Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht ‘Amsterdamse school is 5600 euro parkeergeld kwijt per docent’
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media over het bericht «Amsterdamse school is 5.600 euro parkeergeld kwijt per docent» (ingezonden 11 februari 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 3 maart
2020)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Amsterdamse school is 5.600 euro parkeergeld kwijt
per docent»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat docenten in Amsterdam, maar ook in andere grote steden, steeds
lastiger met de auto op hun werk kunnen komen en daarvoor diep in de buidel moeten
tasten? Kunt u een overzicht geven van de kosten die een leraar in het funderend onderwijs
gemiddeld kwijt is aan parkeerkosten in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag?
Antwoord 2
Ik kan dit beeld niet staven aan feitelijke informatie, omdat hierover geen (onderzoek)gegevens
beschikbaar zijn. In bredere context is natuurlijk wel bekend dat zeker in bepaalde
stadswijken in de grote steden de kosten voor parkeren hoog kunnen zijn.
Het gevraagde overzicht is niet te geven omdat landelijk noch lokaal gegevens bekend
zijn. Daarbij komt dat het al dan niet verstrekken van een tegemoetkoming aan een
werknemer in eventuele parkeerkosten, een afweging is die gemaakt wordt door de werkgever.
Op basis van de vigerende cao primair onderwijs heeft een werknemer vanaf een bepaalde
afstand woning-werk (voor een reguliere leerkracht is dat 7,1 km) recht op een forfaitaire
vergoeding in de reiskosten.
Overigens is het in het artikel van de Telegraaf genoemde bedrag van 5.600 euro gebaseerd
op een maximaal scenario zonder parkeervergunning, waarbij een leraar 5 dagen in de
week, 40 weken lang, iedere dag € 28 betaalt. Bij een parkeervergunning zijn de kosten
hiervoor substantieel lager, namelijk 424 euro per jaar in de wijk waarin de genoemde
school staat. De betreffende school die in het Telegraafartikel genoemd wordt, geeft
aan geen gebruik te maken van de volledige door de gemeente geboden vergunningsmogelijkheden.
Dit omdat inmiddels kosteloos gebruik kan worden gemaakt van een aangeboden, nabij
gelegen particuliere parkeerfaciliteit.
Vraag 3
Hoeveel scholen bieden een vergoeding aan leraren in het funderend onderwijs voor
betaald parkeren aan? Hoeveel kosten zijn scholen hier gemiddeld aan kwijt in Amsterdam,
Rotterdam, Utrecht en Den Haag?
Antwoord 3
Hierover zijn geen gegevens beschikbaar. In de jaarrekeningen van schoolbesturen is
hiervoor geen aparte post opgenomen, zodat er geen inzicht is voor wat betreft kosten
en vergoedingen inzake parkeerlasten. Zie verder het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Welke andere steden hebben te maken met parkeerkosten voor docenten?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Zijn parkeerkosten of het niet krijgen van een parkeervergunning reden voor docenten
om niet voor de betreffende school te kiezen? Welke invloed heeft dit op het lerarentekort
in de vier grote steden?
Antwoord 5
De redenen om te kiezen voor een bepaalde school zijn divers en kunnen een combinatie
van factoren zijn. Parkeerkosten en het niet verkrijgen van een parkeervergunning
kunnen daarin ook een rol spelen. Er is geen onderzoek voorhanden over de afweging
die leraren op dit punt maken. De gemeente Amsterdam is met de schoolbesturen aldaar
in gesprek over mobiliteitsbeleid en het in kaart brengen van het woon-werkverkeer
van leraren. Amsterdam voert in het kader van het lerarentekort sinds enkele jaren
specifiek beleid voor het beschikbaar stellen van extra parkeervergunningen,
Vraag 6
Welk geld gebruiken scholen om hun leraren te compenseren voor de parkeerkosten? Is
dit geld dat anders besteed zou worden aan het verbeteren van onderwijskwaliteit of
een verlaging van de werkdruk van leraren?
