Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bromet en Van der Lee over de vertraging van duurzame energieprojecten vanwege de stikstofproblematiek
Vragen van de leden Bromet en Van der Lee (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken en Klimaat over de vertraging van duurzame energieprojecten vanwege de stikstofproblematiek (ingezonden 24 januari 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 19 februari 2020).
Vraag 1
Klopt het dat bepaalde duurzame energieprojecten vertraging oplopen als gevolg van
de stikstofproblematiek, met name de waterstofprojecten in de provincie Groningen?
Zo ja, kunt u een overzicht geven van duurzame energieprojecten die vertraging hebben
opgelopen als gevolg van de stikstofproblematiek, zowel binnen als buiten Groningen?
Deelt u de mening dat het in het licht van de gaswinningsproblematiek en het Nationaal
Programma Groningen onacceptabel is dat deze projecten vertraging oplopen?
Antwoord 1
Door de stikstofproblematiek zijn er energieprojecten die vertraging oplopen of dreigen
op te lopen. Dit komt omdat de vergunningverlening complexer is geworden sinds de
uitspraak over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van de Raad van State. Dit betreft
vooral de grotere energieprojecten, waarvoor tijdens de aanleg materieel moet worden
ingezet waarvoor de energie- en bouwsector geen emissiearme alternatieven hebben (bijvoorbeeld
kabellegschepen). De depositie van stikstof tijdens aanleg van deze projecten is daarmee
niet altijd te reduceren tot 0,00 mol/ha/jaar. Daarnaast zijn er energieprojecten
die ook in de gebruiksfase niet geheel tot 0,00 mol depositie terug kunnen.
De vergunningverlening voor deze energieprojecten valt terug op instrumenten als ecologische
beoordeling en salderen. Voor beide instrumenten geldt nog geen standaard uitvoeringspraktijk,
waardoor vergunningverlening in sommige gevallen traag op gang komt of op problemen
stuit. Er is geen compleet overzicht van projecten die hiermee te maken hebben, omdat
het bevoegd gezag hiervoor bij verschillende overheden (gemeenten, provincies en Rijk)
ligt en initiatiefnemers zowel overheden als private partijen kunnen zijn.
Het is onwenselijk dat duurzame energieprojecten die nodig zijn voor het halen van
de doelstellingen uit het Klimaatakkoord vertraging oplopen. De stikstofproblematiek
heeft vooralsnog geen gevolgen voor de afbouw van de gaswinning in Groningen en het
Nationaal Programma Groningen.
Vraag 2
Wat is de status van de bouw van de stikstoffabriek nabij Zuidbroek?
Antwoord 2
De bouw van de stikstoffabriek in Zuidbroek is tijdig door Gasunie Transport Services
(GTS) gestart. De vergunningen hiervoor zijn reeds verleend en zijn inmiddels onherroepelijk.
De realisatie van de fabriek verloopt op dit moment volgens planning.
Vraag 3
Deelt u het inzicht dat er een aantal verplichtingen zijn met betrekking tot duurzame
energie, onder andere voortkomend uit het Urgenda-vonnis en EU-richtlijnen, waardoor
het van groot belang is dat deze duurzame energieprojecten tijdig zijn voltooid?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het voltooien van deze energieprojecten vele malen belangrijker
is dan de bouw van snelwegen, aangezien er geen verplichtingen zijn rondom het tijdig
bouwen van snelwegen?
Antwoord 4
Het kabinet zet zich in om samen met provincies en de maatschappelijke partners te
komen tot een structurele aanpak van de stikstofproblematiek. Daarin worden blijvend
maatregelen genomen die de stikstofuitstoot bij de bron aanpakken. Daarmee ontstaat
structurele verbetering van de natuur en maakt het kabinet ruimte voor vergunningverlening
voor onder andere energieprojecten. Voorts heeft het kabinet in de Kamerbrief van
13 november 2019 (Kamerstuk 35 334, nr. 1) gerichte maatregelen aangekondigd ten behoeve van de woningbouw en een aantal infrastructuurprojecten.
