Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Amhaouch over het bericht 'Wouter Bos over Invest-NL: voor minder dan 5 miljoen hoef je hier niet aan te kloppen'
Vragen van het lid Amhaouch (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Wouter Bos over Invest-NL: voor minder dan 5 miljoen hoef je hier niet aan te kloppen» (ingezonden 22 januari 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 20 februari
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Wouter Bos over Invest-NL: voor minder dan 5 miljoen
hoef je hier niet aan te kloppen»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben hiermee bekend.
Vraag 2
Hoe duidt u de uitspraak van de directeur van Invest-NL dat ondernemers voor financiering
van minder dan vijf miljoen euro niet bij Invest-NL hoeven aan te kloppen? Vindt u
deze uitspraak geen valse start van het mooie initiatief dat Invest-NL is?
Antwoord 2
Laat ik voorop stellen: er is geen minimale investeringsdrempel voor Invest-NL.
Zoals ik ook heb aangegeven in de brief over de start van Invest-NL van 16 januari
jl. ligt de focus bij aanvang op de klimaat- en energietransitie en doorgroei van
scale-ups daar waar financiering door de markt tekortschiet. De meeste partijen binnen
dit focusgebied, die marktfalen bij financiering ondervinden, behoren tot het mkb.
Ook beneden de € 5 miljoen zijn directe investeringen mogelijk. Invest-NL moet additioneel
zijn aan het aanbod van marktpartijen en het reeds bestaande overheidsinstrumentarium
en werkt samen met andere partijen, zoals regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Met
die focus is Invest-NL mijns inziens een waardevolle aanvulling op de bestaande financieringsmogelijkheden
en het beschikbare instrumentarium voor het mkb.
Vraag 3
Klopt het dat er een minimale financieringsdrempel van vijf miljoen euro ligt op financiering
door Invest-NL en dat een midden- en kleinbedrijf (mkb), gegeven de verplichting dat
bij een financieringsaanvraag een even zo hoog bedrag via andere wegen moet worden
ingebracht, dus voor tenminste tien miljoen euro moet investeren om in aanmerking
te komen voor financiering? Beschouwt u een dergelijke financieringsdrempel als een
reële mogelijkheid voor het mkb om gebruik te maken van de kansen die Invest-NL biedt?
Antwoord 3
Nee, er is geen minimale investeringsdrempel voor Invest-NL.
Invest-NL heeft veel mogelijkheden om het mkb te bedienen; zowel binnen de financieringstak
alsook de ontwikkeltak. Het overgrote deel van de financieringsaanvragen die Invest-NL
op dit moment in de pijplijn heeft, is van mkb-bedrijven. In recent overleg heeft
Invest-NL mij bovendien bevestigd dat het opzetten van mkb-fondsen met marktpartijen
tot de mogelijkheden behoort. Vanuit zulke fondsen zouden daarin gespecialiseerde
marktpartijen mede namens Invest-NL kleinere investeringen kunnen doen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze financieringsdrempel en voorwaarden tegen de unaniem aangenomen
motie-Amhaouch/Veldman (Kamerstuk 28 165, nr. 292), en dus tegen de wens van de voltallige Kamer, ingaan «om Invest-NL in de uitvoering
en organisatie zo vorm te geven dat het mkb reële mogelijkheden krijgt om gebruik
te maken van de kansen die Invest-NL biedt»? Hoe legt u dit uit aan zowel de Kamer
als het mkb?
Antwoord 4
Ik deel deze mening niet, want er is geen financieringsdrempel en de voorwaarden van
Invest-NL, bijvoorbeeld marktfalen en additionaliteit, zijn in de wet opgenomen.
Het mkb is van groot belang voor de Nederlandse economie, en toegang tot financiering
is essentieel om te kunnen ondernemen. Daar waar de markt knelpunten vertoont, is
er een breed instrumentarium om het mkb te ondersteunen2. Aansluitend daarop is het van groot belang dat het mkb reële mogelijkheden krijgt
om gebruik te maken van de kansen die Invest-NL biedt. Zoals aangegeven onder het
antwoord op vraag 3 is er geen minimale investeringsdrempel en richt Invest-NL zich
op dit moment grotendeels juist op projecten van mkb’s en scale-ups.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de uitspraak van de directeur van Invest-NL niet te rijmen is
met uw eigen toezegging in het plenaire debat over de Machtigingswet oprichting Invest-NL
op 15 mei 2019, waarin u zei dat het mkb «een eigenstandig doel» is van Invest-NL
en dat iedere mkb-ondernemer die een verantwoorde investering wil doen bij Invest-NL
moet kunnen aankloppen? Deelt u de mening dat bij financiering uit Invest-NL niet
financieringsdrempels, maar juist bijdragen aan maatschappelijke opgaves, die impact
maken, leidend zouden moeten zijn?
