Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wörsdörfer en Westerveld over het manifest van Lijm de zorg
Vragen van de leden Wörsdörfer (VVD) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het manifest van Lijm de zorg (ingezonden 20 januari 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 maart
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1668.
Vraag 1
Bent u bekend met het manifest van Lijm de Zorg?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat nog te vaak jongeren met een complexe en acute hulpvraag of
hun ouders vastlopen in het systeem en daardoor niet de zorg krijgen die ze nodig
hebben? Zo ja, hoeveel signalen heeft u in 2019, 2018 en 2017 ontvangen van jongeren
of hun ouders die vast zijn gelopen in het systeem?
Antwoord 2
Ik vind dat jongeren met weinig voorkomende en/of complexe casuïstiek nog te vaak
niet op tijd de juiste hulp krijgen. Via verschillende kanalen ontvang ik dergelijke
signalen, van ouders, jongeren of professionals die zijn vastgelopen in het systeem.
Signalen van jongeren of hun ouders die vast zijn gelopen in het systeem zijn het
meest evident in de complexe casuïstiek die bij mij binnenkomt. In 2019 zijn er ruim
100 complexe jeugdcasussen binnengekomen en opgepakt door VWS medewerkers. Het is
niet bekend hoeveel signalen er in 2017 en 2018 zijn binnengekomen. Dit komt doordat
het huidige registratiesysteem van complexe zorgvragen in de loop van 2018 in gebruik
is genomen. Het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ) heeft in 2019 meer dan
100 complexe casussen opgepakt, hierin zit deels overlap met zaken die door VWS medewerkers
zijn opgepakt.
Vraag 3
Kunt u een inschatting maken van het aantal jongeren dat acuut hulp nodig heeft, maar
nergens terecht kan? Zo nee, bent u bereid om dit te inventariseren?
Antwoord 3
Het aantal jongeren dat acuut hulp nodig heeft is heel divers en laat zich lastig
afbakenen. Waar het om gaat is dat kinderen die acuut hulp nodig hebben dit zo snel
mogelijk krijgen. Gemeenten zijn hier verantwoordelijk voor. Als er niet meteen een
passende plek beschikbaar is, moet er overbruggingszorg worden geregeld.
Tegelijkertijd vind ik dat we jongeren die bepaalde vormen van specialistische hulp
nodig hebben en het gemeentelijke niveau overstijgen onvoldoende in beeld hebben.
Daarom heb ik opdracht gegeven voor een inventarisatie naar het beschikbare aanbod
voor gesloten en open driemilieuvoorzieningen op bovenregionaal niveau. Ook loopt
een onderzoek naar de doelgroep van de expertisecentra gespecialiseerde jeugdhulp.
De expertisecentra gespecialiseerde jeugdhulp krijgen in de toekomst de taak om de
vraag van en het aanbod voor jongeren met complexe problematiek in de regio inzichtelijk
te maken. En vervolgens te zorgen voor een passend aanbod voor een jongere met complexe
problematiek in de regio.
Vraag 4
Welke stappen heeft u ondernomen om het aantal vastgelopen jongeren omlaag te brengen?
Antwoord 4
Voor jongeren waar het niet voor lukt om samen met de gemeente passende hulp te vinden,
zijn in elke jeugdregio regionale expertteams jeugd opgericht. Deze expertteams pakken
complexe zorgvragen uit hun regio op en zoeken samen met gemeenten en aanbieders naar
een passende oplossing. Het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ) heeft een
speciale ambassadeur oppakken en leren van complexe casuïstiek aangesteld, die ondersteunt in de ontwikkeling van de regionale expertteams en waar
zij naar kunnen opschalen als het hen zelf niet lukt om een complexe zorgvraag op
te lossen.
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld, ben ik daarnaast bezig met de inrichting van expertisecentra
gespecialiseerde jeugdhulp. Ik wil dat jongeren met weinig voorkomende en/of complexe
problematiek tijdig de juiste hulp ontvangen. De centra krijgen een functie in het
organiseren van (ambulante) hulp en/of plekken voor deze jongeren, het geven van advies
bij het vastlopen in een casus en het (door) ontwikkelen van kennis en expertise bij
complexe casuïstiek.
Vraag 5, 7
Deelt u de mening dat een veelvoud aan hulploketten niet voldoet maar juist bijdraagt
aan de onduidelijkheid wie de verantwoordelijkheid heeft bij een complexe en acute
hulpvraag? Zo ja, welke stappen heeft u ondernomen om vastgelopen jongeren de hulp
te bieden die ze nodig hebben? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om te bezien of de verschillende hulploketten terug te brengen zijn
tot bij voorkeur één loket waarbij bij een vastgelopen hulpvraag één persoon de regie
en verantwoordelijkheid krijgt met voldoende doorzettingsmacht (in samenspraak met
de verantwoordelijke gemeente) om een doorbraak te forceren?
