Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Snels over het feit dat de EU steeds meer ‘vuile’ kolenstroom importeert
Vragen van de leden Van der Lee en Snels (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën over het feit dat de EU steeds meer «vuile» kolenstroom importeert (ingezonden 29 januari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 20 februari 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Europese Unie importeert steeds meer «vuile» kolenstroom»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het juist dat de EU-lidstaten die onder het Europese emissiehandelssysteem ETS
vallen in 2019 netto 21 terawattuur aan elektriciteit uit kolencentrales hebben geïmporteerd,
dat dit zeven keer zoveel is als in 2017 en tot een uitstoot van 26 megaton CO2 heeft geleid?
Antwoord 2
De elektriciteitsmarkt is een internationale markt waarbij er aan de buitengrenzen
van de EU interconnecties zijn met omringende niet EU-landen. Of de EU netto importeert
of exporteert hangt af van ontwikkelingen in zowel de vraagkant (beïnvloed door o.a.
economische groei) als de aanbodkant (beïnvloed door o.a. brandstofprijzen en CO2 prijzen) in zowel de EU als de omringende landen. Het Financieel Dagblad baseert
zijn cijfers op de analyse van Sandbag.2
Sandbag zelf geeft aan dat de 21 terawattuur waar het rapport van spreekt niet 100%
afkomstig is van kolen. Dit is onmogelijk om vast te stellen omdat bij elektriciteit
dat niet één op één te herleiden valt. Wel is het aannemelijk dat de elektriciteitsmix
in de omringende landen buiten de EU, die deel uitmaken van de analyse van Sandbag,
over het algemeen minder schoon is dan het gemiddelde in de EU.
Vraag 3, 4
Deelt u de mening dat de invoering van een CO2-heffing aan de Europese buitengrens een rem kan vormen op deze import van «vuile»
kolenstroom ten gunste van meer duurzame en/of hernieuwbare opwek van elektriciteit
binnen de EU?
Steunt u het voorstel, één van de elementen uit het pakket van de Green Deal, om tot
een CO2-heffing aan de buitengrens van de EU te komen?
Antwoord 3, 4
Zoals is aangegeven in het BNC-Fiche over de Green Deal3, d.d. 31 januari 2020, staat het kabinet positief nieuwsgierig tegenover het door
de Europese Commissie aangekondigde voorstel voor een koolstofheffing (Carbon Border Adjustment Mechanism,CBAM) aan de Europese buitengrens om weglekeffecten te adresseren die kunnen optreden
bij ambitieuzer Europees klimaatbeleid ten opzichte van derde landen. De EU moet hierbij
stapsgewijs te werk gaan waarbij grondig onderzoek naar WTO-conformiteit, een systeem
voor koolstofboekhouding, administratieve lasten en uitvoerbaarheid van belang is.
Ook moet rekening worden gehouden met de geopolitieke context en de impact die een
dergelijk mechanisme kan hebben op specifieke sectoren.
Vraag 5
Hoe kansrijk acht u dit voorstel en wat zijn uw verwachtingen over de termijn waarop
een dergelijke heffing ingevoerd kan worden?
Antwoord 5
De Commissie is voornemens in 2021 een voorstel doen voor een CBAM. Aangezien er nog
geen concreet voorstel voor de uitwerking van een CBAM ligt, is het moeilijk om in
te schatten hoe kansrijk het voorstel is en op welke termijn een dergelijke heffing
kan worden ingevoerd. Deze aspecten hangen af van de uitwerking van het voorstel.
Vraag 6
Heeft u al ideeën over de vormgeving van deze heffing? Zo ja, welke?
Antwoord 6
Momenteel wordt door het kabinet nagedacht over het doel en de mogelijke vormgeving
en structuur van een CBAM. Het kabinet vindt dat er in elk geval rekening moet worden
gehouden met de eerder genoemde punten, zoals WTO-conformiteit, een systeem voor koolstofboekhouding,
administratieve lasten en uitvoerbaarheid.
Vraag 7
Deelt u de mening dat een dergelijke heffing niet alleen op te importeren eindproducten
geheven zou moeten worden, maar ook op bijvoorbeeld fossiele grondstoffen, zoals olie,
gas en elektriciteit die uit kolen is opgewekt?
Antwoord 7
Door het kabinet wordt gekeken naar de optie om een CBAM niet alleen op te importeren
eindproducten toe te passen, maar ook op halffabricaten en basisproducten. Hierbij
wordt bijvoorbeeld elektriciteit meegenomen.
Vraag 8
Heeft u ook kennisgenomen van het feit dat de Amerikaanse Minister voor Handel, Wilbur
Ross, in de Financial Times zinspeelde op een mogelijke Amerikaanse vergelding voor
een Europese CO2-heffing aan de gemeenschappelijke buitengrens?4
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Wat is uw oordeel daarover en welke impact verwacht u dat zijn uitspraken zullen hebben
op de discussie tussen de lidstaten, de Europese Commissie en het Europees parlement
over de invoering van een dergelijke heffing?
Antwoord 9
Zoals bij het antwoord op vraag 5 aangegeven, is het moeilijk om in te schatten hoe
kansrijk het aangekondigde voorstel van de Commissie is en op welke termijn een CBAM
kan worden ingevoerd. Het is moeilijk in te schatten welke impact de uitspraken van
de Amerikaanse Minister van Handel zullen hebben.
Vraag 10
Bent u bereid om een voortrekkersrol te vervullen in deze Europese discussie en te
bevorderen dat er zo snel als mogelijk een CO2-buitengrensheffing in de EU tot stand komt?
Antwoord 10
De positief nieuwsgierige positie van Nederland ten aanzien van een Europese CBAM
zal worden uitgedragen in Europees verband. De bereidheid een voortrekkersrol ten
aanzien van een CBAM te vervullen, zal afhangen van de verdere uitwerking van de Nederlandse
positie. Wel is het zo dat Nederland als het gaat om hogere klimaatambities een voortrekkersrol
vervult in een kopgroep van gelijkgestemde lidstaten, zie hiervoor ook de kamerbrief
van 4 feb jl. (Kamerstuk 35 377, nr. 2).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.