Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diertens over de berichten Italië neemt drastische stappen na grote uitbraak coronavirus en Uitbraak coronavirus in Noord-Italië geen extra maatregelen in Nederland
Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over de berichten «Italië neemt drastische stappen na grote uitbraak coronavirus» en «Uitbraak coronavirus in Noord-Italië, geen extra maatregelen in Nederland» (ingezonden 25 februari 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 2 maart 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichten «Italië neemt drastische stappen na grote uitbraak
coronavirus» en «Uitbraak coronavirus in Noord-Italië, geen extra maatregelen in Nederland»?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat de melding van Noord-Italië dat er inmiddels 220 besmette
personen zijn een sterke afwijking betekent van de statistieken die tijdens de technische
briefing van donderdag 20 februari jl. aan de Kamer zijn gepresenteerd, waarin werd
gesteld dat het aantal besmette personen in Europa beperkt bleef tot minder dan 50?
Antwoord 2
Het klopt dat het aantal besmette personen met het nieuwe coronavirus iedere dag in
ontwikkeling is. Dat de cijfers van vandaag afwijken van die van enkele dagen of een
week geleden is daarom verklaarbaar. Op basis van de nieuwste cijfers van het Europese
Centrum voor Preventie en Infectieziektebestrijding (ECDC) kan worden gesteld dat
het aantal nieuwe besmettingen met het nieuwe coronavirus in China de afgelopen week
– met een uitzondering van een kleine toename in het weekend van 29 maart – blijft
dalen. In Noord-Italië is het aantal besmettingen – volgens de cijfers van het ECDC
van 2 maart 2020 – inmiddels opgelopen tot 1.689.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat het zorgelijk is dat er geen epidemiologische link van contact
of reishistorie lijkt te zijn tussen de COVID-19 (coronavirus disease 2019) uitbraak
in Noord-Italië en de uitbraak in China?
Antwoord 3
Dat het in Italië niet duidelijk is wat de epidemiologische link van contact is tussen
de eerste patiënt in Italië en China maakt het lastig om het virus te isoleren.
In Noord-Italië worden daarom op dit moment rigoureuze maatregelen genomen en wordt
zeer hoog ingezet om de uitbraak in te dammen. Het ECDC merkt op dat dit de waarschijnlijkheid
van verdere verspreiding kan verminderen, maar niet kan uitsluiten zoals ook is gebleken.
De uitbraak in Italië gaat nog gepaard met een hoge mate van onzekerheid en onvoorspelbaarheid,
omdat de huidige situatie dynamisch is. Ik volg de situatie daar dus op de voet en
neem zo nodig maatregelen.
Vraag 4
Wordt er op dit moment een onderzoek verricht naar een verklaring hoe de uitbraak
in Noord-Italië in schijnbaar isolement kan zijn ontstaan? Indien dit niet het geval
is, bent u van plan een dergelijk onderzoek te laten verrichten?
Antwoord 4
Italië is zelf verantwoordelijk om onderzoek te doen naar patiënt nul. Dit doen zij
in de vorm van bron- en contactonderzoek. Daarnaast neemt Italië rigoureuze maatregelen
om de uitbraak in te dammen. Ten slotte heeft Italië een missie van de WHO en het
ECDC gezamenlijk aanvaard ter ondersteuning. Deze missie is ook gericht op het kennis
vergaren van de transmissie bij de eerste casussen.
Vraag 5
Bent u het eens met de opmerking van de directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO), dat we nu gebruik moeten maken van de kans (of «window of opportunity») om
de uitbraak in te perken door stellige actie te ondernemen?3 Vindt u ook dat preventie een groot onderdeel zou moeten zijn van onze strategie
omtrent het inperken van het virus?
Antwoord 5
Ik ben het ermee eens dat de landen waar patiënten met het nieuwe coronavirus verblijven
stellig actie moeten ondernemen om de uitbraak zo snel mogelijk te beperken.
