Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over de harde aanpak van eigen ambtenaren bij de Belastingdienst
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over de harde aanpak van eigen ambtenaren bij de Belastingdienst (ingezonden 14 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane) (ontvangen 27 februari
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Belastingdienst moet harde aanpak van eigen ambtenaren
terugdraaien»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5, 6
Klopt het dat de Belastingdienst in beroep gaat tegen een uitspraak van de rechter,
die gehakt had gemaakt van het strafontslag van een medewerker?
Wat heeft de betrokken ambtenaar fout gedaan en wat had hij moeten doen om strafontslag
te voorkomen aangezien volgens de berichtgeving er fiscale onregelmatigheden waren
bij de partner van de ambtenaar in kwestie, maar deze zelf werden gemeld?
Waarom is gekozen voor het zeer zware middel van strafontslag? Klopt het dat daarmee
ook het recht op werkloosheidsuitkeringen vervalt?
Waarom gaat u in hoger beroep en legt u zich niet gewoon neer bij de uitspraak van
de rechter? Is dat niet erg hardvochtig?
Bent u het eens dat dit de indruk wekt dat de Belastingdienst niet alleen zeer hard
is jegens burgers maar ook jegens de eigen medewerkers?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6
Ook voor medewerkers van de Belastingdienst geldt dat zij, net zoals alle andere mensen,
de fiscale wet- en regelgeving moeten na leven. De samenleving mag daarnaast van belastingdienst-ambtenaren
verwachten dat ze betrouwbaar en zorgvuldig zijn. Zo heeft bijvoorbeeld de Centrale
Raad van Beroep meermaals geoordeeld dat met het oog op het aanzien en de geloofwaardigheid
van de Belastingdienst, hoge eisen mogen worden gesteld aan de integriteit van ambtenaren.
Dit geldt dan in het bijzonder bij het nakomen van hun fiscale verplichtingen. Dat
neemt niet weg dat ook zij menselijke fouten kunnen maken. Zeker vanwege de gewenste
open cultuur, waar fouten bespreekbaar en dilemma’s gedeeld moeten kunnen worden,
vindt in ieder individueel geval een zorgvuldige afweging plaats. Ik kan echter geen
uitspraken doen over individuele medewerkers of belastingplichtigen, zowel vanuit
de rol van werkgever als vanuit de fiscaliteit in verband met de fiscale geheimhoudingsplicht.
Vraag 7
Bent u bekend met de berichten dat er een angstcultuur heerst bij de Belastingdienst,
en dat ambtenaren misstanden en zorgen vaak niet durven te delen? Bent u ermee bekend
dat onder andere deze berichtgeving ertoe heeft geleid dat opeenvolgende bewindspersonen
pleitten voor een cultuurverandering? Bent u van mening dat een besluit om in een
geval als dit in hoger beroep te gaan niet helpt bij het tegengaan van een angstcultuur
en voor een opener Belastingdienst?
Antwoord 7
Ik ben hier bekend mee en deel uw zorgen hierover. Ik wil de medewerkers van de Belastingdienst
een veilige werkomgeving bieden, waarin zij vrijuit kunnen spreken en kritisch durven
en kunnen zijn. De vragen die opkomen over openheid en veiligheid, ook vanuit de FNV-enquête,
onderstrepen dat we daar nog niet zijn. Daarom is hier binnen het leiderschaps- en
cultuurprogramma veel aandacht voor: in gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers,
maar ook door het organiseren van tegenspraak met de medezeggenschap en vertrouwenspersonen.
Ook Deloitte zal hier in het cultuuronderzoek bij stilstaan.
Als specifieke actie bij toeslagen wordt met alle betrokkenen bij de toeslagenproblematiek
intensief in gesprek gegaan. Die gesprekken moeten in een veilige setting plaatsvinden
onder professionele begeleiding, en zorgen voor een open en eerlijke discussie waaruit
belangrijke leerpunten worden meegenomen. Over de concrete opzet van deze gesprekken
informeert de Staatssecretaris van Toeslagen en Douane uw Kamer op korte termijn.
Ik heb de verdere aanpak en uitdagingen toegelicht in de Kamerbrief die gelijk met
deze beantwoording aan uw Kamer wordt verzonden.
Vraag 8
Denkt u dat deze omgang met de eigen mensen bijdraagt aan het imago van de Belastingdienst
bij het vinden van goed personeel?
Antwoord 8
Ook nieuwe medewerkers zijn op zoek naar een werkomgeving waarin veiligheid en openheid
de standaard zijn. Daar mogen geen twijfels over bestaand. Daarom moet de Belastingdienst
als werkgever een open en veilige plek bieden voor medewerkers. Het vinden en behouden
van goed personeel is immers bepalend voor het goed functioneren van de Belastingdienst.
Het creëren van deze omgeving is zodoende niet alleen van groot belang voor de huidige
medewerkers van de Belastingdienst, maar ook voor het aantrekken van nieuwe medewerkers.
Vraag 9
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de medewerkers van de Belastingdienst in een
veilige omgeving werken, waarbij zij gemotiveerd zijn om elke dag weer in dienst van
alle Nederlanders hun belangrijke werk te doen?
Antwoord 9
Omdat cultuur gaat over de keuzes en het gedrag in het dagelijkse werk, voeren leidinggevenden
en medewerkers elk op hun eigen manier het gesprek over wat deze veilige werkomgeving
in hun eigen context betekent en hoe dat beter kan. Leidinggevenden vervullen een
belangrijke rol in het bieden van deze omgeving: daarom krijgt dit onderwerp bijvoorbeeld
aandacht op alle leiderschapsdagen en binnen de MT’s van de dienstonderdelen. De resultaten
van het medewerkersonderzoek, maar bijvoorbeeld ook casuïstiek uit het dagelijkse
werk zijn onderwerp van gesprek. Het begint ermee dat medewerkers zich vrij voelen
om dilemma’s te delen, daartoe worden zij actief gestimuleerd. De verbeteringen zijn
niet van vandaag op morgen zichtbaar, maar met aandacht voor het gesprek hierover
worden stappen in de goede richting gezet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.