Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over het bericht dat Nederland een belastingparadijs is voor organisaties die een «algemeen nut» dienen, omdat ze moeilijk te controleren zijn
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Financiën over het bericht dat Nederland een belastingparadijs is voor organisaties die een «algemeen nut» dienen, omdat ze moeilijk te controleren zijn (ingezonden 9 januari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 20 februari 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie dat uit onderzoek van het Platform voor onderzoeksjournalistiek
Investico en het datajournalistieke platform Pointer blijkt dat tussen 43% en 53%
van de «algemeen nut beogende instellingen» (ANBI’s) niet voldoen aan gestelde eisen
voor schenkingen?1
Antwoord 1
De Belastingdienst neemt de taak toezicht te houden op alle ANBI-voorwaarden serieus.
Signalen zoals uit dit onderzoek naar voren komen worden dan ook goed bekeken. Ik
meen wel dat de uitkomsten nuance behoeven. Ik licht dat in de antwoorden op onderstaande
deelvragen nog nader toe. Wanneer een ANBI niet aan één van de gestelde eisen voldoet,
betekent dit nog niet dat het doel aan alle eisen niet heeft voldaan. Het is daarom
verstandig de toezichtscapaciteit zodanig te richten dat deze de grotere risico’s
bestrijdt.
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom zelfs over 2017 maar liefst één derde niet voldoet aan de
gestelde eisen? Hoe kan dit zo lang op zijn beloop gelaten worden?
Antwoord 2
Het belangrijkste inhoudelijke (materiële) criterium waaraan een ANBI moet voldoen
is dat nagenoeg het geheel van al haar activiteiten het algemeen nut moet dienen en
dat er geen sprake mag zijn van particuliere belangen. Het ANBI-team zet ten aanzien
van de materiële criteria, in aansluiting op de handhavingsstrategie van de Belastingdienst,
de beschikbare capaciteit daar in waar de kans op niet-naleving fiscaal gezien het
grootst is en dit om grotere bedragen kan gaan.
Een formeel vereiste dat bij de ANBI-status hoort is de publicatieplicht. Deze eis
is niet fiscaal gedreven maar gericht op het publieksvertrouwen: op basis van de informatie
die de ANBI verplicht op de website vermeldt kan een donateur een eigen oordeel over
de ANBI vormen. Eén onderdeel van dit formele vereiste is het publiceren van de jaarcijfers.
De Belastingdienst houdt op de publicatieplicht ook risicogericht toezicht. Ieder
jaar wordt beoordeeld welke groep extra gecontroleerd gaat worden. Zie vraag 6 waar
ingegaan wordt op de gemaakte keuzes in 2018 en 2019.
Vraag 3
Heeft u een inschatting hoeveel procent van de 600 miljoen euro die jaarlijks gemoeid
is met de Geefwet wel geïnd zou worden als alle ANBI’s die niet voldoen hun status
kwijtraken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
De fiscale ondersteuning aan goede doelen, via de Geefwet, heeft vooral vorm gekregen
door de giftenaftrek (budgettair beslag € 377 miljoen in 2020, Miljoenennota 2020)
en door de vrijstelling van de schenk- en erfbelasting voor ANBI’s en SBBI’s (budgettair
beslag € 215 miljoen in 2020, Miljoenennota 2020). Het valt moeilijk in te schatten
of en met hoeveel het budgettaire beslag van deze regelingen zou dalen indien van
alle ANBI’s die niet aan de ANBI-eisen voldoen, hun status zou worden ingetrokken.
Het beeld is dat het gros van de giften aan fondsenwervende instellingen naar de bekendere
grote goede doelen gaat die niet alleen een ANBI-status hebben maar ook vaak beschikken
over een CBF-erkenning. Deze doelen voldoen aan de eisen en ontvangen meer, en gemiddeld
grotere, giften. Naar verwachting zou het dan ook om een relatief beperkt bedrag gaan.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat onderzoeksjournalisten in korte tijd uitgevonden
hebben dat velen niet voldoen en dat de Belastingdienst dat niet lukt?
Antwoord 4
Investico heeft van 381 ANBI’s bekeken of deze jaarcijfers op hun website hebben staan.
Dit is niet hetzelfde als het houden van toezicht op de gehele publicatieplicht bij
de in totaal ruim 43.000 ANBI’s waar het ANBI-team toezicht op houdt. ANBI’s publiceren
op hun eigen website zonder verplicht format. Daardoor is het niet mogelijk snel inzicht
te verkrijgen in de mate waarin alle ANBI’s elk jaar opnieuw voldoen aan de publicatieplicht.