Vraag 5 en 8
Welke maatregelen zijn getroffen om duurzame energieprojecten toch op tijd te voltooien?
Kunt u voor 1 februari 2020 een maatregelenpakket publiceren waarmee de voltooiing
van duurzame energieprojecten tijdig wordt gerealiseerd?
Antwoord 5 en 8
Het kabinet heeft in de Kamerbrief van 4 oktober 2019 (Kamerstuk 32 670, nr. 167) aangegeven dat toestemming voor projecten en activiteiten – waaronder projecten
voor duurzame energie – kan worden aangevraagd op basis van onder andere intern en
extern salderen. Bij intern salderen vermindert een bedrijf de stikstofemissie binnen
het eigen project of op de eigen locatie om een nieuwe vergunning mogelijk te maken.
Bij extern salderen neemt een bedrijf de ruimte om stikstofemissie uit te stoten over
van een ander bedrijf dat geheel of gedeeltelijk stopt. Ook is het mogelijk om een
vergunning aan te vragen als aangetoond kan worden dat de stikstofdepositie geen negatief
effect heeft op een natuurgebied (ecologische beoordeling) of als er geen alternatieven
zijn, er een dwingende reden van nationaal belang is en de natuurschade gecompenseerd
wordt (ADC-toets).
Via deze manieren van toestemmingverlening kunnen nu al een deel van de duurzame energieprojecten
worden vergund. Initiatiefnemers kunnen de kans op toestemmingverlening vergroten
door de projecten op een duurzame manier te realiseren waarbij geen of nauwelijks
sprake is van stikstofdepositie.
Daarnaast is in de Kamerbrief van 7 februari 2020 (Kamerstuk 35 334, nr. 44) aangekondigd dat het de inzet van het kabinet is om verleasen van stikstofruimte
mogelijk te maken. Verleasen betekent dat een ondernemer een deel van zijn niet benutte
stikstofruimte in zijn vergunning op tijdelijke basis beschikbaar kan stellen aan
een andere initiatiefnemer voor (tijdelijke) activiteiten waarbij stikstof vrijkomt.
Het leasen van stikstofruimte kan dus een goede oplossing zijn voor projecten die
een tijdelijke depositie veroorzaken, bijvoorbeeld duurzame energieprojecten.
Tot slot is conform de aankondiging in de Kamerbrief van 16 december 2019 (Kamerstuk
35 334, nr. 25) gestart met een verkenning of projecten voor duurzame energie kunnen worden gebundeld
in een programma om vergunningverlening voor deze projecten te vereenvoudigen.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke maatregelen zijn getroffen met betrekking tot de prioritaire
projecten, zoals genoemd in uw brief van 13 november 2019?1
Antwoord 6
Het kabinet heeft drie maatregelen genomen. Ten eerste voert het kabinet een snelheidsverlaging
overdag op autosnelwegen in. Ten tweede wordt ingezet op ammoniakreductie via voermaatregelen
in de veehouderij. En tot slot wordt de reductie van stikstofdepositie door een uitbreiding
van de warme saneringsregeling voor de varkenshouderij ingezet.
Met dit pakket aan maatregelen wordt het in de woningbouwsector mogelijk om in 2020
de bouw van 75.000 woningen te realiseren. Ook is ruimte gecreëerd voor een zevental
infrastructuurprojecten die onder het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte
en Transport) vallen.
Vraag 7
Kan de Kamer er nog steeds op rekenen, zoals eerder is toegezegd, dat het extra maatregelenpakket
om de stikstofproblematiek op te lossen in januari naar de Kamer wordt gestuurd?
Antwoord 7
Op 7 februari 2020 heeft de Minister van LNV namens het kabinet een brief aan uw Kamer
gestuurd waarin zij u informeert over een maatregelenpakket voor de landbouwsector.
Ook in de toekomst blijft het Rijk samen met medeoverheden maatregelen nemen om de
hoeveelheid stikstofdepositie terug te dringen. In het voorjaar zal ik uw Kamer hierover
nader informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.