Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over complicaties door onprofessionele behandelingen
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over complicaties door onprofessionele behandelingen (ingezonden 8 januari 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 2 maart 2020) Zie ook Aanhangsel
            Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1483.
         
Vraag 1
            
Wat vindt u ervan dat de beroepsvereniging voor cosmetische artsen, de Nederlandse
               Vereniging Cosmetische Geneeskunde (NVCG), een meldpunt heeft geopend om een beeld
               te krijgen van de omvang en de aard van misstanden bij cosmetische ingrepen? In hoeverre
               is de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) hierbij betrokken? Hoe
               verhoudt dit meldpunt zich tot het meldpunt medische missers van de NVPC?1 2 3
Antwoord 1
            
Ik vind het van groot belang dat er passende maatregelen getroffen kunnen worden bij
               concrete signalen over misstanden bij cosmetische ingrepen. Daarvoor is het cruciaal
               dat voorkomende gevallen gemeld worden bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ),
               zodat de IGJ gericht actie kan ondernemen. Als daarnaast andere maatregelen, zoals
               de recente oproep van de NVCG om misstanden bij cosmetische ingrepen te melden en
               het eerder ingestelde meldpunt medische missers van de NVPC, ertoe kunnen bijdragen
               dat misstanden aan het licht komen dan kan ik dat van harte ondersteunen.
            
Vraag 2
            
Wilt u reageren op de zorgen die artsen hebben aangegeven, dat zij patiënten kennen
               die complicaties hebben gekregen na een cosmetische behandeling met medische apparatuur
               die verleend is door niet-bevoegden? Zijn artsen die zich «cosmetisch arts» noemen,
               bevoegd? Hoe is de relatie tussen artsen die zich «cosmetisch arts» noemen en plastisch
               chirurgen? Wie is bevoegd tot het doen van cosmetische ingrepen?4
Antwoord 2
            
Ik vind de zorgen van artsen over complicaties na cosmetische behandelingen die verricht
               zijn door niet bevoegde personen begrijpelijk en terecht. De Wet BIG bepaalt dat voorbehouden
               handelingen, ook als die een cosmetisch doel hebben, alleen mogen worden uitgevoerd
               door een BIG-geregistreerde zorgverlener. De zorgverlener moet zowel bevoegd als bekwaam
               zijn om voorbehouden handelingen te mogen uitvoeren en daarbij de grenzen van zijn
               (wettelijke bepaalde) deskundigheidsgebied in acht nemen.
            
«Cosmetisch arts» is sinds 1 juli 2019 als profielspecialisme erkend door het College
               Geneeskundig Specialismen (CGS) van de KNMG. Een arts kan de titel «cosmetisch arts
               KNMG» voeren als hij/zij staat ingeschreven in het betreffende profielregister van
               de Registratiecommissie Geneeskundige Specialismen. Plastische chirurgie is een wettelijk
               erkend medisch specialisme (op grond van artikel 14 van de Wet BIG).
            
Cosmetisch artsen houden zich bezig met niet- tot minimaal-invasieve ingrepen gericht
               op verfraaiing van het uiterlijk. Voor een deel overlappen de activiteiten, de behandelingen
               en de daarvoor benodigde deskundigheid met de activiteiten en ingrepen in andere specialismen,
               zoals plastische chirurgie.5 De nadruk bij de andere specialismen, zoals plastische chirurgie, ligt meer op invasieve
               ingrepen en heeft een hogere zorgzwaarte.
            
Cosmetische ingrepen omvat een grote range aan cosmetische handelingen.
Het Kwaliteitskader Cosmetische Zorg, dat op 12 november 2019 door het Zorginstituut
               is vastgesteld, vormt een belangrijk instrument om verdere verbeteringen in de cosmetische
               sector te bewerkstelligen. Het Kwaliteitskader is bedoeld om ervoor te zorgen dat
               een cliënt overal in Nederland dezelfde veilige en kwalitatief goede cosmetische zorg
               krijgt. Betrokken partijen uit de cosmetische sector werken dit jaar gezamenlijk aan
               de uit het Kwaliteitskader voortvloeiende vervolgopdrachten, waaronder het uitwerken
               van bekwaamheidseisen. Het opstellen van deze bekwaamheidseisen moet op 1 januari
               2021 zijn afgerond. Ik verwacht dat dit zal bijdragen aan verdere duidelijkheid over
               wie bevoegd is voor welke cosmetische handelingen.
            
Vraag 3 en 4
            
Kunt u aangeven wat de recente bevindingen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
               (IGJ) zijn over behandelingen in de cosmetische sector, constaterende dat de Inspectie
               voor de Gezondheidszorg (destijds IGZ) haar toezicht op cosmetische (invasieve) behandelingen
               in 2015 heeft versterkt?6
Gaat de IGJ aanvullend toezicht houden op de cosmetische sector? Zo ja, kunt u uw
               antwoord toelichten? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 3 en 4
            
Het toezicht van de IGJ op de cosmetische sector is geïntegreerd in het toezicht op
               medisch specialistische zorg, de eerstelijnszorg, en toezicht op geneesmiddelen en
               medische hulpmiddelen. In de medisch specialistische zorg is toezicht op de particuliere
               klinieken de afgelopen jaren geïntensiveerd. Zo worden onder meer alle nieuwe toetreders
               binnen de sector medisch specialistische zorg die zich via het CIBG melden door de
               IGJ bezocht. In particuliere klinieken vinden de meeste cosmetische ingrepen plaats
               die zijn voorbehouden aan (cosmetisch) artsen of plastisch chirurgen. Op basis van
               de toezichtbezoeken in dit kader van het afgelopen jaar, blijkt dat op onderdelen,
               bijv. in het operatief proces, nog verbeteringen nodig zijn. De inspectie heeft daarom
               in dit toezicht nadrukkelijk aandacht voor het operatieve proces. Dit voorjaar zal
               de inspectie de uitkomsten van een reeks toezichtbezoeken aan particuliere klinieken
               in 2019 publiceren.
            
