Antwoord schriftelijke vragen (nader) : Nader antwoord op vragen van de leden Omtzigt, Van den Berg, Kuik en Van Helvert over het coronavirus (COVID-19), dat nu in Noordrijn-Westfalen is vastgesteld, vlakbij Limburg
Vragen van de leden Omtzigt, Van den Berg, Kuik en Van Helvert (allen CDA) aan de Ministers voor Medische Zorg, van Buitenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het coronavirus (COVID-19), dat nu in Noordrijn-Westfalen is vastgesteld, vlakbij Limburg (ingezonden 26 februari 2020).
Nader antwoord van MinisterBruins (Medische Zorg) (ontvangen 2 maart 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1870.
Vraag 1
Kunt u vandaag een korte update geven over de nieuwe coronabesmetting(en) aan de Nederlandse
grens en de mogelijke contacten die Duitse patiënten met Nederland gehad hebben en
het onderzoek dat daarnaar gedaan wordt?1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de Duitse autoriteiten scholen en kinderdagverblijven
uit voorzorg gesloten hebben?
Welk advies geeft u vandaag aan Nederlandse scholen, die ook leerlingen hebben die
uit het Duitse grensgebied komen (zoals de internationale school in Brunssum), aan
bedrijven die werknemers hebben uit de getroffen plaats (zoals het bedrijf VDL Groep)
en aan mensen die vandaag naar (de omgeving van) Selfkant willen reizen?
Antwoord 1, 2 en 3
In mijn Kamerbrief van 26 februari jl. heb ik u reeds antwoord gegeven op uw eerste
drie Kamervragen.
Vraag 4
Zijn er al voorzichtige conclusies te trekken waarom het coronavirus in een ontwikkeld
land met een goed zorgstelsel wekenlang niet is opgemerkt, aangezien in Italië een
groot cluster besmettingen is opgetreden (nu meer dan 300) en het dus waarschijnlijk
is dat het coronavirus wekenlang (5, 6 weken?) rondgewaard heeft, voordat de diagnose
eindelijk gesteld werd en de autoriteiten konden ingrijpen? Zijn daaruit conclusies
te trekken voor andere landen, zoals Nederland?
Antwoord 4
Het RIVM geeft aan dat er in Italië inderdaad een vertraging heeft plaatsgevonden
in de identificatie van patiënten met het nieuwe coronavirus. Nederland heeft geen
zicht op de oorzaken van deze vertraging.
Nederland kent een goede organisatie van infectieziektebestrijding, waarbij de aanpak
gericht is op zo veel mogelijk voorkomen van verdere verspreiding van het virus. Als
er een patiënt wordt vastgesteld vindt direct bron- en contactonderzoek plaats. In
Nederland is hiervoor een structuur waarin het RIVM, GGD’en en laboratoria samenwerken.
Het RIVM houdt artsen, GGD’en en microbiologische laboratoria op de hoogte van de
laatste ontwikkelingen en wat zij moeten doen als iemand besmet is met het nieuwe
coronavirus. Dit staat beschreven in landelijke en regionale draaiboeken. Deze draaiboeken
voorzien ook in maatregelen voor een grootschalige uitbraak in Nederland.
Vraag 5
Is het onder deze omstandigheden (waarbij het overgrote deel van de mensen dat besmet
is met het coronavirus geen of slechts milde symptomen vertoont en zich dus niet onmiddellijk
tot een arts zal wenden en het verder volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu – RIVM – en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) mogelijk is dat dragers
van het coronavirus al tijdens de incubatieperiode – een beetje – besmettelijk zijn),
niet volstrekt onvoldoende dat er slechts getest wordt als iemand symptomen heeft
en daarbij ook nog ofwel in besmet gebied geweest is, ofwel direct contact gehad heeft
met een zieke, aangezien beide groepen dus mensen kunnen besmetten, die dan zelf niet
in coronagebieden geweest zijn en ook niet weten dat zij in contact geweest zijn met
een drager van het virus?
