verzorgd.
In totaal hebben we in Nederland ca. 1150 IC-bedden beschikbaar. Normaal gesproken
is ca. 70–75% van deze bedden bezet. Dit verschilt echter per ziekenhuis; sommige
ziekenhuizen hebben een hogere bezetting dan anderen. Ziekenhuizen nemen maatregelen
om het aantal IC-bedden uit te breiden. Het afschalen van planbare zorg levert ruimte
op, omdat een deel van de huidige bezetting op de IC’s patiënten zijn die een operatie
hebben ondergaan. Dit levert 20% extra IC-capaciteit op voor zorg aan patiënten met
COVID-19.
Ook zijn er in de ziekenhuizen meer IC-bedden beschikbaar, die normaal gesproken niet
bezet zijn. Deze boxen kunnen in gebruik worden genomen als er extra personeel van
elders uit het ziekenhuis wordt ingezet. Het personeel dat geen electieve zorg uit
hoeft te voeren, kan hier bijvoorbeeld voor worden ingezet. Ook kan er op de OK beademd
worden, wat extra (nood)capaciteit oplevert. Tot slot kan Defensie zorgen voor 70
extra beademingsapparaten. Met deze maatregelen kunnen in totaal 1500 IC-plekken gecreëerd
worden. In aanvulling hierop zijn ook de ziekenhuizen maatregelen aan het verkennen
om uit te breiden, zoals de aanschaf van extra beademingsapparatuur, om de capaciteit
nog verder op te schalen tot uiteindelijk ongeveer 2000 IC-bedden.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat de WHO en het Europees Centrum voor ziektepreventie
en bestrijding (ECDC) aangeven dat zij geen signalen hebben dat het coronavirus seizoensgebonden
is? Wat betekent dat voor de aanpak van het virus?2
3
Antwoord 4
Het is nog niet bekend of het virus seizoensgebonden is. Het coronavirus is nieuw
en er is veel dat we nog niet weten. We zien onder andere uitbraken in Iran en Zuid-Korea
en de WHO stelt dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat het virus zich anders
gedraagt bij verschillende temperaturen. De experts van de WHO geven aan dat seizoensgebondenheid
samenhangt met een aantal factoren: bijvoorbeeld de eigenschappen van het virus en
het vermogen van het virus om te overleven in het milieu, maar ook met gedrag van
mensen. Van het influenzavirus en andere virussen die luchtwegziekten veroorzaken,
is bekend dat zij zich in de winter goed kunnen verspreiden, omdat mensen dan meer
bij elkaar komen in kleine ruimten.
Dit betekent voor de aanpak van het virus dat we er niet op moeten rekenen dat het
in de lente vanzelf wel minder wordt, aldus het RIVM. Onze maatregelen zijn daarom
gericht op indamming van het virus en het beperken van verdere verspreiding.
Vraag 5
Kunt u schematisch weergegeven hoe besluiten over noodzakelijke maatregelen worden
genomen (met daarbij nadrukkelijk aandacht voor de verantwoordelijkheden die de verschillende
overheden (rijk, provincies, gemeenten, bijzondere openbare lichamen) en andere betrokken
organen zoals veiligheidsregio’s, GGD’en en andere betrokkenen hebben)?
Antwoord 5
Ik heb tijdens het debat van donderdag 5 maart toegezegd u hierover per brief te informeren.
Ik wil u voor dit antwoord dan ook graag verwijzen naar deze brief die ik u deze week
zal doen toekomen.
Vraag 6
Kunt u een afwegingskader delen met scholen en kinderopvangcentra op basis van welke
afwegingen zij in de «bedrijfsvoering» besluiten moeten nemen?
Antwoord 6
Het antwoord op deze vraag is vandaag achterhaald door de maatregelen die het kabinet
heeft aangekondigd. Vanaf maandag 16 maart tot en met 6 april zijn alle scholen gesloten.
Voor nadere precisering verwijs ik u naar de kamerbrief van 15 maart. Gedurende die
drie weken zullen wij met de scholen kijken hoe een dergelijke afwegingskader vorm
kan krijgen.
Het belang van het kind, het belang van de volksgezondheid én het voorkomen van maatschappelijke
onrust spelen bij het maken van een afweging een belangrijke rol. Bij het debat over
de bestrijding van het Coronavirus is een motie van het lid Heerma aangenomen waarin
het kabinet wordt verzocht een afwegingskader te ontwikkelen met richtlijnen voor
het onderwijspersoneel. In onze brief aan uw Kamer van 13 maart (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 151) hebben wij gemeld deze motie uit te gaan voeren. Er zal dus een afwegingskader worden
uitgewerkt.
Vraag 7
Kunt u uiteenzetten hoe de (crisis)communicatie over het coronavirus op de BES-eilanden
is geregeld? Op welke wijze worden de andere landen binnen het Koninkrijk ondersteund
bij de aanpak van het virus?