Daarnaast is het enkel waarnemen dat niet is voldaan aan de verplichting de jaarcijfers
te publiceren niet voldoende voor de Belastingdienst. Het doel is dat de ANBI wel
voldoet aan de verplichtingen. De ANBI wordt daarom aangeschreven om de omissie te
herstellen en vervolgens moet er actie worden ondernomen indien geconstateerd wordt
dat dit niet met een herstel is opgevolgd. Dit kost aanzienlijk meer tijd.
Vraag 5
Kunt u een reactie geven op de inschatting dat 910 uur nodig zou zijn om alle ANBI’s
te onderzoeken op het voldoen aan een jaarverslag? Bent u bereid deze werkwijze te
ontwikkelen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Ik verwijs naar vraag 4. De door het platform ingeschatte behandeltijd ziet alleen
op het waarnemen dat geen jaarcijfers op de website staan, en niet op het uitvoeren
van toezichtshandelingen op de gehele publicatieplicht.
In de praktijk merkt de Belastingdienst ook dat de jaarcijfers niet altijd direct
gevonden kunnen worden op de website van een ANBI. Ook dit kost meer tijd dan 75 seconden
waarover Investico spreekt. Het niet voldoen aan de publicatieplicht leidt ook niet
direct tot een intrekking. De in het antwoord op vraag 4 beschreven gelegenheid voor
de ANBI om alsnog compliant te zijn conform de uitvoerings- en toezichtstrategie van
de Belastingdienst zorgt voor extra behandeltijd. Het doel is immers dat ANBI’s voldoen
aan de gestelde eisen.
Bovengenoemde werkwijze maakt dat het ANBI-team jaarlijks zo’n 4.000 ANBI’s controleert
op alle onderdelen van de publicatieplicht (dus niet alleen de jaarcijfers). Hoeveel
tijd het kost om alléén naar de jaarcijfers te kijken is niet apart door de Belastingdienst
onderzocht. Dit zou niet zinvol zijn omdat de kans groot is dat instellingen dan nog
steeds niet voldoen aan de andere onderdelen van de publicatieplicht.
Vraag 6
Kunt u verklaren dat ruim 1.500 ANBI’s in zijn geheel niet vindbaar zijn via een website
of iets dergelijks? Kunt u aangeven hoe de Belastingdienst hiermee omgaat?
Antwoord 6
Het toezicht op de ANBI-instellingen volgt de lijn van de uitvoerings- en toezichtstrategie
van de Belastingdienst. Deze strategie is erop gericht dat burgers en bedrijven bereid
zijn uit zichzelf fiscale regels na te leven, zonder dwingende en kostbare acties
van de Belastingdienst. Aan de hand van deze strategie maakt de Belastingdienst voortdurend
keuzes over waar de beschikbare capaciteit op wordt ingezet. Het is namelijk praktisch
onmogelijk om op alle individuele gevallen gericht toezicht uit te oefenen. Het toezicht
wordt daarbij zo selectief en gericht mogelijk ingezet, afgestemd op de (oorzaken
van) het gedrag van burgers en bedrijven.
In 2018 is als volgt toezicht uitgevoerd op de publicatieplicht. Er zijn bijna 4200
instellingen beoordeeld waarvan ruim 3000 geselecteerd zijn omdat zij een niet-werkende
link naar hun website hadden.
In 2019 is het toezicht deels op een specifieke doelgroep gericht en zijn vooral instellingen
beoordeeld op publicatieplicht die na de ANBI-wetgeving per 1-1-2008 (artikel 6.33
inkomstenbelasting) automatisch aangemerkt zijn als ANBI en een ANBI-beschikking hebben
ontvangen. Deze instellingen hadden vóór 1-1-2008 belastingvoordelen op basis van
artikel 24 van de Successiewet.
Vraag 7
Waarom neemt de Belastingdienst de intrekkingen van het keurmerk van het Centraal
Bureau Fondsenwerving (CBF-keurmerk) niet één op één over als zij tot de conclusie
komt dat een ANBI het goede-doelenkeurmerk niet meer verdient? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 7
Een intrekking van het CBF-keurmerk leidt niet automatisch tot een intrekking van
de ANBI-status, omdat de Belastingdienst een eigenstandige verantwoordelijkheid heeft.
