Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Slootweg en Hijink over het rapport van de Inspectie Gezondheid en Jeugd inzake DeSeizoenen
Vragen van de leden Slootweg (CDA) en Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het rapport van de Inspectie Gezondheid en Jeugd inzake DeSeizoenen (ingezonden 14 januari 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 maart
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1572.
Vraag 1
Herinnert u zich nog uw antwoorden op onze eerdere vragen over DeSeizoenen naar aanleiding
van het IGJ-rapport waarin u aangaf dat voor het eind van het jaar 2019 er een definitief
besluit zou worden genomen over de wijze waarop de bestuursstructuur (personele unie)
van DeSeizoenen en Care Shared wordt aangepast? Het is nu begin 2020, hoe ziet de
definitieve bestuursstructuur eruit?1
Antwoord 1
Ja, ik herinner mij de eerdere beantwoording.
Momenteel is er nog sprake van een personele unie binnen de besturen van DeSeizoenen
en CSS. DeSeizoenen heeft begin januari 2020 aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
(IGJ) laten weten welke oplossingsrichting zij ziet voor het opheffen hiervan. Hierover
wordt door DeSeizoenen met betrokken partijen aan overeenstemming gewerkt. Zij heeft
hierbij te maken met verschillende factoren, partijen en afhankelijkheden, zoals het
wijzigen van de statuten. Zij streven ernaar de personele unie uiterlijk per 1 juli
2020 te beëindigen, wat gegeven de genoemde factoren een aannemelijk tijdpad is.
Vraag 2
Heeft de Inspectie Gezondheid en Jeugd (IGJ) in het kader van het onderzoek naar de
dienstenconstructie van DeSeizoenen een gesprek gehad met de cliëntenraad? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 2
Uit navraag bij de IGJ blijkt dat voor de start van het onderzoek naar de dienstenconstructie
de IGJ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gezamenlijk met de Centrale Cliëntenraad
(CCR) hebben gesproken. Signalen van zowel de CCR, de media als van een melder heeft
de IGJ betrokken bij haar onderzoek naar de dienstenconstructie.
Vraag 3
Heeft de IGJ ook onderzoek gedaan of Vastgoed DeSeizoenen en/of Care Shared Services
Services (CSS) winst of dividend heeft uitgekeerd aan zijn aandeelhouders in 2016
t/m 2017? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was daarvan de omvang?
Antwoord 3
In beide gevallen gaat het om rechtspersonen waaraan DeSeizoenen B.V. activiteiten
uitbesteedt die niet onder de toepassing van het huidige winstverbod van de Wet toelating
zorginstellingen (WTZi) vallen. De IGJ heeft daarom geen onderzoek gedaan naar winst-
of dividenduitkering bij Vastgoed DeSeizoenen B.V. en Care Shared Services B.V.
Met het aangekondigde wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorgaanbieders wordt de
mogelijkheid geïntroduceerd om voorwaarden te stellen aan winstuitkering door hoofd-
en onderaannemers in de extramurale zorg en onderaannemers in de intramurale zorg.
De aard van de voorwaarden en het tijdstip van inwerking treden kan variëren per deelsector
en wordt gekoppeld aan het zich voordoen van excessen en de noodzaak die tegen te
gaan, respectievelijk te voorkomen. Daarnaast wordt bezien of er een norm geïntroduceerd
moet worden voor een maatschappelijk maximaal aanvaardbare dividenduitkering. Daarnaast
zal een wettelijke verplichting voor zorgaanbieders om elke vorm van belangenverstrengeling
binnen hun organisatie te voorkomenworden geïntroduceerd.
Vraag 4
Heeft CSS het geld dat DeSeizoenen in de periode 2016 t/m 2017 heeft verstrekt aan
CSS voor een substantiële ICT-investering, al teruggestort aan DeSeizoenen?
Antwoord 4
Ja, deze investering is door CSS in 2017 teruggestort aan De Seizoenen. In haar rapportage
stelt de IGJ hierover (citaat): «De inspectie leest in de jaarrekening van DeSeizoenen
2017 dat er onder de post «financiële vaste activa» in 2017 voor een bedrag van € 956.225
is afgelost. De aflossing betreft het terugdraaien van de eerder door DeSeizoenen
aan CSS verstrekte lening». 2
Vraag 5
Zou de Belastingdienst een uitspraak kunnen doen over conclusie drie van het IGJ-rapport
over DeSeizoenen, die luidt dat het voor in- en externe toezichthouders en andere
belanghebbenden niet mogelijk is om de kosten te beoordelen die gepaard gaan met de
dienstverlening van CSS?
Antwoord 5
In haar rapport stelt de IGJ dat DeSeizoenen in de periode 2016–2017 op het onderdeel
transacties met verbonden partijen (CSS) niet transparant is geweest over de bedragen
die DeSeizoenen voor de dienstverlening door CSS was verschuldigd. Er is voor mij
op dit moment geen aanleiding om de Belastingdienst te verzoeken of zij hier een uitspraak
over zou kunnen doen. Zie voorts mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 6
Aan hoeveel andere organisaties verleende CSS haar diensten naast die aan de DeSeizoenen?
Kunt u dat inzichtelijk maken zowel in aantal als in aandeel van de omzet?
Antwoord 6
Dit is niet mogelijk, CSS is geen WTZi-toegelaten zorgaanbieder en valt buiten het
primaire toezicht van de IGJ. De IGJ heeft zich daarom bij het onderzoek naar DeSeizoenen
gericht op de transparantie van de transacties met CSS (marktconformiteit en verantwoording).
Uit navraag bij DeSeizoenen blijkt dat CSS DeSeizoenen desgevraagd heeft medegedeeld
dat thans ruim 90% van haar omzet wordt behaald met hoofdzakelijk (bedrijfsvoerings-
en facilitaire) diensten aan DeSeizoenen.
Vraag 7
Klopt het dat bij het onderzoek naar Zorggroep Alliade ook gebruik is gemaakt van
informatie die is verstrekt door de Belastingdienst? Zo ja, is er bij het onderzoek
naar DeSeizoenenook gebruik gemaakt van informatie die is verstrekt door de Belastingdienst
en waarom lezen we daarvan niets?
Antwoord 7
Op verzoek van de IGJ heeft de Belastingdienst – met toestemming van de Minister van
Financiën – informatie aan de IGJ verstrekt die noodzakelijk was voor het tweede onderzoek
naar goed bestuur bij Zorggroep Alliade. Het onderzoek van de IGJ naar de dienstenconstructie
van DeSeizoenen B.V. gaf geen aanleiding om de Belastingdienst te verzoeken fiscale
informatie met de IGJ te delen.
Ook na kennisname van de uitspraak op 23 januari 2020 van de Ondernemingskamer Amsterdam
van het verzoekschrift van de CCR met betrekking tot de vastgoedconstructie van DeSeizoenen
ziet de IGJ geen aanleiding voor nader (boeken)onderzoek waarvan een verzoek tot het
delen van informatie door de Belastingdienst een onderdeel kan zijn.
Vraag 8 en 9
Wat is het bedrag dat gespendeerd is aan advocaatkosten door DeSeizoenen in verband
met het dispuut van de directie met de Centrale Cliëntenraad bij de Ondernemingskamer
van het gerechtshof Amsterdam?
Klopt het dat deze advocaatkosten betaald worden uit het bedrag dat DeSeizoenen ontvangt
voor het verlenen van zorg?
Antwoord 8 en 9
DeSeizoenen heeft aangegeven in haar jaarrekeningen verantwoording af te leggen over
de besteding van de aan haar toevertrouwde middelen. Zij doet geen nadere mededelingen
over betalingen aan specifieke crediteuren.
Desgevraagd heeft zij wel aangegeven dat de kosten van het verweer tegen de door de
Centrale Cliëntenraad aangespannen procedures ten laste komen van de Directiebegroting
en drukken op het resultaat van de gehele instelling.
Vraag 10 en 11
Klopt het dat DeSeizoenen een melding moet maken bij het zorgkantoor wanneer er gevaar
voor een faillissement van de instelling zou zijn?
Heeft DeSeizoenen zich reeds gemeld bij het zorgkantoor voor een dergelijke melding?
Antwoord 10 en 11
Het is de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders zelf om tijdig maatregelen te nemen
om financiële problemen aan te pakken en hierover in overleg te treden met hun stakeholders.
Van zorgverzekeraars en Wlz-uitvoerders wordt verwacht dat zij zorgen over de continuïteit
van de zorg die verleend wordt, melden bij de NZa. De NZa monitort vervolgens of deze
de nodige maatregelen nemen om continuïteit van zorg te borgen. Als het moet komen
tot afbouw c.q. verplaatsing van zorg, dan ziet de NZa er samen met IGJ op toe dat
dit proces zorgvuldig verloopt en dat alle belanghebbenden adequaat worden geïnformeerd.
Pas op het moment dat de IGJ en NZa desondanks risico’s zien voor de kwaliteit en/of
continuïteit van de patiëntenzorg wordt dit gemeld bij VWS.
Vraag 12, 13 en 14
Klopt het dat de directie richting een deel van de cliënten en hun ouders aangeeft
dat DeSeizoenen failliet zou gaan door de hoge advocaatkosten die gemaakt moeten worden
in verband met het dispuut met de Centrale Cliëntenraad?
Klopt het dat de directie van DeSeizoenen daarom cliënten en ouders verzoekt om aan
te geven dat de Centrale Cliëntenraad haar juridische procedure moet staken, omdat
anders de organisatie failliet zou gaan? Zou u, indien u hierover geen signalen heeft
ontvangen, bereid zijn om bij cliënten en ouders hierover navraag te doen?
Hoe beoordeelt u het dat een directie kwetsbare mensen onder druk zet met de dreiging
dat ze hun woning en verzorging kwijt zullen raken?
Antwoord 12, 13 en 14
De IGJ heeft contact gehad met een cliëntvertegenwoordiger die dit signaal heeft afgegeven
aan de IGJ. Het signaal komt echter niet overeen met de bedrijfsmatige informatie
over DeSeizoenen waarover de IGJ op dit moment beschikt. Ook komt het signaal niet
overeen met informatie uit andere bronnen waarover de IGJ beschikt, zoals uit gesprekken
met andere vertegenwoordigers van DeSeizoenen. Tevens blijkt uit navraag bij de NZa
dat zij geen signalen over mogelijke continuïteitsproblemen bij DeSeizoenen heeft
ontvangen.
DeSeizoenen zelf heeft aangegeven dat van een dreigend faillissement geen sprake is
en dat de directie hier dan ook niet over gesproken heeft met cliënten en hun verwanten.
DeSeizoenen heeft wel aangegeven dat juridische procedures in haar ogen niet leiden
tot oplossingen in het geschil met de Centrale Cliëntenraad en dat deze gezien de
tijd, aandacht en kosten die hier mee gemoeid zijn ook niet in het belang van cliënten
en medewerkers zijn.
Ook een groep ouders heeft zich recent tot mij gericht met de melding dat zij zich
niet herkent in de indruk die gewekt wordt. Zij geven aan dat zij niet onder druk
gezet worden door de directie van DeSeizoenen om de Centrale Cliëntenraad ertoe te
bewegen haar procedures te staken.
Vraag 15
Hoe beoordeelt u het dat een directie kwetsbare mensen onder druk zet met de dreiging
dat ze hun woning en verzorging kwijt zullen raken?
Antwoord 15
Het onder druk zetten van kwetsbare mensen is onaanvaardbaar.
Hier lijkt op basis van de gegeven informatie door ouders van cliënten en door navraag
bij DeSeizoenen zelf overigens geen sprake van te zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.