Mensen kunnen zelf belangrijke preventieve maatregelen nemen om besmetting met het
nieuwe coronavirus te voorkomen. Deze maatregelen gelden voor alle virussen die griep
en verkoudheid kunnen veroorzaken en zijn simpel, namelijk: 1) was regelmatig je handen,
2) hoest en nies in de binnenkant van je elleboog en 3) gebruik papieren zakdoekjes.
Daarnaast worden mensen geïnformeerd die uit de aangedane gebieden komen om bij klachten
direct contact op te nemen met de huisarts, om vertraging in het identificeren van
mogelijke besmettingsgevallen te voorkomen. Ten slotte worden mensen geadviseerd die
in één van de gebieden zijn geweest waar het coronavirus heerst en luchtwegklachten
hebben om thuis te blijven. Ook wanneer zij dus nog geen koorts hebben. Worden de
klachten erger, dan kunnen zij telefonisch contact opnemen met de huisarts.
Vraag 6
Met betrekking tot preventie, worden er op dit moment stappen gezet om preventief
te testen op het COVID-19 virus om te voorkomen dat iemand die wellicht geen symptomen
vertoont maar wel drager is, anderen kan besmetten? Indien dit niet zo is, bent u
van plan hier stappen op te ondernemen?
Antwoord 6
Het preventief testen van mensen heeft geen zin. Volgens de wetenschappelijke inzichten
van het RIVM geeft dit namelijk geen zekerheid. Mocht iemand besmet zijn, dan is er
de eerste dagen nog onvoldoende virus in het lichaam aanwezig. De test toont dan niet
aan dat je besmet bent met het nieuwe coronavirus. Daarom wordt pas getest op aanwezigheid
van het virus als mensen klachten hebben en uit een risicogebied komen. Daarnaast
zijn in de afgelopen periode enkele aanvullingen gedaan bij mensen waarbij ook overwogen
kan worden een test uit te voeren. Op 24 februari heb ik uw Kamer bericht dat het
RIVM adviseert aan ziekenhuizen om diagnostiek naar het nieuwe coronavirus te overwegen
bij patiënten met een longontsteking, zonder duidelijke aanleiding en/of die niet
reageren op de empirische therapie (onbegrepen pneumonie). Ook informeer ik u separaat
op 2 maart dat ik het advies heb overgenomen van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg.
Het BAO adviseerde mij om in het ziekenhuis diagnostiek naar COVID-19 in te zetten
als dat op grond van de ernst van het ziektebeeld of in het kader van de behandeling
noodzakelijk wordt geacht.
Vraag 7, 8
Klopt het dat de asymptotische infectieuze incubatietijd van de COVID-19 inmiddels
is bijgesteld tot 28 dagen, en niet 14 dagen zoals eerder werd geschat?
Indien dit klopt, is het quarantainebeleid en de controle op mensen die naar Nederland
komen vanuit een risicogebied hierop aangepast? Zo ja, kunt u toelichten op wat voor
manier dit is gebeurd?
Antwoord 7, 8
Het RIVM gaat, op basis van gegevens van onder andere het ECDC, nog altijd uit van
een gemiddelde incubatietijd van 7 dagen, met een maximaal van 14 dagen. Deze incubatietijd
is berekend met gegevens van veel patiënten. Deze varieert van 2 tot 12 dagen. Voor
de zekerheid wordt daarom 14 dagen aangehouden. Mocht er iemand melding maken van
een langere incubatietijd, zou er sprake kunnen zijn van een onopgemerkt contact dat
tussendoor plaatsvond, waardoor de incubatietijd langer lijkt.
Het isolatiebeleid en de monitoring van mensen die naar Nederland komen vanuit een
risicogebied hoeft dus niet te worden aangepast.
Vraag 9
Zijn Nederlandse ziekenhuizen op dit moment voldoende voorbereid op een eventuele
uitbraak van het COVID-19 virus?
