Motie : Motie van het lid Van Esch over het uitfaseren van rubbergranulaat bij kunstgrasvelden
30 175 Luchtkwaliteit
Nr. 344
MOTIE VAN HET LID VAN ESCH
Voorgesteld 10 maart 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2019 oordeelde dat de beheerder
van kunstgrasvelden in Enschede niet voldeed aan artikel 13 van de Wet bodembescherming
(Wbb);
overwegende dat waarschijnlijk geen enkele beheerder van kunstgrasvelden met rubbergranulaat
daaraan voldoet;
constaterende dat artikel 13 stelt dat eenieder verplicht is alle maatregelen te nemen
die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om verontreiniging te voorkomen;
constaterende dat, ook met uitloopmatten en kantplanken, de verspreiding van rubbergranulaat
naar het milieu niet voorkomen kan worden;
van mening dat redelijkerwijs gevergd kan worden dat beheerders rubbergranulaat uitfaseren
om zo vervuiling van het milieu te voorkomen;
verzoekt de regering, het gebruik van rubbergranulaat bij kunstgrasvelden uit te faseren
en sportclubs te ondersteunen bij de overstap naar alternatieven die geen negatieve
impact hebben op het milieu, zoals natuurlijke grasvelden of velden met een onschadelijke
infill,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Esch
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid