Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Helvert over het bezoek van de minister aan Zuid-Afrika
Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bezoek van de Minister aan Zuid-Afrika (ingezonden 11 februari 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 9 maart 2020).
Vraag 1
Klopt het dat u met een «ambitieuze agenda»1 Zuid-Afrika bezocht heeft op 3 en 4 februari jl.?
Antwoord 1
Ja. Nederland heeft een brede samenwerkingsagenda met Zuid-Afrika. Het land is één
van de twee belangrijkste economische partners van Nederland in Sub-Sahara Afrika.
Ongeveer 300 Nederlandse bedrijven zijn actief in Zuid-Afrika. Als voorzitter van
de Afrikaanse Unie dit jaar, is Zuid-Afrika ook een belangrijke gesprekspartner wat
betreft de EU-AU relatie. Op het terrein van vrede en veiligheid speelt Zuid-Afrika
op het Afrikaanse continent een belangrijke rol. Als lid van de VN-Veiligheidsraad
en de G20 is Zuid-Afrika een samenwerkingspartner op multilaterale thema’s, zoals
klimaat, (cyber)veiligheid en mensenrechten. Ik heb dit bezoek gebruikt om over deze
brede samenwerkingsagenda te overleggen met mijn counterpart.
Naast de bilaterale consultaties heb ik tijdens dit bezoek gesprekken gevoerd met
Zuid-Afrikaanse parlementariërs, zowel over de relatie met Nederland als over multilaterale
samenwerking. Met Nederlandse bedrijven in Zuid-Afrika heb ik gesproken over de uitdagingen
die zij ondervinden en de kansen die zij zien in Zuid-Afrika. Ook heb ik onze ambassade
in Pretoria en het consulaat in Kaapstad bezocht.
Daarnaast heb ik een aantal plekken bezocht die inzicht bieden in recente ontwikkelingen
in de Zuid-Afrikaanse geschiedenis, zoals Constitution Hill (o.a. zetel van het Constitutioneel
Hof van Zuid-Afrika) en Kasteel de Goede Hoop (een oud fort dat nu gebruikt wordt
voor cultureel-historische programma’s). Ik heb met een oud-gevangene op Robbeneiland
gesproken over zijn ervaringen. Tot slot bezocht ik een sloppenwijk (Kameeldrift)
om inzicht te krijgen in de dagelijkse harde realiteit waar veel Zuid-Afrikanen nog
mee te maken hebben.
Vraag 2, 3 en 4
Heeft u, naast het «benutten van kansen, zowel politiek als economisch» ook aandacht
gevraagd voor de mensenrechtensituatie in Zuid-Afrika?
Heeft u conform de motie-Van Helvert/Van der Staaij2 duidelijk stelling genomen dat de voorgenomen landonteigening van blanke boeren in
Zuid-Afrika, zonder compensatie, in strijd is met de mensenrechten?
Heeft u bovendien druk uitgeoefend op Zuid-Afrika om ervan af te zien? Zo ja, welke
en met welk resultaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3 en 4
Tijdens de bilaterale consultaties zijn diverse thema’s besproken, waaronder ook mensenrechten
en landhervormingen. Conform de motie3 Van Helvert/Van der Staaij, heb ik aangedrongen op eerlijke compensatie bij het proces
van landhervorming en eventuele landonteigeningen. Ik heb benadrukt dat een duidelijk
tijdspad over het landhervormingsproces zeer belangrijk is voor (buitenlandse) investeerders.
Het thema landhervormingen is derhalve ook vermeld in het gezamenlijke communiqué4 dat na afloop van de bilaterale consultaties is gepubliceerd. De zorgen die bestaan
rondom mogelijke landonteigening zonder compensatie heb ik naast het de bilaterale
consultaties, ook geuit in een interview met de Zuid-Afrikaanse krant BusinessDay5. Hierbij heb ik benadrukt dat Nederland zeer hecht aan de rechtsstaat, de bescherming
van eigendomsrechten en duidelijkheid voor zowel potentiele als bestaande investeerders
in Zuid-Afrika.
De voorgenomen grondwetswijziging van de Zuid-Afrikaanse regering is op dit moment
nog niet definitief. Een parlementaire commissie heeft een amendementswijziging van
de Zuid-Afrikaanse Grondwet voorgesteld om de mogelijkheid om land te onteigenen zonder
compensatie te verduidelijken.
Momenteel vinden er publieke consultaties plaats over dit amendement. Het parlement
zal naar verwachting niet voor eind april over een finaal amendement stemmen. De regering
heeft hiervoor steun van oppositiepartijen nodig, omdat de regeringspartij African
National Congress geen twee derde meerderheid in het parlement heeft. Indien de wijziging
wordt aangenomen dient nationale wetgeving te worden aangenomen waarin de omstandigheden
waarbinnen landonteigening zonder compensatie plaats kan vinden expliciet worden gemaakt.
De Zuid-Afrikaanse regering zegt zich terdege bewust te zijn van de risico’s die landonteigening
zonder compensatie met zich mee zouden kunnen brengen voor het investeringsklimaat.
Mede om deze reden heeft de Zuid-Afrikaanse regering, ook tijdens de bilaterale consultaties,
benadrukt dat de rechtstaat leidend zal zijn bij het proces van landhervorming. Mijn
counterpart verzekerde mij dat commerciële belangen en investeringen, incl. van de
landbouwsector, niet zullen worden geschaad door landhervormingen. Juridische instituties
zullen een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van de voorgenomen landhervorming,
en bij de beslissingen wanneer er sprake kan zijn van landonteigening zonder compensatie.
Vraag 5, 6 en 7
Klopt het dat de voorgenomen wijziging van de Zuid-Afrikaanse Grondwet erop neerkomt
particulieren geen eigendom kunnen verkrijgen over de door de overheid onteigende
grond, maar slechts toegang en dat de overheid dus enige eigenaar van de grond blijft6? Wat vindt u hiervan?
Klopt het bovendien dat blanke Zuid-Afrikanen niet tot de begunstigden behoren, die
dergelijke toegang kunnen verkrijgen? Betekent dit dat blanke mensen op basis van
ras en/of huidskleur door de overheid uitgesloten gaan worden van de toebedeling van
grond door de overheid? Wat vindt u hiervan?
Deelt u de vrees dat dergelijke praktijken buitenlandse investeerders afschrikken,
omdat ze geen grond in eigendom kunnen verkrijgen, maar slechts kunnen «leasen» van
de overheid?
Antwoord 5, 6 en 7
Het voorgestelde amendement7 gaat niet in op deze aspecten. Hierover komt pas duidelijkheid als de aanvullende
wetgeving («expropriation bill») wordt gepresenteerd aan het parlement.
Vraag 8
Deelt u de vrees dat onteigening zonder compensatie ook Nederlandse bedrijven en hun
investeringen in Zuid-Afrika kan raken, aangezien Zuid-Afrika per 1 mei 2014 eenzijdig
het bilaterale investeringsakkoord heeft opgezegd, dat onder meer beschermingsclausules
bevat tegen onteigening zonder rechtvaardige compensatie? Welke uitleg heeft Zuid-Afrika
gegeven voor deze unilaterale stap?
Antwoord 8
Het kabinet deelt de zorgen over landonteigening zonder compensatie, zoals hierboven
aangegeven. Dit betreft ook het Nederlandse bedrijfsleven en hun investeringen. Zuid-Afrika
heeft sinds 2012 een groot aantal bilaterale investeringsverdragen opgezegd, waaronder
dat met Nederland. Naar mening van Zuid-Afrika waren deze verdragen te eenzijdig van
aard. Het verdrag tussen Nederland en Zuid-Afrika kent overigens een zogenaamde «sunset»-clausule,
waarmee investeringen die gedaan zijn voor de beëindiging van het verdrag nog voor
een periode van 15 jaar de bescherming van het verdrag genieten. Dit geldt niet voor
investeringen die gedaan zijn na het verloop van het verdrag.
Vraag 9
Bent u inmiddels in overleg met Zuid-Afrika om te komen tot een nieuw investeringsakkoord?
Zo nee, waarom niet? Wat bent u bereid te doen om het Nederlandse bedrijfsleven te
beschermen tegen onteigeningen zonder compensatie?
Antwoord 9
Nee, Zuid-Afrika staat op dit moment niet open voor het afsluiten van een nieuw investeringsakkoord.
Nederland blijft bereid in overleg te treden over een nieuw investeringsakkoord, indien
Zuid-Afrika daartoe een opening biedt. Daarnaast dringt Nederland bij Zuid-Afrika
aan op eerlijke compensatie bij eventuele landonteigeningen.
Vraag 10
Herinnert u zich uw antwoorden op vragen van het lid Van Helvert8 over de toenemende onzekerheid van eigendom en investeringen in Zuid-Afrika?
Antwoord 10
Ja.
Vraag 11
Zijn de zorgen van Europese en Nederlandse ondernemers in Zuid-Afrika op het hoogste
niveau onder de aandacht gebracht, zoals tijdens het EU-Zuid-Afrika topoverleg in
2018 en daarna? Met welk resultaat tot nu toe?
Antwoord 11
Ja, deze zorgen zijn tijdens de bilaterale consultaties uitgebreid besproken. Ik heb
onder andere aandacht gevraagd voor problemen met het verkrijgen van werkvisa, handelsbelemmeringen
m.b.t. kippenvlees en bevroren aardappelproducten en mogelijke landonteigening zonder
compensatie. Deze zorgen zijn ook overgebracht tijdens een bezoek van de directeur-generaal
Buitenlandse Economische Betrekkingen in november 2019.
Het aantrekken van buitenlandse investeringen is voor Zuid-Afrika een prioriteit.
Zuid-Afrika herziet momenteel bestaande immigratiewetgeving en heeft toegezegd de
zorgen over het verkrijgen van werkvisa te willen adresseren.
De importrestricties die golden voor Nederlands kippenvlees (sanitaire standaarden)
zijn inmiddels opgeheven, waardoor de export kan worden hervat. Met de EU wordt nog
onderhandeld over de importtarieven. De anti-dumpingmaatregelen op bevroren aardappelproducten
en kippenproducten worden momenteel herzien. Er is nog geen duidelijkheid over de
uitkomst hiervan.
Vraag 12
Wat is er gebeurd met de zorgen over het (discriminatoire) Broad-Based Black Economic
Empowerment-beleid, dat Europese investeringen afschrikt, door de beleidsonzekerheid,
de recente strengere eisen voor «black ownership» en de daaruit voortvloeiende (hoge)
kosten?
Antwoord 12
Tijdens het bezoek van de directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen
in november 2019 zijn zorgen rondom het Broad-Based Black Economic Empowerment (BBBEE)-beleid
uitgebreid overgebracht aan het Zuid-Afrikaanse ministerieel en hoog-ambtelijk niveau.
Er is besproken dat Nederlandse bedrijven de noodzaak erkennen om de gevolgen van
apartheid aan te pakken, maar dat zij problemen ondervinden met de wisselende interpretatie
van de regels door verschillende organisaties. In bredere zin zijn ook maatregelen
besproken waardoor Zuid-Afrika een hogere notatie op de Ease of Doing Business index
van de Wereldbank kan bereiken, wat ook hoog op de agenda van de president van Zuid-Afrika
staat. Zo raadde Nederland aan om in te zetten op het verhogen van de rechtszekerheid
voor bedrijven, concurrentievoorwaarden te verbeteren en zorg te dragen voor betrouwbare
politieke en economische kaders voor investeringen.
Vraag 13 en 16
Heeft u bij uw bezoek aandacht gevraagd voor de «Plaasmoorde», de brute aanvallen
op blanke boeren en het falende optreden van de Zuid-Afrikaanse autoriteiten? Zo nee,
waarom niet?
Bent u bereid om de landonteigening en de Plaasmoorde binnen de EU te agenderen in
de relaties met Zuid-Afrika en de Afrikaanse Unie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13 en 16
Ik heb in de bilaterale consultaties aandacht gevraagd voor de schrikbarend hoge criminaliteitscijfers
in Zuid-Afrika. Zuid-Afrika kent een hoog moordcijfer. Het overgrote deel van de moorden
wordt gepleegd in townships en informele nederzettingen in en rond de steden, maar
een klein deel treft ook het platteland waarbij zowel witte als zwarte boeren en arbeiders
op boerenbedrijven onder de slachtoffers te betreuren zijn. Het optreden tegen de
criminaliteit is primair een zaak van de Zuid-Afrikaanse justitie, en is door de Zuid-Afrikaanse
regering als prioriteit aangemerkt.
Ik zal binnen de EU in de relatie met Zuid-Afrika aandacht blijven vragen voor de
criminaliteitscijfers en de veiligheidssituatie in Zuid-Afrika en het effect daarvan
op het investeringsklimaat. Nederland heeft eerder ook landonteigening zonder compensatie
geagendeerd binnen de Europese Unie. Dit wordt (net als de criminaliteitscijfers)
meegenomen in de relaties met Zuid-Afrika.
Vraag 14
Hoe beoordeelt u het optreden van president Ramaphosa9, die oud-president van Zimbabwe, Mugabe, die de blanke boeren heeft laten verjagen
en vermoorden, als een held vereerd heeft?
Antwoord 14
Ik heb aangegeven met zeer gemengde gevoelens terug te denken aan de overleden Zimbabwaanse
oud-president Mugabe. Enerzijds heeft Mugabe een leidende rol gespeeld in de onafhankelijkheid
van Zimbabwe, waardoor hij in veel Afrikaanse landen als held wordt gezien. Ik neem
er kennis van dat veel Afrikaanse leiders zich daar positief over hebben uitgelaten.
Anderzijds was Mugabe uiteraard verantwoordelijk voor een zeer bedenkelijk regime
dat grote schade aan het land heeft toegebracht. Nederland heeft het beleid van dat
regime, onder meer ten aanzien van mensenrechten en illegale toe-eigening van land,
altijd in duidelijke taal veroordeeld.
Vraag 15
Deelt u de vrees dat de voorgenomen landonteigening, in combinatie met het extreme
geweld tegen blanke boeren, kan uitmonden in dezelfde rampzalige toestanden zoals
in Zimbabwe, waarbij de voedselvoorziening, voedselkwaliteit en veiligheid in gevaar
komen?
Antwoord 15
Nee, een scenario zoals in Zimbabwe is onwaarschijnlijk. De Zuid-Afrikaanse regering
heeft expliciet aangegeven een dergelijk scenario te willen voorkomen. President Ramaphosa
heeft publiekelijk benadrukt dat het proces van landhervorming niet ten koste mag
gaan van de voedselvoorziening of economische groei. Zuid-Afrika kent daarnaast een
sterk en onafhankelijk rechtssysteem.
Vraag 17
Is het waar dat het Afrikaans, een officiële taal in Zuid-Afrika, die sterk en nauw
verwant is met het Nederlands, onder druk staat?
Antwoord 17
Het Afrikaans is een van de 11 officiële talen van Zuid-Afrika. Het Afrikaans heeft
in het verleden – als enige taal naast het Engels – een groot aantal voorzieningen
(scholen, rechtstaal, media) opgebouwd die de negen andere talen (de «Afrikatalen»)
niet hebben. Momenteel wordt door de huidige Afrikaanse regering een hogere prioriteit
toegekend aan de ontwikkeling van de oorspronkelijke Afrikaanse talen, die net als
het Afrikaans druk ondervinden van het Engels als meest gebruikte taal in het publieke
domein.
Vraag 18
Bent u ook verheugd over de overeenkomst10 die de Nederlandse Taalunie en de Afrikaanse Taalraad, een verbond van veertig organisaties
die zich inzetten voor het Afrikaans, op 30 januari jl. hebben getekend om kennis
en ervaring uit te wisselen en samen te werken om het Nederlands en het Afrikaans
te bevorderen?
Antwoord 18
Ja. Dergelijke overeenkomsten dragen er toe bij dat de Taalunie en de Afrikaanse Taalraad,
en de organisaties die bij deze koepels betrokken zijn, elkaar beter weten te vinden
en er beter in slagen om kennis en expertise uit te wisselen. De overeenkomst geeft
verdere invulling aan de intentieverklaring tot samenwerking, die in 2010 door de
Taalunie en de Zuid-Afrikaanse regering werd ondertekend.
Vraag 19
Op welke wijze wil het kabinet hier invulling aan geven? In hoeverre biedt internationale
culturele samenwerking met Zuid-Afrika op dit punt kansen en mogelijkheden?
Antwoord 19
Nederland en Zuid-Afrika hebben een sterke culturele samenwerking, gebaseerd op onze
gedeelde geschiedenis. Vanuit het internationaal cultuurbeleid zijn er kansen en mogelijkheden
om, onder meer via het cultuurprogramma van de ambassade, aandacht te schenken aan
taal in relatie tot kunst en cultuur. De regering geeft zelf niet specifiek invulling
aan samenwerking op het gebied van taal, maar laat dit via de Taalunie lopen.
Vraag 20
In hoeverre werkt de Zuid-Afrikaanse overheid mee aan samenwerking met de Nederlandse
Taalunie? Klopt het dat Zuid-Afrika in 2014 aangegeven heeft de gezamenlijke intentieverklaring
tot samenwerking uit 2010 te betreuren en af te willen zien van verdere samenwerking11? Zo ja, waarom?
Antwoord 20
In januari 2014 verscheen een bericht in de Zuid-Afrikaanse pers waarin melding werd
gemaakt van het feit dat de Zuid-Afrikaanse regering de intentieverklaring met de
Nederlandse Taalunie zou betreuren. Dit bericht is nooit bevestigd door de Zuid-Afrikaanse
regering, die hierover door de ambassade en de Vlaamse vertegenwoordiging is bevraagd.
Vraag 21
Bent u bereid de Zuid-Afrikaanse regering te attenderen op het belang van het behoud
en bescherming van het Afrikaans? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 21
Nee. Welke taal of welke talen in Zuid-Afrika worden gesproken, en wat hun onderlinge
verhouding is, is een aangelegenheid van de Zuid-Afrikaanse regering. Wel steunt de
Nederlandse regering via de Taalunie programma’s en projecten rond talige infrastructuur,
taalonderwijs en talige cultuur van het Afrikaans in Zuid-Afrika.
Vraag 22
Bent u bereid een verslag van uw reis aan de Kamer te doen toekomen?
Antwoord 22
In antwoord op vraag 1 heb ik een uitgebreide toelichting gegeven op mijn bezoek.
Hiermee ben ik m.i. tegemoet gekomen aan dit verzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.