Antwoord 9
De Nederlandse ziekenhuizen zijn voorbereid op een eventuele uitbraak van een virus.
Ziekenhuizen treffen elk jaar in het griepseizoen passende maatregelen ter voorbereiding
op een griepepidemie. Zij kijken hierbij onder meer naar hoe de beschikbare capaciteit
zo optimaal mogelijk kan worden ingezet.
Specifiek voor COVID-19 geldt dat ziekenhuizen op basis van de actuele situatie door
het RIVM geïnformeerd worden over de ontwikkelingen rond het nieuwe coronavirus. De
ontwikkelingen volgen elkaar evenwel snel op. Ziekenhuizen zijn op de hoogte van de
protocollen hoe moet worden omgegaan met een verdenking van het virus en met een patiënt.
Ook beschikken zij over draaiboeken. Hierbij geldt natuurlijk steeds dat er aanleiding
moet zijn het protocol in werking te laten treden. De afgelopen weken is er door de
ziekenhuizen hard gewerkt aan de voorbereiding op een mogelijke COVID-19 patiënt.
De ziekenhuizen zijn hierbij gevraagd om eventuele dreigende tekorten van persoonlijke
beschermingsmiddelen te melden in het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) zodat eventuele
knelpunten snel in onderlinge samenwerking aangepakt kunnen worden. Uiteraard volg
ik de ontwikkelingen nauwgezet.
Vraag 10, 11
Hebben Nederlandse ziekenhuizen op dit moment voldoende voorraden mondkapjes en wordt
er met deze voorraden ook geanticipeerd op een eventuele uitbraak van het virus? Is
er een nationale, centrale voorraad van mondkapjes waar alle ziekenhuizen zich op
kunnen beroepen indien dit nodig zou blijken?
Indien de voorraden op dit moment niet toereikend zijn, bent u van plan hier stappen
op te ondernemen? Zo ja, kunt u toelichten welke stappen?
Antwoord 10, 11
Via het Regionaal Overleg Acute Zorg en de koepels van de ziekenhuizen, huisartsen,
huisartsenposten en regionale ambulancevoorzieningen houd ik de beschikbaarheid van
beschermingsmiddelen goed in de gaten. Ik heb op dit moment geen signalen dat zich
acute tekorten aan beschermingsmateriaal voordoen in de ziekenhuizen.
Het huidige beeld is dat de vraag naar beschermingsmateriaal is toegenomen, maar dat
leveranciers er, op een enkele uitzondering, in slagen te kunnen voorzien in de sterk
toegenomen vraag, al zijn sommige bestellingen soms vertraagd. Daarnaast geven de
meeste leveranciers aan in eerste instantie voorrang te geven aan partijen met wie
zij al contracten hebben en lopen, en niet of nauwelijks nieuwe contracten af te sluiten.
Hiermee proberen zij om zo goed mogelijk te kunnen voldoen aan lopende contracten.
Veel zorgaanbieders bereiden zich in deze periode sowieso al voor op een griepepidemie
en hebben daar hun voorraden ook op aangepast. Belangrijk voor zorgaanbieders is om
niet meer te bestellen dan voor reguliere gebruik noodzakelijk is.
Afspraak is dat zorginstellingen bij een tekort eerst proberen om onderling een oplossing
te zoeken, en verder om zorgvuldig met hun materiaal om te gaan om zo verspilling
te voorkomen. Pas als het een zorginstelling niet lukt om op deze manier het tekort
op te lossen, kan ik contact opnemen met de betreffende branchevereniging en fabrikant,
om te kijken of er nog een gerichte oplossing mogelijk is. Maar voorop staat dat ziekenhuizen
eerst proberen elkaar te helpen.
