Schriftelijke vragen : Een VN-database met bedrijven actief in Israëlische nederzettingen
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een VN-database met bedrijven actief in Israëlische nederzettingen (ingezonden 17 februari 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «New Database Will Aid Corporate Accountability»
van Human Rights Watch over de publicatie door de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten
van een database met bedrijven actief in Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns
gebied?1
Vraag 2
Deelt u de mening van Human Rights Watch dat «bedrijfsactiviteiten bijdragen aan het
verankeren van nederzettingen, en aan daaruit voortvloeiende schendingen van rechten
en het tweeledige discriminatoire Israëlische systeem?» Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Wat is uw reactie op het standpunt van Human Rights Watch dat de «publicatie van de
database cruciale vooruitgang betekent in de wereldwijde inspanning om te waarborgen
dat bedrijven hun medeplichtigheid bij schendingen van rechten beëindigen en het internationaal
recht respecteren»?
Vraag 4
Herinnert u zich uw standpunt dat «aangezien de Mensenrechtenraad de Hoge Commissaris
de opdracht heeft gegeven de database te creëren, [...] deze uitgevoerd moet worden»?2 Steunt u zodoende het besluit van de Hoge Commissaris Bachelet om de database te
publiceren? Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat de Hoge Commissaris buitengewoon zorgvuldig te werk is gegaan
bij het samenstellen en publiceren van de database, zowel methodologisch als in het
contact met betrokken bedrijven? Zo neen, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat het van belang is dat de database periodiek geüpdatet wordt,
zodat bedrijven afhankelijk van hun betrokkenheid bij nederzettingen verwijderd of
toegevoegd kunnen worden, zoals de VN-Mensenrechtenraad in zijn eerdere besluit over
de database heeft voorzien?
Vraag 7
Verwelkomt u het wanneer bedrijven hun gedrag en activiteiten zodanig aanpassen, dat
zij uit de database verwijderd kunnen worden? Kunt u een toelichting geven in het
licht van het «ontmoedigingsbeleid» van het kabinet voor bedrijven en nederzettingen?
Vraag 8
Welke stappen gaat u zetten richting de vier Nederlandse bedrijven in de database,
te weten Altice Europe, Booking.com, Tahal Group International en Kardan? Kunt u een
toelichting geven in het licht van het ontmoedigingsbeleid?
Vraag 9
Herinnert u zich uw standpunt dat «de primaire verantwoordelijkheid om bewustzijn
van bedrijven over risico’s van betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen te vergroten
bij de lidstaten ligt»?3 Begrijpt u én waardeert u de inzet van de VN-Mensenrechtenraad ten aanzien van bedrijven,
ook in het licht van de UN Guiding Principles on Business and Human Rights?
Vraag 10
Deelt u de mening dat de database de verantwoordelijkheid van lidstaten niet ondermijnt
en juist is bedoeld om lidstaten (en bedrijven) daarin te ondersteunen, door constructieve
dialoog te faciliteren en transparantie te bevorderen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 11
Heeft u kennisgenomen van de aanval van de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken
Katz op de Hoge Commissaris Bachelet, waarin Katz haar kwalificeert als «partner en
instrument» van de Boycot, Desinvesteringen en Sancties (BDS)-beweging?4 Wat is uw reactie daarop?
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat de database a) geen uiting is van de BDS-beweging, b) niet voorziet
in sancties tegen of boycots van bedrijven, c) consistent is met het differentiatiebeleid
van de EU, en d) in lijn is met resolutie 2334 van de VN-Veiligheidsraad? Kunt u per
punt een toelichting geven?
Vraag 13
Heeft u kennisgenomen van beschuldigingen van de Israëlische ministers Erdan en Cohen,
die de VN en de VN-Mensenrechtenraad wegens het publiceren van de database van antisemitisme
hebben beticht?5 Heeft u ook kennisgenomen van de uitspraak van de American Jewish Committee (AJC),
dat de database «echo’s oproept van nazi-boycots en zwarte lijsten tegen joden»?6 Deelt u de mening dat deze buitengewoon ernstige beschuldigingen onjuist en onacceptabel
zijn? Bent u bereid daar nadrukkelijk afstand van te nemen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 14
Herinnert u zich uw uitspraak dat Nederland in 2016 «geen voorstander van het instellen
van de database [was], omdat het een voorbeeld is van de disproportionele aandacht
voor Israël in VN-fora»?7 Hoe verhoudt zich dat standpunt tot het feit dat de VN-Veiligheidsraad, het primaire
VN-orgaan voor vrede en veiligheid, in de periode 2009–2019 slechts twee resoluties
ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict heeft aangenomen, op een totaal
van 636?8 Deelt u de mening dat deze cijfers getuigen van vergaande disproportionaliteit in
het politieke voordeel van Israël?
Vraag 15
Begrijpt u tegen deze achtergrond de verontwaardiging van de Palestijnse VN-ambassadeur
Mansour, zoals tot uiting gebracht in het volgende citaat:« Beweringen dat de VN met
een buitensporig aantal resoluties voor Israël een uitzonderingspositie creëert, zijn
dus selectief en misleidend, in het slechtste geval bevooroordeeld, omdat dergelijke
beweringen de situatie in de Veiligheidsraad negeren, waar het tegendeel waar is en
elke poging om de flagrante minachting van Israël voor het internationaal recht, het
gezag van de Raad en zijn resoluties, waaronder 2334, te adresseren, [...] wordt geblokkeerd.»9? Zo neen, waarom niet?
Vraag 16
Herinnert u zich dat de EU, mede namens Nederland, op 17 september 2019 in de VN-Mensenrechtenraad
nadrukkelijk heeft verwelkomd dat ten aanzien van Myanmar een VN-database is opgesteld
met bedrijven en andere actoren betrokken bij mensenrechtenschendingen in dat land?10 Klopt het dat de VN in 2002–2003 een vergelijkbare database met bedrijven betrokken
bij het conflict in Congo heeft gepubliceerd? Zo ja, deelt u de mening dat ook op
grond daarvan de database met bedrijven actief in Israëlische nederzettingen geen
uitzonderingspositie voor Israël creëert? Zo neen, waarom niet?
Vraag 17
Deelt u het standpunt dat het belang van de database aanzienlijk is toegenomen door
de sterke groei van nederzettingen in de afgelopen drie jaar en het uitdrukkelijke
voornemen van de Israëlische regering om de nederzettingen te annexeren, hetgeen ernstig
inbreuk zou maken op het internationaal recht en een levensvatbare twee-statenoplossing
permanent onmogelijk zou maken? Kunt u een toelichting geven?
Vraag 18
Wilt u deze vragen afzonderlijk en zo spoedig mogelijk beantwoorden, graag vóórdat
de database tijdens de 43e zitting van de VN-Mensenrechtenraad, waar Nederland als
lid aan deelneemt, wordt behandeld? Zo neen, waarom niet?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid De Roon (PVV),
ingezonden 14 februari 2020 (vraagnummer 2020Z02992), van de leden Van der Staaij, Voordewind (ChristenUnie) en De Roon (PVV), ingezonden
14 februari 2020 (vraagnummer 2020Z02996) en het lid Karabulut (SP), ingezonden 14 februari 2020 (vraagnummer 2020Z02999)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. Kuzu, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.