Ook is het zo dat aan een CBF-keurmerk niet precies dezelfde criteria ten grondslag
liggen als aan de ANBI-status. Wel is het zo dat een intrekking door het CBF er toe
zal leiden dat de Belastingdienst ook de betreffende ANBI zal bekijken.
De samenwerking tussen het CBF en de Belastingdienst erkent de belangrijke rol die
de sector heeft in het verhogen van de kwaliteit van de goede doelen. De samenwerking
benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de sector als het gaat om een goede naleving
van de kwaliteitseisen.
Vraag 8
Op welke onderzoeken rust de gedachte dat door de belastingvrijstelling er meer geefbereidheid
zou zijn? Kunt u de onderzoeken waarderen op hun validiteit?
Antwoord 8
Het meest recente onderzoek is de evaluatie van de giftenaftrek door Dialogic. Daaruit
blijkt dat de giftenaftrek de totale omvang van giften van belastingplichtigen binnen
de inkomstenbelasting verhoogt.2 Uit de evaluatie van de giftenaftrek door Dialogic blijkt circa 40% van de gebruikers
van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting daadwerkelijk meer te geven door deze
regeling.3
Vraag 9
Erkent u dat bij erf- en schenkbelasting geldt dat de geefbereidheid geen argument
is om aan goede doelen te geven, omdat immers de belasting in andere gevallen toch
ook betaald moet worden en dat door de belastingvrijstelling de overheid dus 215 miljoen
euro per jaar onnodig misloopt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
De vrijstelling van schenk- en erfbelasting die in principe van toepassing is voor
ANBI’s en sociaal belang behartigende instellingen (SBBI’s) heeft primair tot doel
te voorkomen dat deze instellingen schenk- of erfbelasting zijn verschuldigd over
de door hen ontvangen schenkingen, legaten, erfenissen e.d. Zonder deze vrijstelling
zou een tarief van 30% (tot € 126.723, 40% over het meerdere) gelden boven de reguliere
vrijstelling van € 2.208 per keer. Dit zou voor instellingen die relatief hoge bedragen
per schenking of erfenis ontvangen, tot gevolg hebben dat deze schenking of erfenis
netto fors lager uitpakt.
Vraag 10
Hoe waardeert u de suggestie van hoogleraar belastingrecht S. Hemels dat via een portaal
waar iedere ANBI informatie moet aanleveren beter naar de «top van de piramide» onderzoek
kan worden gedaan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
Een dergelijk portaal kan mogelijk bijdragen aan de handhaving van de publicatieplicht
omdat op die wijze alle informatie voor de publicatieplicht van alle instellingen
op één centrale plaats beschikbaar zou komen. Hierdoor is het direct duidelijk welke
instellingen niet voldoen aan de publicatieplicht. De realisatie hiervan zou een aanvullende
vraag zijn in het ICT-portfolio van de Belastingdienst. Over de mismatch tussen vraag
en aanbod in dit portfolio is de Kamer bij brief van 17 januari 2020 ingelicht.4
Vraag 11
Hoe reageert u op de Amerikaanse schrijver Anand Giridharadas die stelt dat filantropie
beter vervangen kan worden door belasting betalen door multinationals en de superrijken?5 Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 11
In zijn aangehaalde boek geeft Giridharadas een inkijkje in met name de wereld van
Amerikaanse filantropen. Daarbij is hij kritisch op de giften van de superrijken en
stelt dat meer gelijkheid en hogere belastingen van het bedrijfsleven en rijken noodzakelijk
zijn. De Verenigde Staten en Nederland zijn echter niet direct vergelijkbaar waar
het gaat om belastingen en filantropie. De Amerikaanse wereld is dus niet de Nederlandse
wereld. Filantropie – het vrijwillig ter beschikking stellen van geld en goederen
aan doelen van algemeen nut – speelt een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving.
Veel burgers zijn betrokken bij goede doelen door schenkingen, nalatenschappen en
inzet van hun tijd. Het maatschappelijk belang van (particuliere) initiatieven zoals
goede doelen, staat buiten twijfel. Overigens zijn vergelijkbare vragen gesteld in
het kader van het schriftelijk overleg met de Tweede Kamer over de beleidsvisie op
filantropie die is verschenen naar aanleiding van de verkenning van de Wetenschappelijke
Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) Filantropie op de grens van overheid en markt.
6 Deze worden beantwoord door de Minister voor Rechtsbescherming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.