Schriftelijke vragen : De gevolgen van de Kraanwatercrisis voor de Volksgezondheid
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Milieu en Wonen over de gevolgen van de Kraanwatercrisis voor de Volksgezondheid (ingezonden 10 maart 2020).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht «Lood in water bij 14 Amsterdamse basisscholen
en 56 wooncomplexen»?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat de Kraanwatercrisis een bedreiging voor de Volksgezondheid vormt
en dat de overheid moet optreden om de volksgezondheid te beschermen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wanneer komt u eindelijk in actie met een plan om mensen te beschermen?
Vraag 3
Is het bij u bekend dat er bij een gezin met vier kinderen 115 mg lood in het kraanwater
is aangetroffen, dat dit gezin er al 18 jaar woont en alle gezinsleden met een of
meerdere ernstige, medische gevolgen te maken hebben en de kinderen leer- en concentratieproblemen
ondervinden?
Vraag 4
Wat doet de overheid voor mensen wanneer zij langjarig zijn blootgesteld aan loodvervuiling
en kampen met ernstige klachten?
Vraag 5
Welke maatregelen nemen kinderdagverblijven en basisscholen om de gezondheid van kinderen
te beschermen? Gaat u maatregelen nemen om de veiligheid van kinderen te waarborgen?
Vraag 6
Kunt u een overzicht bieden per gemeente van de uitkomsten van onderzoeken naar de
aanwezigheid van loden leidingen en de ondernomen acties?
Vraag 7
Welke rechten hebben huurders die jarenlang met lood vergiftigd kraanwater hebben
gedronken, omdat verhuurders hebben geweigerd deze te vervangen? Hebben mensen recht
op compensatie als een verband kan worden aangetoond tussen langdurige loodinname
en gezondheidsklachten?
Vraag 8
Welke gezondheidsklachten bij volwassenen worden in verband gebracht met langdurige
loodinname?
Vraag 9
Gaat u mensen beter informeren over de gezondheidsgevolgen van langdurige loodinname?
Op welke wijze worden mensen op dit moment voorgelicht? Vindt u dat bijvoorbeeld de
GGD mensen moet informeren?
Vraag 10
Vindt u ook dat gemeenten mensen actief moeten benaderen en wijzen op de mogelijke
aanwezigheid van loden leidingen? Zo ja, wanneer gaat u dit afdwingen? Zo nee, waarom
vindt u het acceptabel dat mensen in het ongewisse blijven met alle gevolgen voor
de gezondheid van dien?
Vraag 11
Deelt u de mening dat er zo snel mogelijk een alternatieve watervoorziening moet komen
totdat de leidingen zijn vervangen? Heeft u daarbij ook oog voor ouderen en mensen
die minder goed ter been zijn, omdat zij niet in staat zijn om naar een tappunt te
lopen?
Vraag 12
Bent u van mening dat de verhuurder zou moeten opdraaien voor de kosten van flessenwater
als alternatieve watervoorziening niet voorhanden is? Zo ja, hoe gaat u dit afdwingen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Bent u bereid de aanwezigheid van loden leidingen aan te merken als formeel gebrek?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
Vraag 14
Ben u bereid eigenaren van openbare gebouwen en verhuurders te verplichten loden leidingen
te vervangen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
Vraag 15
Heeft het ministerie destijds gecontroleerd of verhuurders zich aan de afspraak hebben
gehouden om in 2005 alle loden leidingen te hebben vervangen? Zo ja, hoe is het mogelijk
dat 200.000 woningen nog loden leidingen hebben? Zo nee, waarom is daar niet toe besloten?
Vraag 16
Wat is uw oordeel over het feit dat verhuurders in strijd met de afspraken hebben
geweigerd loden leidingen te vervangen en daarmee willens en wetens huurders gezondheidsschade
hebben berokkend?
Vraag 17
Klopt het dat de aanwezigheid van loden leidingen in 2005 door de Huurcommissie is
ingedeeld in «categorie c« (overige ernstige gebreken)? Zo ja, welke indeling gold
daarvoor en op basis van welke argumenten is overgegaan tot een andere indeling? Wat
zijn de gevolgen van een andere indeling?
Vraag 18
Welke norm voor loodconcentraties in water wordt gehanteerd in de Europese Unie? Heeft
Nederland altijd dezelfde norm gehanteerd? Zo nee, waarom hanteerde Nederland een
afwijkende norm?
Vraag 19
Nu blijkt dat verschillende methodes worden gehanteerd om de loodconcentratie in het
water te bepalen, gaat u duidelijkheid verschaffen en een methode voorschrijven? Zo
ja, op welke termijn? Zo nee, waarom acht u het verschaffen van duidelijkheid niet
belangrijk?
Vraag 20
Tot welke organisatie kunnen huurders zich wenden bij geschillen over de meetmethode
of geschillen over het al dan niet tijdig verwijderen van loden leidingen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Nijboer, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.