Antwoord 5
Het nieuwe coronavirus wordt overgedragen door hoesten en niezen. Tot nu toe lijkt
de overdracht van het virus tijdens de incubatietijd – dus voordat er klachten ontstaan –
een zeer beperkte rol te spelen. Ook geeft het RIVM aan dat mensen die geen symptomen
vertonen zeer beperkt bijdragen aan de verspreiding van het virus. In het algemeen
geldt dat hoe zieker iemand is en hoe meer diegene hoest of snotterig is, hoe meer
virus hij of zij verspreidt. Op basis van wetenschappelijke inzichten stelt het RIVM
daarom dat mensen getest worden op het moment dat hij/zij voldoet aan de casusdefinitie,
dus: de patiënt heeft koorts met luchtwegklachten en is onlangs in een land met wijdverspreide
transmissie van het nieuwe coronavirus geweest, of is in contact geweest met iemand
met het nieuwe coronavirus.
Daarnaast informeerde ik u eerder dat 40 huisartsenposten patiënten die zich melden
met griepachtige symptomen ook testen op aanwezigheid van het nieuwe coronavirus.
Aanvullend daarop heb ik u op 24 februari bericht dat het RIVM adviseert aan ziekenhuizen
om diagnostiek naar het nieuwe coronavirus te overwegen bij patiënten met een longontsteking,
zonder duidelijke aanleiding en/of die niet reageren op de empirische therapie (onbegrepen
pneumonie). Ook informeer ik u separaat op 2 maart dat ik het advies heb overgenomen
van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg. Het BAO adviseerde mij om in het ziekenhuis
diagnostiek naar COVID-19 in te zetten als dat op grond van de ernst van het ziektebeeld
of in het kader van de behandeling noodzakelijk wordt geacht. Daarnaast wordt steeds
de casusdefinitie aangepast op basis van de gebieden van waaruit transmissie plaatsvindt,
zoals Noord-Italië. Ten slotte heb ik u gemeld dat we adviseren dat mensen die in
één van de gebieden zijn geweest waar het coronavirus heerst en luchtwegklachten hebben
wordt geadviseerd om thuis te blijven. Ook wanneer zij dus nog geen koorts hebben.
Worden de klachten erger, dan kunnen zij telefonisch contact opnemen met de huisarts.
Op deze manier verminderen we het aantal contacten dat iemand heeft indien er werkelijk
sprake zou blijken te zijn van een besmetting.
Vraag 6
Ziet u reden om de protocollen voor testen en voor in quarantaine plaatsing onmiddellijk
uit te breiden, zoals kennelijk ook een aantal artsen in Nederland bepleit, zodat
de kans op eerdere detectie groter wordt?2
Antwoord 6
Quarantaine is een voorzorgsmaatregel om verspreiding van een infectieziekte tegen
te gaan. Een persoon die in quarantaine gaat is niet ziek, maar heeft contact gehad
met een patiënt met een bewezen infectie. Iemand gaat in quarantaine tot de incubatietijd
verlopen is. Dit is de maximale tijd tussen het moment van een mogelijke besmetting
en het moment dat mensen ziekteverschijnselen krijgen. Als mensen in die periode niet
ziek zijn, wordt de quarantaine opgeheven.
Met betrekking tot inzet van quarantainemaatregelen volgt het RIVM het internationale
testbeleid dat wordt voorgesteld door de World Health Organization (WHO) en het Europese
Centrum voor Preventie en Infectieziektebestrijding (ECDC). De casusdefinitie voor
testen wordt op basis van wereldwijde ontwikkelingen waar nodig continu aangepast.
Naar aanleiding van de recente uitbraak van het nieuwe coronavirus in Italië heeft
het RIVM dit ook gedaan. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Kunt u aangeven waarom Roemenië, een land met veel (arbeids)migranten in Italie, zeer
strenge quarantainemaatregelen neemt voor mensen die uit Noord-Italie terugkeren en
Nederland veel minder vergaande maatregelen en zelfs mensen nu nog rustig laat afreizen
naar het grootste deel van Noord-Italië?