Bij cosmetische ingrepen buiten de medisch specialistische zorg, zoals bijvoorbeeld
               schoonheidssalons, is de IGJ veelal afhankelijk van meldingen die ze ontvangt (incidententoezicht).
               Dit is gelegen in het feit dat het gaat om een zeer groot aantal en daarnaast een
               grote variëteit aan aanbieders. Zij zijn soms ingeschreven bij de Kamer van Koophandel
               en soms aangesloten bij een branchevereniging, maar soms ook niet. De IGJ vraagt zowel
               slachtoffers van eventuele misstanden bij cosmetische ingrepen als zorgverleners die
               met complicaties van een ingreep door een andere zorgverlener worden geconfronteerd,
               deze signalen bij haar te melden. Op basis van gesprekken van de IGJ met verschillende
               veldpartijen, adviseren zowel NVCG als NVPC aan patiënten en zorgverleners die misstanden
               bij hen melden om ook melding te doen bij respectievelijk het Landelijke Meldpunt
               Zorg (voor patiënten) of het Meldpunt (voor zorgaanbieders) van de IGJ, zodat de melding
               ook als signaal voor het toezicht kan worden benut. Ook in de voorlichting over cosmetische
               ingrepen op de website van de rijksoverheid zal het belang van het melden bij de IGJ
               worden benadrukt.
            
Vraag 5
            
Kunt u verklaren hoe de wildgroei van cosmetische bedrijfjes is ontstaan? Sinds wanneer
               is deze wildgroei ontstaan? Kunt u uw antwoord toelichten?7
Antwoord 5
            
Het is mij bekend dat de cosmetische sector een sterke groei kent. Zo blijkt uit CBS
               cijfers dat het aantal bedrijven in de categorie schoonheidssalons en pedicures is
               gestegen van 30.025 in het eerste kwartaal van 2016 naar 36.585 begin 20208.
            
Vraag 6
            
Welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat onbevoegden cosmetische ingrepen
               uitvoeren, terwijl dit wettelijk gezien niet is toegestaan? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Antwoord 6
            
Door sectorpartijen wordt gewerkt aan de implementatie van het Kwaliteitskader cosmetische
               zorg en het uitvoeren van daaruit voortvloeiende vervolgopdrachten, waaronder het
               opstellen van bekwaamheidseisen. Ik verwijs u daarvoor naar mijn antwoord op vraag
               2. Voor het toezicht (inclusief eventuele maatregelen) van de IGJ verwijs ik u naar
               mijn antwoord op de vragen 3 en 4.
            
Vraag 7
            
Zijn er maatregelen te nemen waardoor mensen niet meer de mogelijkheid krijgen om
               via internet apparaten aan te schaffen waarmee mensen zelf cosmetische handelingen
               kunnen verrichten? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Antwoord 7
            
Met de komst van de Verordening medische hulpmiddelen (MDR) moeten bepaalde apparaten
               zonder medisch doel naar verwachting in 2020 of 2021 voldoen aan de regels die gelden
               voor medische hulpmiddelen, waardoor er strengere regels komen voor en na markttoelating.
               Het gaat onder andere om apparatuur die gebruik maakt van elektromagnetische straling
               (o.a. infrarood). De veiligheid van deze apparaten zal daardoor verbeteren. De strengere
               regels gelden ook voor apparaten die via internet worden aangeboden. De IGJ houdt
               toezicht op naleving van de regels. Overigens vallen deze apparaten nu ook al onder
               de Warenwet, waarop de NVWA toezicht houdt.
            
Apparaten zonder medisch doel vallen op dit moment niet onder Europese wet- en regelgeving
               voor medische hulpmiddelen, waardoor er geen beperkingen aan markttoelating zijn te
               stellen.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de NVPC en de IGJ om te bezien welke aanvullende
               maatregelen nodig zijn om deze misstanden aan te pakken? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Met de IGJ ben ik doorlopend in gesprek over ontwikkelingen binnen de cosmetische
               sector en over de mogelijkheden van toezicht op deze sector. Zoals ook onder 3 en
               4 aangegeven heeft de IGJ reeds aanvullende maatregelen genomen en zijn er ook gesprekken
               gevoerd met de NVPC die leiden tot extra acties.
            
Daarnaast verwacht ik dat beroepsgroepen met de invulling van het op 12 november 2019
               door het Zorginstituut vastgestelde Kwaliteitskader Cosmetische Zorg een belangrijke
               bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen van misstanden, zeker als ook de bekwaamheidseisen
               voor de zorgverleners door hen hieraan zijn toegevoegd. De implementatie van het kwaliteitskader
               moet uiterlijk 1 juli 2021 zijn afgerond.
            
Verder is van belang dat cosmetische artsen sinds 1 juli 2019 een profielerkenning
               van de KNMG hebben. Dit betekent dat niet iedere arts zich cosmetisch arts mag noemen,
               zodat de patiënt weet dat de cosmetisch arts ook daadwerkelijk kennis en kunde heeft
               over cosmetische ingrepen.
            
Tenslotte wordt er momenteel gewerkt aan verbetering van de voorlichting over cosmetische
               ingrepen op de website van de rijksoverheid. Hiervoor is onder meer een voorlichtingsanimatie
               ontwikkeld. Ook het Kwaliteitskader Cosmetische Zorg, zal in de voorlichting verwerkt
               worden. Naar verwachting zal de aanpassing van de website in het eerste kwartaal van
               2020 gereed zijn.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.