Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over de Rotterdamse klimaatplannen
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over de Rotterdamse klimaatplannen (ingezonden 24 januari 2020).
Antwoord van Minister Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
18 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de Nieuwsuur-uitzending van 21 januari 2020, waarin GroenLinks-wethouder
Bonte zegt dat Rotterdam over tien jaar 100.000 woningen van het gas af en de CO2-uitstoot gehalveerd wil hebben?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dit onmogelijk, onzinnig en onbetaalbaar is? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Nee, deze mening deel ik niet.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de gemeente, met betrokkenheid van stakeholders,
uiterlijk in 2021 het tijdspad vastlegt en benoemt in welke wijken de gemeente voor
2030 aan de slag gaat met de energietransitie in de gebouwde omgeving. Ook het planmatig
isoleren van woningen en andere gebouwen kan onderdeel uitmaken van deze aanpak. Inzet
is dat de plannen van gemeenten in de Transitievisies Warmte optellen tot het doel
van 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen die tot en met 2030 verduurzaamd worden.
Daarmee wordt een belangrijke stap gezet om richting 2050 alle gebouwen de overgang
te laten maken van aardgas naar duurzame warmtebronnen.
Rotterdam bereidt zich voor op deze stappen. Navraag bij de gemeente Rotterdam leert
dat Rotterdam voor 2030 85.000 gebouwen wil verduurzamen. De 12 verkenningen die de
gemeente dit jaar gaat uitvoeren moeten inzicht geven in wat daarvoor nodig is. Op
basis daarvan stelt de gemeente in 2021 een Transitievisie Warmte op. Deze toont de
wijken waar voor 2030 een aanpak start om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Naast
het verduurzamen van de gebouwde omgeving zet Rotterdam in op verduurzaming van de
haven, de mobiliteit en op de opwek van duurzame energie.
Vraag 3
Bent u bekend met het eerder door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
gegeven schriftelijke antwoord dat «gemeenten [...] geen wettelijke grondslag [hebben]
om huiseigenaren te dwingen van het aardgas af te gaan»?2 Op grond waarvan worden in stadsdeel IJsselmonde momenteel koopwoningen van het gas
afgehaald? Hebben de huiseigenaren hiermee ingestemd? Hebben zij dit kunnen weigeren?
Antwoord 3
Ja, daar ben ik mee bekend.
Navraag bij de gemeente Rotterdam leert dat in IJsselmonde gebouweigenaren kunnen
kiezen uit verschillende opties: ze kunnen overstappen op stadsverwarming en/of elektrisch
koken, zelf aan de slag gaan met een alternatief voor aardgas in hun woning of ervoor
kiezen om voorlopig aardgas te blijven gebruiken. Niemand wordt gedwongen mee te doen.
Vraag 4
Hoeveel «klimaateffect» behalen de Rotterdamse klimaatplannen? Wat is daarvan het
effect op de temperatuur van de aarde? Kunt u een onderbouwde berekening verstrekken?
Zo nee, waar is deze klimaatonzin naar uw mening dan feitelijk goed voor?
Antwoord 4
De DCMR Milieudienst Rijnmond heeft het Rotterdamse klimaatakkoord doorgerekend.3 Uit de doorrekening blijkt dat de in het Rotterdams Klimaatakkoord opgenomen maatregelen
in de gebouwde omgeving in 2030 een verwachte CO2-reductie opleveren van 0,15 megaton. DCMR heeft niet het effect van de maatregelen
op de temperatuur van de aarde berekend.
De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor 32% van het totale energiegebruik in
Nederland en hiervoor wordt in circa 90% van de gevallen nog aardgas gebruikt. De
voorstellen in het Klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving moeten bijdragen aan een
reductie van de CO2-uitstoot van 3,4 Mton in 2030 ten opzichte van het basispad. Dit is een aanzienlijke
reductie voor de gebouwde omgeving, waar ook Rotterdam aan wil bijdragen. Het is duidelijk
dat de bijdrage van een individuele gemeente zoals Rotterdam op wereldniveau niet
groot is. Door in alle gemeenten en sectoren maatregelen te nemen kan Nederland haar
deel van de opgave realiseren en bijdragen aan het halen van de doelstellingen van
het Klimaatakkoord van Parijs. Bovendien kan de transitie naar aardgasvrij leiden
tot een duidelijke verbetering van het wooncomfort en de directe leefomgeving van
bewoners.
Vraag 5
Bent u bekend met de studie «Onder de pannen zonder gas» van het Sociaal en Cultureel
Planbureau?4 Deelt u de conclusie van het SCP «dat er onder burgers het gevoel leeft dat aardgasvrij
wonen iets is wat zij opgelegd krijgen – wat feitelijk ook het geval is – zonder dat
zij daarover iets te zeggen hebben gehad»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik ben bekend met deze studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ik heb hierover
eerder Kamervragen beantwoord (Kamerstukken 2019/2020, aanhangsel 345), waarnaar ik kortheidshalve verwijs.
Vraag 6
Bent u bereid het Klimaatakkoord en alle andere (gemeentelijke) klimaatplannen onmiddellijk
door de shredder te trekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, daartoe ben ik niet bereid. Samen met betrokken partijen ga ik door met de uitwerking
van het Klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving. Gemeenten spelen een belangrijke
rol bij de realisatie van de klimaatdoelstellingen. Gemeenten geven samen met bewoners
en andere stakeholders invulling aan de wijze van verduurzaming van de gebouwde omgeving.
Het debat hierover vindt plaats in de gemeenteraad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.