Ik verken daarnaast of Nederland via een Europese offerteprocedure een beperkte voorraad
extra beschermingsmiddelen kan bestellen. Daarmee zouden tijdelijke leveringsproblemen
van beschermingsmiddelen die het direct gevolg zijn van de uitbraak van het nieuwe
coronavirus, kunnen worden overbrugd. Het gebruik en de distributie daarvan zal dan
regionaal georganiseerd worden via de directeuren publieke gezondheid van de GGD en
GHOR. Deze Europese procedure moet nog starten en is daarom geen oplossing voor de
korte termijn.
Vraag 12
Kunt u toelichten wat naar uw mening de consequenties zouden kunnen zijn van een tekort
aan mondkapjes in Nederland? Kan er dan nog steeds veilig geopereerd worden, of komt
de veiligheid van patiënten dan in gevaar?
Antwoord 12
Het is belangrijk om te benadrukken dat er verschillende typen mondmaskers zijn.
Het chirurgisch mondneusmasker beschermt de patiënt tegen ziekteverwekkers uit de neus of mond van medewerkers,
bijvoorbeeld tijdens een operatie. Daarnaast beschermt het de medewerker voor het
aanraken met de handen of de handschoenen aan eigen mond of neus.
Het ademhalingsbeschermingsmasker beschermt de gebruiker tegen ziekteverwekkers die via de lucht verspreid kunnen worden.
Vooral de ademhalingsbeschermingsmaskers worden gebruikt bij de bescherming tegen
bijvoorbeeld het griepvirus, maar ook andere ziekteverwekkers zoals de MRSA-bacterie.
Een eventueel tekort aan ademhalingsbeschermingsmaskers leidt er dus niet direct toe
dat operaties geen doorgang meer kunnen vinden, omdat hiervoor andere typen maskers
worden gebruikt. Wel heb ik signalen dat ook de vraag naar chirurgische maskers de
afgelopen periode is toegenomen.
Vraag 13
Zijn er op dit moment voldoende intensivecarebedden met een hoog-beveiligde quarantainetechnologie
in Nederlandse ziekenhuizen mocht er een uitbraak plaatsvinden? Zo niet, bent u van
plan hier stappen in te ondernemen en kunt u toelichten hoe die stappen er uit zouden
zien?
Antwoord 13
Zoals ik in mijn Kamerbrief van 31 januari jl.4 heb aangegeven, blijkt uit een inventarisatie van de ziekenhuizen dat er in Nederland
tenminste 250 bedden beschikbaar zijn om patiënten op de intensive care in isolatie
op te vangen.
Met het aantal besmettingen waar we nu mee te maken hebben, beschikken wij momenteel
over voldoende capaciteit. Mocht er een grootschalige uitbraak plaatsvinden dan treffen
de ziekenhuizen passende maatregelen om deze patiënten op te vangen. Wat er in geval
een uitbraak exact nodig zou zijn, hangt af van de ernst en omvang van de uitbraak,
welke patiënten hierdoor geraakt worden, op welke wijze het virus zich bij hen manifesteert
en ook welke behandeling daarvoor het meest effectief is. Het is vooraf niet vast
te stellen dat alle patiënten strikt geïsoleerde IC-zorg nodig hebben. Op basis van
medisch inhoudelijk criteria wordt besloten welke zorg nodig is voor de patiënt. Eventuele
dreigende tekorten in capaciteit worden besproken in het Regionaal Overleg Acute Zorg
(ROAZ) en tussen de ROAZ’en. Tijdens het Bestuurlijke Afstemmings Overleg is afgesproken
dat onder leiding van de directeuren Publieke Gezondheid de verschillende draaiboeken
voor een grootschalige uitbraak op elkaar worden afgestemd.
Vraag 14
Kunt u toelichten welke maatregelen er zijn genomen om artsen en verpleegkundigen
in Nederlandse ziekenhuizen voor te bereiden op een eventuele uitbraak van het virus?
Wordt medisch personeel voldoende getraind om besmetting bij henzelf te voorkomen
en zo ja, op welke manier?
