Schriftelijke vragen : De situatie dat Oeigoeren in China het slachtoffer zijn geworden van dwangarbeid en andere mensenrechtenschendingen.
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de situatie dat Oeigoeren in China het slachtoffer zijn geworden van dwangarbeid en andere mensenrechtenschendingen (ingezonden 11 maart 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «China dwingt 80.000 Oeigoeren tot werk in fabrieken
van bekende merken»?1
Vraag 2
Bent u bekend met het rapport van Australische onderzoekers waaruit blijkt dat 80.000
Oeigoeren verplicht worden ingezet in fabrieken van grote bedrijven?2
Vraag 3
Klopt het dat tienduizenden Oeigoeren worden gedwongen om arbeid te verrichten in
fabrieken van bekende merken? Zo ja, deelt u de mening dat dit in strijd is met de
mensenrechten en dat dit op het hoogst mogelijke niveau bestreden moet worden?
Vraag 4
Om welke merken gaat het?
Vraag 5
Zijn er producten die door middel van dwangarbeid in China zijn geproduceerd op de
Nederlandse markt gekomen? Zo ja, bent u bereid om deze producten van de markt te
laten halen?
Vraag 6
Hoe reëel is het dat desbetreffende bedrijven niet op de hoogte zijn geweest van de
mensenrechtenschendingen in de fabrieken?
Vraag 7
Welke sancties kunnen vanuit de Europese Unie of Nederland genomen worden tegen desbetreffende
27 fabrieken waar door middel van dwangarbeid goederen worden gemaakt voor bekende
merken?
Vraag 8
Hoe is het mogelijk dat tussen 2017 en 2019 zeker 80.000 Oeigoeren vanuit de westelijke
autonome regio Xinjiang werden overgeplaatst naar fabrieken in andere delen van het
land om dwangarbeid te verrichten, maar dat dit nu pas bekend wordt?
Vraag 9
Was de Nederlandse regering al eerder bekend met de dwangarbeid in desbetreffende
fabrieken? Zo ja, sinds wanneer?
Vraag 10
Welke concrete acties gaat u in bilateraal en multilateraal verband ondernemen om
de overduidelijke mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren te stoppen met betrekking
tot dwangarbeid?
Vraag 11
Hoe gaat u ervoor zorgen dat Nederlandse bedrijven en consumenten ervan op de hoogte
gesteld worden dat bij producten uit China de mogelijkheid bestaat dat er sprake is
van dwangarbeid?
Vraag 12
Heeft u de veroordeling door de Kamer van de grootschalige internering en onderdrukking
van de Oeigoeren door de Chinese overheid reeds overgebracht aan de Chinese autoriteiten,
zoals in motie-Kuzu (Kamerstuk 32 735, nr. 275) aan u is gevraagd? Zo nee, waarom nog niet en wanneer gaat u dit wel doen? Zo ja,
wanneer en hoe heeft u dit gedaan?
Vraag 13
Heeft u de Chinese regering, zoals in motie-Kuzu (Kamerstuk 32 735, nr. 276) aan u is gevraagd, zowel bilateraal als in internationaal verband, opgeroepen om
de heropvoedingskampen voor Oeigoeren te sluiten en de onderdrukking van de Oeigoeren
te stoppen? Zo ja, wanneer en hoe heeft u dit gedaan? Zo nee, waarom heeft u dit nog
niet gedaan en wanneer gaat u dit wel doen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ploumen (PvdA),
ingezonden 3 maart 2020 (vraagnummer 2020Z04102) en van het lid Alkaya (SP), ingezonden 3 maart 2020 (vraagnummer 2020Z04111).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. Kuzu, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.