Antwoord 7
Het zogenaamde IHR-netwerk, gecoördineerd door het RIVM, is de structuur waarlangs
aanbevelingen en maatregelen gecommuniceerd worden. Deze structuur is opgezet om de
implementatie van de International Health Regulations (IHR regels) binnen de context
van de eilanden mogelijk te maken. De afgelopen weken heeft het RIVM als coördinatiepunt
van het IHR-netwerk dagelijks contact gehad met alle eilanden. Zowel de diensten publieke
gezondheid van de vier Koninkrijkslanden, als ook de drie eilanden van Caribisch Nederland,
nemen deel aan dit netwerk.
De diensten Publieke Gezondheid op de eilanden zijn zelf verantwoordelijk voor de
uitvoering.
Wat betreft ziekenhuiscapaciteit: er is nu wekelijks overleg met de ziekenhuizen op
Curaçao, Aruba, Bonaire en St. Maarten om te bespreken hoe elkaar te helpen als er
capaciteitsproblemen zijn bij een grotere schaal van besmettingen.
Ook worden Caribisch Nederland en de landen van het Koninkrijk ondersteund bij het
ontstaan van tekorten in persoonlijke beschermingsmiddelen.
Vraag 8
Bent u ermee bekend dat de Duitse overheid voornemens is om miljarden te investeren
om de economische effecten van het coronavirus te beperken, zoals het invoeren van
deeltijd-WW? Wanneer acht u het noodzakelijk om ook in Nederland deeltijd-WW in te
voeren? Welke andere maatregelen worden in Nederland overwogen en binnen welk tijdspad?
Antwoord 8
Voor het antwoord op deze vraag wil ik u verwijzen naar de brief van de Minister van
Economische Zaken en Klimaat over economische maatregelen met betrekking tot het coronavirus,
die hij op 12 maart jl., mede namens de Minister van Financiën en de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft verstuurd (Kamerstuk 35 420, nr. 1).
Vraag 9
Bent u ervan op de hoogte dat verschillende mensen met een beperking, waaronder de
Minister van Gehandicaptenzaken, de toegankelijkheid van de communicatie onvoldoende
vinden? Waarom wordt bij persconferenties of extra uitzendingen rondom het coronavirus
geen gebruikgemaakt van een tolk gebarentaal en ondertiteling in eenvoudig Nederlands?
Deelt u de mening dat de publieke omroep de taak heeft iedereen te bereiken met deze
noodzakelijke informatie? Wat bent u voornemens te doen om de toegankelijkheid van
de informatievoorziening te verbeteren?
Antwoord 9
Ik vind het van groot belang dat informatie voor iedereen begrijpelijk, toegankelijk
en eenduidig is. We richten ons in dit kader ook op mensen met een beperking. Bij
het achtuurjournaal wordt de komende periode een gebarentolk ingezet en ook bij belangrijke
persconferenties zullen we dit doen. Daarnaast zijn er filmpjes in gebarentaal met
als uitgangspunt de meest gestelde vragen over het coronavirus en de vier handelingsperspectieven.
Deze worden gedeeld op de website rijksoverheid.nl/coronavirus. Ook zijn de belangrijkste
handelingsperspectieven vertaald naar Engels, Papiamento en Papiamentu, Pools, Arabisch,
Turks en Spaans. Deze vertalingen worden onder andere aan zorgorganisaties beschikbaar
gesteld. Voor laaggeletterden is, via het landelijk expertisecentrum Pharos dat gespecialiseerd
is in communicatie met laaggeletterden, een aangepaste boodschap opgesteld. Slechtzienden
maken doorgaans gebruik van voorleessoftware op hun eigen digitale middelen. Ondertiteling
is een dienstverlening die de NPO verzorgt op een speciaal kanaal. Zo goed als het
gehele Nederlandstalige aanbod van de publieke omroepen wordt door TT888 van ondertiteling
voorzien.
Vraag 10
Bent u ermee bekend dat indammen van het coronavirus alleen mogelijk is als burgers
alert zijn en de richtlijnen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) adequaat opvolgen? Bent u bereid op zeer korte termijn de publiekscommunicatie
te intensiveren op radio, televisie en online? Wilt u toezeggen om in Nederland ook
televisiespotjes uit te zenden om de voorlichting te intensiveren, net als in Vlaanderen
wordt gedaan?
Antwoord 10
Ja. Daarom heeft het kabinet aan iedereen de oproep gedaan om de adviezen van het
RIVM, GGD’en en veiligheidsregio’s op te volgen, en zelf na te denken over het verkleinen
van risico’s en daarnaar te handelen. Daarnaast heb ik tijdens het plenair debat van
12 maart jl., ook aangekondigd de publiekscommunicatie te gaan intensiveren, onder
andere door in te gaan zetten op televisiespotjes. Daarnaast doe ik regelmatig onderzoek
naar het sentiment van het algemeen publiek met betrekking tot de informatiebehoefte
en het vertrouwen in de genomen maatregelen.
Vraag 11
Bent u bereid de gestelde vragen afzonderlijk te beantwoorden voor maandag 16 maart
2020?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.