Antwoord 5, 7
Ik vind het belangrijk dat jongeren en ouders met een complexe en acute hulpvraag
weten waar zij terecht kunnen, worden geholpen en niet zonder handelingsperspectief
komen te zitten.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het organiseren van passende hulp, op dit gebied
hebben zij de doorzettingsmacht. Waar passende hulp niet van de grond komt, zijn regionale
expertteams ingericht om casuïstiek op te pakken. Ik ondersteun gemeenten en de regionale
expertteams hierin, onder andere door de eerdergenoemde inzet van het Ondersteuningsteam
Zorg voor de Jeugd. Het OZJ kan door gemeenten en expertteams ingeschakeld worden
wanneer het hen niet lukt om passende hulp te organiseren.
Voor vragen of advies bij het organiseren van zorg kunnen jongeren en ouders terecht
bij het Juiste Loket. Bij het Juiste Loket is geen doorzettingsmacht belegd, gemeenten
hebben doorzettingsmacht om passende hulp te organiseren. Wanneer iemand contact opneemt
met het Juiste Loket en bij de gemeente of regionaal expertteam geen passende hulp
heeft gevonden, dan wil ik dat deze persoon wordt doorverwezen naar VWS waar complexe
zorgvragen worden opgepakt. VWS denkt vervolgens zo concreet mogelijk met de melder
mee, en indien nodig gaan we met verschillende partijen in gesprek om te kijken wat
er precies aan de hand is en wie aan zet is om actie te ondernemen. Als dat vervolgens
niet tot een passende oplossing leidt, neemt VWS (met toestemming van de melder) contact
op met desbetreffende partij en vragen we hen contact op te nemen met de melder om
te komen tot een oplossing. Dit gebeurt desnoods tot het niveau van de Raad van Bestuur,
wethouder of andere bestuurlijk verantwoordelijke2.
Vraag 6
Klopt het dat er vele verschillende instanties zijn die bijdragen aan het doorsturen
van hulpvragen waarbij een jongere met complexe en acute problemen van het spreekwoordelijke
kastje naar de muur gestuurd wordt, zoals bijvoorbeeld blijkt op de site van de rijksoverheid
waar men naar maar liefst acht verschillende instanties verwijst?3 Zo ja, welke stappen heeft u ondernomen om dit te voorkomen?
Antwoord 6
Er zijn vele verschillende instanties die ouders en jongeren met een hulpvraag ondersteunen
en hen op bepaalde momenten doorsturen. Dit kan in sommige gevallen leiden tot het
gevoel dat men van het spreekwoordelijke kastje naar de muur gestuurd wordt. Ik vind
het van belang dat er duidelijkheid komt voor de ouders en jongeren in kwestie, wanneer
zij contact opnemen met het Juiste Loket of naar informatie zoeken op de website van
de rijksoverheid. Wat mij betreft moeten het Juiste Loket en de website van de rijksoverheid
de benodigde helderheid creëren in de zoektocht naar passende hulp. Op de website
rijksoverheid.nl wordt daarom een aparte pagina gecreëerd voor het persoonlijk overzicht
«Mijn kind heeft zorg nodig: wat moet ik regelen?». Met dit persoonlijk overzicht
bundelen we alle overheidsinformatie voor «mijn kind heeft zorg nodig». Eén handig
overzicht op maat met alle regelingen, rechten en plichten voor ouders in deze situatie.
Vraag 8
Bent u bereid om bij een eventueel herinrichten van de vele hulploketten de ervaringen
van jongeren die zijn vastgelopen in het systeem of hun ouders te betrekken?
Antwoord 8
Het is van belang dat er duidelijkheid is voor jongeren en ouders met een hulpvraag
waar zij terecht kunnen en dat we leren van de ervaringen van jongeren en ouders die
zijn vastgelopen in het systeem. Om deze reden wordt voor rijksoverheid.nl uitgebreid
onderzoek gedaan onder ouders in deze situatie. De uitkomsten van deze onderzoeken
worden gebruikt voor het eerdergenoemde persoonlijk overzicht «Mijn kind heeft zorg
nodig: wat moet ik regelen?». De regionale expertteams hebben als doel om te leren
van complexe zorgvragen, zodat in de regio een passend hulpaanbod georganiseerd kan
worden. De landelijke ambassadeur oppakken en leren van complexe casuïstiek ondersteunt
de expertteams hierbij. Bij de organisatie en inrichting van de expertisecentra gespecialiseerde
jeugdhulp worden ook de ervaringen meegenomen van jongeren en hun ouders die zijn
vastgelopen in het systeem.
Vraag 9
Herinnert u zich uw toezegging gedaan tijdens het WGO Onderdeel Jeugd en aanverwante
zaken van de begrotingen VWS en J&V 2020 van 18 november 2019 om aan de hand van enkele
individuele casussen de Kamer te informeren en uit te werken hoe voorkomen wordt dat
mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd?4
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Wanneer kan de Kamer de toegezegde reactie verwachten? Bent u bereid de beantwoording
van bovengenoemde vragen daarin mee te nemen?
Antwoord 10
De toezegging uit het WGO Onderdeel Jeugd is afgedaan met de VWS-brede Kamerbrief5 over complexe zorgvragen van 17 februari 2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.