Antwoord 6
Hierover zijn geen gegevens beschikbaar. Zie antwoorden op vraag 2.
Vraag 7
Herkent u het beeld van schoolbestuurders dat de problemen rondom parkeren in de toekomst
nog groter worden omdat stadsbesturen, zoals in Amsterdam, ervoor kiezen meer auto’s
uit het straatbeeld te verwijderen? Hoeveel onderwijsgeld wordt hier de komende jaren
naar verwachting aan besteed? Kunt u dit uitsplitsen per grote stad en ook een totaaloverzicht
geven?
Antwoord 7
De meeste grote steden hebben autoluwe ambities. Mijn beeld is dat deze gemeenten
in hun auto- en parkeerbeleid rekening houden met knelpunten in de vervoersmodaliteiten
voor onderwijspersoneel dat buiten de gemeente woont en in gemeente werkzaam is. De
gemeente Amsterdam stelt bijvoorbeeld in het kader van het lerarentekort middelen
beschikbaar voor het verstrekken van tijdelijke extra parkeervergunningen voor scholen.
Deze maatregel wordt momenteel geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten besluit het
college van B&W voor de zomer van dit jaar over de wijze van voortzetting van het
beschikbaar stellen van extra parkeervergunningen. De gemeenten Den Haag en Rotterdam
investeren eveneens in de verruiming van extra parkeervergunningen voor leraren. In
wijken waar overdag op werkdagen parkeergelden worden geheven, kan een beroep worden
gedaan op één parkeervergunning per twee leraren die werkzaam zijn op een in die wijk
gelegen school. De gemeente Utrecht stimuleert andere vormen van mobiliteit in overleg
met de schoolbesturen. Dit geldt overigens ook voor de andere drie gemeenten.
Zoals hierover al aangeven zijn er geen gegevens beschikbaar over parkeerkosten en
vergoedingen in het primair onderwijs. Het gevraagde totaaloverzicht, alsmede de uitsplitsing
per grote stad is daarom niet te geven.
Vraag 8
Herinnert u zich de brief «Lerarentekort po en (v)so-scholen in de G4» van 21-01-2020
namens de onderwijswethouders uit Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag, waarin
ze vragen om een stedentoelage voor leerkrachten in het primair en speciaal onderwijs
en «het bieden van ruimte aan onorthodoxe maatregelen»?2 Ziet u mogelijkheden voor deze wethouders om «onorthodoxe maatregelen» te nemen zoals
gratis parkeren voor docenten in hun stad? Bent u van plan om een stedentoelage toe
te zeggen, als die gebruikt kan gaan worden om daarmee de stijgende parkeerkosten
te betalen?
Antwoord 8
Ja, die brief is mij bekend. Het parkeerbeleid in zijn algemeenheid en in het bijzonder
als instrument voor het werven en behoud van personeel in het onderwijs, is een lokale
aangelegenheid. Hierin past mij een terughoudende opstelling. Over de stedentoelage
heb ik mijn standpunt gegeven in het plenaire debat in uw Kamer over het lerarenbeleid
van 19 februari jl.
Vraag 9
Deelt u de mening dat onderwijsgeld besteed zou moeten worden aan onderwijs en niet
besteed zou moeten worden aan gemeentebesturen, die belachelijk hoge parkeerkosten
vragen aan hardwerkende docenten?
Antwoord 9
De rijksbekostiging dient door een schoolbestuur besteed te worden aan het doel waarvoor
het is bestemd: ten behoeve van de scholen voor het bieden onderwijs (zie bijvoorbeeld
artikel 148 van de Wet op het primair onderwijs). Hieronder vallen ook, binnen hetgeen
maatschappelijk aanvaardbaar is, vergoedingen in het kader van door het bestuur als
werkgever voor haar werknemers vastgestelde beleid inzake kosten voor woon-werkverkeer.
Dit kan aanvullend zijn op de verplichtingen die ter zake voortvloeien uit de vigerende
cao.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.