Antwoord 7
Zowel de WHO als het ECDC adviseren over preventieve maatregelen en acties om een
eventuele uitbraak te bestrijden. Ik heb hierover contact met de andere Europese landen.
Soms kiezen landen zelf voor een strengere aanpak, hoewel de adviezen van de WHO en
het ECDC daar geen aanleiding toe geven. Voor wat betreft de Nederlandse preventieve
maatregelen geldt dat mensen die terugkeren uit de aangedane gebieden in Noord-Italië
worden opgeroepen zich telefonisch te melden bij hun huisarts als zij last krijgen
van koorts met luchtwegklachten. Deze reizigers kunnen getest worden op het nieuwe
coronavirus. Dit beleid is vergelijkbaar met reizigers uit China of andere aangedane
gebieden. Aanvullend daarop heb ik uw Kamer op 1 maart gemeld dat mensen die in één
van de gebieden zijn geweest waar het coronavirus heerst en luchtwegklachten hebben
wordt geadviseerd om thuis te blijven. Ook wanneer zij dus nog geen koorts hebben.
Vraag 8
Kunt u het strengste en minst strenge beleid in de EU/EEA/UK voor reizigers die terugkeren
uit Lombardije aangeven en kunt u aangeven waarom landen, die toch beschikken over
dezelfde wetenschappelijke kennis, zulke verschillende afwegingen maken?
Antwoord 8
In het algemeen geldt dat landen binnen de EU/EEA/UK verschillende afwegingen maken
met betrekking tot hun beleid in bestrijdingsmaatregelen. Dit komt omdat ieder land
een eigen afweging maakt op basis van culturele verschillen, politieke afwegingen
en de individuele risico-afweging van een land. Ik heb hierover contact met mijn Europese
collega’s. Nederland volgt bij het nemen van maatregelen de adviezen van het ECDC
en de WHO.
Vraag 9
Kunt u een overzicht geven van wat verschillende landen in de EU/EEA/UK doen met reizigers
uit Lombardije, Iran en Zuid-Korea? Op welke manier vindt daarover nu coördinatie
plaats in de Schengenzone en de EU?
Antwoord 9
De verschillende landen in de EU/EEA/UK hebben aan de EU informatie verschaft over
hun ‘response and preparedness plans ands measures regarding to COVID-19’. Deze zijn
niet specifiek gericht op de reizigers uit Lombardije, Iran en Zuid-Korea.
Daarnaast vindt geregeld overleg plaats met de Health Security Committee (HSC) en
het ECDC, ook naar aanleiding van de recente besmettingen en ontwikkelingen in Italië.
Naar aanleiding daarvan heeft het ECDC de casusdefinitie aangepast en aangevuld met
een aantal landen met wijdverspreide transmissie. Het RIVM heeft daarop ook maatregelen
genomen, zoals ik u 24 februari al meldde. Zo is de casusdefinitie aangepast – met
inbegrip van de aangedane gebieden in Noord-Italië – en zijn professionals hierover
geïnformeerd, is de syndroomsurveillance voor onbegrepen pneumonieën in ziekenhuizen
uitgebreid en is de informatie voor het algemene publiek op de website van het RIVM
en rijksoverheid.nl/coronavirus aangepast.
Vraag 10
Is het Nederlandse zorgstelsel in staat om goede zorg te verlenen aan alle ernstig
zieke patienten, indien Harvard professor Lipsich gelijk krijgt en 40–70% van de Nederlandse
en de wereldbevolking het komende jaar het virus krijgt omdat het coronavirus niet
ingedamd is?3
Antwoord 10
Nederland is zich aan het voorbereiden om alle ernstig zieke patiënten zo adequaat
mogelijke zorg te kunnen geven. Ook voor de meest zorgwekkende situatie, zoals professor
Lipsich schetst, worden op dit moment scenario’s en maatregelen uitgedacht.
Vraag 11
Kunt u de eerste twee vragen per ommegaande beantwoorden en de rest zo spoedig mogelijk
(binnen een week)?
Antwoord 11
De eerste drie vragen heb ik beantwoord in mijn Kamerbrief van 26 februari jl. De
overige vragen heb ik zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.