Antwoord 14
In hun werk hebben artsen en verpleegkundigen dagelijks te maken met besmettelijke
aandoeningen waarmee zij in aanraking komen. Zij werken daarom met protocollen en
worden er regulier in getraind om hiermee om te gaan zodat ze veilig hun werk kunnen
doen. Het RIVM informeert zorgprofessionals voortdurend over de actuele situatie en
de te treffen maatregelen in verband met COVID-195.
Vraag 15
Klopt het dat medicijnen voor de behandeling van mensen die zijn besmet met het COVID-19
virus wereldwijd aan het opraken zijn? Indien dit klopt, kunt u toelichten welke acties
er op dit moment ondernomen worden om deze voorraden weer aan te vullen en welke rol
Nederland hier eventueel in speelt?
Antwoord 15
Medicijnen voor de specifieke behandeling van mensen die besmet zijn voor het nieuwe
coronavirus zijn nog niet ontwikkeld, wel zullen er doorgaans algemene antivirale
middelen worden ingezet en geneesmiddelen of andere maatregelen om de symptomen te
behandelen. Nederland is alert op het nieuwe coronavirus en bereidt zich goed voor.
Er wordt met regelmaat navraag gedaan bij de betrokken veldpartijen of er signalen
bekend zijn van leveringsproblemen van geneesmiddelen in het algemeen. Op dit moment
zijn er nog geen problemen bekend. Partijen uit de geneesmiddelenketen laten wel weten
dat het niet uitgesloten is dat er leveringsproblemen kunnen ontstaan als het handelsverkeer
met China langere tijd belemmerd wordt, omdat veel grondstoffen afkomstig zijn uit
China. Bestellingen worden vaak al maanden van tevoren gedaan. Er zijn al wel signalen
dat de prijzen van grondstoffen voor geneesmiddelen stijgen.
Onlangs is met andere lidstaten tijdens de EPSCO van 13 februari jl. – in aanwezigheid
van de Eurocommissarissen Kyriakides (gezondheid) en Lenarčič (crisisbeheersing) –
afgesproken dat de Europese Commissie de aanpak van het COVID-19 tussen de EU-lidstaten
blijft coördineren, bijvoorbeeld op het gebied van de beschikbaarheid van geneesmiddelen
en medische hulpmiddelen.
Ook zal het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) een nadere analyse doen ten aanzien
van de kwetsbaarheid van de geneesmiddelenketen en de mogelijke effecten op de leveringszekerheid
van geneesmiddelen en grondstoffen voor geneesmiddelen van een mogelijke onderbreking
van productie. Het is belangrijk dat Europa hierin gezamenlijk optrekt, om zo te voorkomen
dat Europese landen elkaar beconcurreren. Dit zal ook door Nederland in de gaten worden
gehouden.
Vraag 16
Kunt u toelichten wat de huidige stand is met betrekking tot de ontwikkeling van een
eventueel vaccin voor COVID-19?
Antwoord 16
Ik heb nog geen zicht op wanneer een vaccin voor het nieuwe coronavirus beschikbaar
zal komen. De World Health Organization (WHO) heeft een expertcomité opgezet met onderzoekers
die werken aan een vaccin tegen het nieuwe coronavirus.
Vraag 17, 18
Deelt u de mening dat Nederland op internationaal niveau steun hoort te bieden aan
landen met zwakkere zorgsystemen waar een uitbraak van het virus dreigt?
Kunt u toelichten op welke manieren Nederland op dit moment steun biedt aan dergelijke
landen, en wat eventuele plannen zijn om deze steun te vergroten?
Antwoord 17, 18
Nederland draagt als lid van de World Health Organization (WHO) bij aan de internationale
steun voor landen met zwakkere zorgsystemen. Hierover heb ik u op 21 februari jl.
geïnformeerd.
Vraag 19
Kunt u bovenstaande vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 19
Ik ben zoveel mogelijk op uw wens tot afzonderlijke beantwoording ingegaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.