Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Buitenweg over SyRi
Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over SyRi (ingezonden 21 januari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
21 februari 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich de eerder gestelde Kamervragen over uw beantwoording van de eerder
gestelde vragen over het gebruik van SyRi in Capelle aan den IJssel, en uw beantwoording
daarop?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens dat het van groot belang is dat volksvertegenwoordigers, om hun controlerende
taak goed te kunnen uitvoeren, accuraat antwoord op hun vragen dienen te krijgen van
de uitvoerende macht, en dat deze niet zijn best mag doen om de antwoorden te omzeilen?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4 en 5
Waarom heeft u in antwoord op mijn vragen naar hoeveel risicomeldingen zijn gegenereerd
en in hoeveel gevallen onderzoek is ingesteld, wel vermeld hoeveel risicomeldingen
en risicoadressen zijn gegenereerd, maar verzuimd om op te schrijven in hoeveel gevallen
dit geleid heeft tot nader onderzoek (nul)? Daarmee heeft u toch een deel van de vragen
niet beantwoord? Klopt het dat u al vanaf maart 2018, dus ruim voor de beantwoording
van mijn vragen, op de hoogte was dat de uitkomst nul was?
Hoe kan het dat in het eindrapport «Kwetsbare buurten in Capelle aan den IJssel» staat
dat de aangeleverde signalen vanuit SyRi niet hebben geleid tot een nader onderzoek
en dat dit is gelegen in het feit dat het veelal om al bekende informatie ging (bijstandsdossier,
Basisregistratie Personen (BRP), inmiddels achterhaalde informatie of bijvoorbeeld
een rekening bij een bewindvoerder), terwijl u in de beantwoording op eerdere Kamervragen
stelt dat de SyRi-meldingen geen rol hebben gespeeld «omdat het instrument in dit
project onvolledig is toegepast. Zo bleken bij de koppeling van gegevens velden onjuist
te zijn ingevuld, als gevolg waarvan de koppelingen niet optimaal konden worden benut»?2 Hoe ziet u het feit dat deze antwoorden elkaar deels kunnen overlappen, maar toch
niet identiek zijn?
Bent u het eens dat er juist wat betreft heldere en tijdige communicatie rond SyRi
fouten zijn gemaakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u deze fouten in de toekomst
voorkomen, vooral ook met het oog op uw eerdere opvatting dat juist systemen voor
handhaving voor hun draagvlak gebaat zijn bij heldere en tijdige communicatie?
Antwoord 3, 4 en 5
U heeft terecht geconstateerd dat er verschillen zitten in de beantwoording van de
door u gestelde vragen. Dit heeft te maken met het feit dat bij de beantwoording van
de verschillende sets Kamervragen zowel een concept- als de definitieve versie van
het rapport is gebruikt. De beantwoording is daardoor verwarrend en ik wil klip en
klaar stellen dat dit niet had mogen gebeuren.
De beantwoording van de eerste set Kamervragen van 20 december 2018 heeft plaatsgevonden
op basis van het eindrapport «Kwetsbare buurten in Capelle aan den IJssel» zoals vastgesteld
door de Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI). In dat rapport staat geen antwoord
op de vraag in hoeveel gevallen de toepassing van SyRI heeft geleid tot onderzoek.
Bij beantwoording van de vervolgvragen op 19 december 2019 over dit SyRI-project is
gebleken dat abusievelijk het concept rapport is gepubliceerd3 en dat daarin wel staat vermeld dat de toepassing van SyRI niet tot onderzoek heeft
geleid. Dit conceptrapport is gebruikt voor de beantwoording van de tweede set vragen.
De verwarring had voorkomen kunnen worden door toen te melden dat er een fout in de
publicatie van de rapporten was gemaakt. Het verschil tussen het concept en het definitieve
rapport zit in het bijvoegen van bijlagen, de passages over data-analyse en het aantal
onderzoeken naar aanleiding van de toepassing van SyRI.
We hebben nu niet kunnen herleiden waarom de desbetreffende wijzigingen zijn doorgevoerd.
Voor alle duidelijkheid merk ik op dat, zoals vermeld in de antwoorden van 19 december
2019, voor zover ik heb kunnen nagaan er geen onderzoeken zijn gedaan naar aanleiding
van risicomeldingen uit SyRI in het project in Capelle aan den IJssel.
Als gevolg van de rechterlijke uitspraak van 5 februari 2020 kan SyRI in de huidige
vorm niet meer worden toegepast. In de door u gevraagde brief ga ik in op de uitspraak
van de rechter en de lessen die ik daaruit trek.
Ik stuur de definitieve versie van het eindrapport mee met deze brief4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.