Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Madlener over het bericht “‘Duidelijke toename’ van boeren die stap naar het buitenland overwegen”
Vragen van het lid Madlener (PVV) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht ««Duidelijke toename» van boeren die stap naar het buitenland overwegen» (ingezonden 16 januari 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 maart
2020)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Duidelijke toename» van boeren die stap naar het buitenland
overwegen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel boeren zijn de afgelopen vijf jaar geëmigreerd?
Antwoord 2
Er zijn weinig exacte gegevens over emigrerende boeren(gezinnen) aangezien dit niet
eenvoudig vast te stellen is. Op basis van een koppeling tussen gegevens uit de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens en gegevens uit de gecombineerde opgave (landbouwtelling)
heeft het CBS de volgende cijfers ter beschikking gesteld: in de jaren 2010 tot en
met 2015 zijn in totaal 100 boeren gemigreerd. In 2016 zijn 5 boeren gemigreerd. Recentere
cijfers zijn momenteel niet beschikbaar. Het reële aantal ligt vermoedelijk hoger
– zo spreken marktpartijen die emigrerende boeren begeleiden van «enkele tientallen»
per jaar.
Bovenstaande emigratiecijfers van het CBS hebben alleen betrekking op boeren in Nederland
die hun bedrijf hier beëindigd hebben en een nieuwe start in het buitenland hebben
gemaakt. Zo laten deze cijfers geen emigrerende zonen en dochters van boeren zien
die een bedrijf in het buitenland opzetten (zonder dat er bedrijfsbeëindiging in Nederland
plaatsvindt). Daarnaast zijn er gevallen bekend van nevenbedrijven die in het buitenland
worden opgezet. In deze gevallen spreken we van «semigratie» en dat zit ook niet in
deze cijfers.
Zie ook antwoorden op vragen van het lid Lodders (VVD) van 4 juni 2019 over het bericht
«Hier heeft Bram geen toekomst»2.
Vraag 3
Hoeveel boeren overwegen Nederland te verlaten?
Antwoord 3
Het is mij niet bekend hoeveel boeren overwegen Nederland te verlaten.
Vraag 4
Welke landen zijn het populairst bij vertrekkende boeren?
Antwoord 4
Uit de hierboven genoemde cijfers van het CBS blijkt dat Duitsland, België en Canada
het meest populair zijn bij vertrekkende boeren.
Vraag 5
Wat zijn de oorzaken dat veel vooral jongere boeren Nederland verlaten en wordt hier
onderzoek naar gedaan?
Antwoord 5
Over de leeftijd en beweegredenen van emigrerende boeren is geen harde informatie
voorhanden en het is ons niet bekend dat daar momenteel onderzoek naar gedaan wordt.
Ten algemene blijken in de praktijk echter vele redenen voor emigratie te noemen,
waaronder de fysieke beperkingen waar een bedrijf mogelijk tegenaan loopt als het
in Nederland wil uitbreiden.
Vraag 6
Vindt u het vertrek van veel boeren ook een zorgelijke ontwikkeling?
Antwoord 6
Emigratie van boeren is iets van alle tijden, wordt gedreven door verschillende motieven
en kent vele vormen. Er zijn bijvoorbeeld ook boeren die hun bedrijf in Nederland
aanhouden en in het buitenland een nevenvestiging opzetten, de zogenaamde «semigranten».
Vraag 7
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat jonge boeren hun toekomst weer in Nederland
zien?
Antwoord 7
Ik vind het belangrijk dat (jonge) boeren een goed inkomen kunnen verdienen, dat zij
kunnen innoveren en dat zij gezonde bedrijven in stand kunnen houden en door kunnen
geven. Dat is ook een van de doelen uit de LNV-visie. Zo zet ik mij onder andere in
om de positie van de boer in de keten te versterken (Kamerstuk 28 625, nr. 257) en heb ik met het bedrijfsovernamefonds financiële ruimte gecreëerd om op het moment
van en vlak na bedrijfsovername te investeren in duurzame bedrijfsontwikkeling. Ondersteuning
van het bedrijfsovernameproces door middel van coaching en versterking van het agrarisch
ondernemerschap door opleiding vergroten het toekomst- en continuïteitsperspectief
voor jonge boeren. Een nadere uitwerking van de versterking van de economische positie
van boeren en tuinders volgt in de brief over het Realisatieplan van de LNV-visie
welke binnenkort naar uw Kamer wordt gestuurd.
Het bieden van toekomstperspectief aan jonge boeren is niet alleen iets voor de overheid.
Dat is iets wat we met zijn allen als maatschappij moeten doen, overheden, ketenpartners
en consumenten. Toekomstperspectief binnen de grenzen van wat de aarde ons nog kan
geven is mede afhankelijk van de maatschappelijke en financiële waardering die we
boeren geven voor het voedsel dat ze produceren.
Vraag 8
Wat betekent de emigratie van de boeren voor de leefbaarheid van het platteland?
Antwoord 8
De aanwezigheid van agrarische bedrijvigheid is een belangrijke factor voor de leefbaarheid
van het platteland. Die bedrijvigheid loopt terug al langere tijd terug. Er zijn verschillende
redenen waarom boeren stoppen. In de meeste gevallen is dat omdat er geen bedrijfsopvolger
is of onvoldoende toekomstperspectief en in een enkel geval omdat een boer besluit
te emigreren. De toekomstbestendigheid van een economisch vitaal, leefbaar en ecologisch
duurzaam platteland heeft de aandacht van dit kabinet. Een belangrijk voertuig daarbij
is het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland en de daaruit vloeiende samenwerkingsafspraken
die Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen juli 2018 ondertekenden. Ik heb uw
Kamer op 20 december 2019 (Kamerstuk 29 576, nr. 89) geïnformeerd over de laatste stand van zaken bij de uitwerking van dit programma.
Vraag 9
Wat betekent de emigratie van de boeren voor de concurrentiepositie van Nederland?
Antwoord 9
Ik heb geen reden aan te nemen dat de emigratie van boeren de concurrentiepositie
van Nederland direct beïnvloedt, omdat het aantal emigrerende boeren op het totaal
aantal boeren gering is.
Vraag 10
Wat voor gevolgen heeft de emigratie van de boeren op schaalvergroting in de landbouw?
Antwoord 10
Wat de gevolgen van emigratie van boeren zijn op de schaalvergroting, valt niet te
zeggen, en is mede afhankelijk van de bedrijfstak en de vorm. In het geval van semigratie
bijvoorbeeld, vindt de uitbreiding van de agrarische activiteiten van een bedrijf
plaats buiten Nederland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.