Antwoord 5
Ik ben het met u eens dat het bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke opgaves
en het mkb eigenstandige doelen zijn voor Invest-NL. Dit komt ook tot uitdrukking
in de doelstellingen en focus van de organisatie, waarin het maken van zoveel mogelijk
impact leidend is als ook aan de vereiste van een positieve rendementsverwachting
wordt voldaan. Daarbij zijn investeringen met een relatief kleine omvang toegestaan.
Daarnaast bestaat er een instrumentarium van het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat met onder andere de garantieregelingen en Qredits. Invest-NL heeft samenwerkingsafspraken
met onder andere de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), regionale ontwikkelingsmaatschappijen
(ROMs), Techleap en de Kamer van Koophandel om partijen naar de juiste plek door te
verwijzen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat deze uitspraak en de huidige wijze waarop Invest-NL haar taakstelling
richting het mkb invult eveneens niet stroken met uw toezegging dat er «geen ondergrens
is van Invest-NL», waarmee u destijds aangaf dat iedere mkb-ondernemer, ongeacht de
hoogte van de financieringsaanvraag, voor financiering bij Invest-NL terecht moet
kunnen?
Antwoord 6
Deze mening deel ik niet, omdat er geen ondergrens is van Invest-NL. Zie hiervoor
de toelichting onder vraag 5.
Vraag 7
Welke acties gaat u ondernemen richting Invest-NL, indachtig uw reactie op de oproep
van het lid Amhaouch tijdens het plenaire debat over de Machtigingswet oprichting
Invest-NL op 15 mei 2019 dat vijf miljoen euro geen bodem moet zijn, «(m)aar the crux
of the matter is dat ik dat nou juist niet vanaf hier ga bepalen, maar dat ik dit,
in antwoord op de verstandige vraag van de heer Amhaouch, ook onderdeel maak van de
wetsgeschiedenis, en daarmee de directie op pad stuur»?
Antwoord 7
Samen met de Minister van Financiën als aandeelhouder ben ik voortdurend in overleg
met de instelling over haar ontwikkeling en de plaats die Invest-NL heeft in het financieringslandschap.
In de aanvullende overeenkomst die met Invest-NL is gesloten is ook «fondsen voor
mkb-financiering» expliciet opgenomen als een van de investeringsdomeinen waarop de
instelling zich kan richten, en in een recent overleg heeft Invest-NL dit nog bevestigd.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de randvoorwaarden waaronder het mkb in aanmerking kan komen
voor financiering uit Invest-NL van dien aard moeten zijn, dat aanvullende financieringsinstrumenten
overbodig zijn? Bent u derhalve bereid de huidige randvoorwaarden voor het mkb opnieuw
tegen het licht te houden?
Antwoord 8
Zoals aangegeven is Invest-NL aanvullend op het bestaande instrumentarium; de organisatie
versterkt dit juist doordat er bijvoorbeeld € 1,7 miljard risicokapitaal beschikbaar
komt voor specifiek transitiedoeleinden en de groei van het mkb en scale-ups. Op deze
terreinen is namelijk nog relatief beperkt aanbod van private financiering en van
ondersteunend instrumentarium, dus kan Invest-NL daar een grote toegevoegde waarde
bieden. Randvoorwaarden waaraan Invest-NL moet voldoen zijn dat de investeringen passen
binnen de staatssteuncriteria, financiering in principe tegen marktconforme voorwaarden
wordt verstrekt en dat er voldoende private investeerders meedoen. Dit zijn ten dele
ook de randvoorwaarden die zijn gesteld door de Europese Commissie en CBS/Eurostat.
Veel andere financieringsinstrumenten voor het mkb hebben geen positieve rendementseis
of hebben juist een specifiek regionale focus, zoals de ROMs. Invest-NL heeft goede
samenwerkingsafspraken om doubleringen te voorkomen en vormt door het eigen karakter
een waardevolle aanvulling op de bestaande instrumenten. Ik zal de aangekondigde voortgangsrapportages
en evaluaties benutten om randvoorwaarden bij te stellen waar dat nodig is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.