Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diks over bestaan van een onderzoek naar Nieuw-Milligen als nieuwe locatie voor een marinierskazerne
Vragen van het lid Diks (GroenLinks) aan de Staatssecretaris van Defensie over het bestaan van een onderzoek naar Nieuw-Milligen als nieuwe locatie voor een marinierskazerne (ingezonden 5 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Visser (Defensie) (ontvangen 14 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Verhuizing mariniers van Doorn naar Vlissingen al in
november op losse schroeven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Ligt er een onderzoek naar de wenselijkheid van Nieuw-Milligen als locatie voor het
Korps Mariniers op uw ministerie?
Bent u bereid alle afgeronde onderzoeken op uw ministerie naar locaties voor de huisvesting
van het Korps Mariniers per ommegaande aan de Kamer te sturen? Zo nee, kunt u beargumenteren
welk rijksbelang gediend is bij het achterhouden van deze informatie tot u uw besluit
publiceert?
Antwoord 2, 3
Ik verwijs u naar mijn brief «voorgenomen besluiten inzake verhuizing Korps Mariniers
en compensatie Zeeland» die op 14 februari aan uw Kamer is verzonden. Bijgesloten
bij die brief vindt u een viertal nota’s die de stapsgewijze selectie aan de hand
van het afwegingskader beschrijven.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het kwetsbaar is dat betrokken bestuurders in Zeeland en Vlissingen
nu via de media vernemen dat de conclusie over het niet doorgaan van de verhuizing
van de Van Braam Houckgeestkazerne naar Vlissingen al in november vorig jaar op uw
ministerie is getrokken? Zo ja, welke lessen trekt u hieruit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik realiseer mij dat het proces tot nu toe niet goed is verlopen en dit betreur ik.
Het vertrouwen van Zeeland in het kabinet is hierdoor geschaad en wij beseffen dat
dit moet worden hersteld. Duidelijkheid is voor alle partijen van groot belang, zoals
ook naar voren kwam in de gesprekken die inmiddels met Zeeland zijn gevoerd. Het kabinet
neemt daarom twee voorgenomen besluiten. Daarvoor verwijs ik u naar mijn hiervoor
genoemde brief.
Vraag 5
Kunt u aangeven waarom u nog geen contact heeft gelegd met de gemeente Apeldoorn over
de optie om het Korps Mariniers in Nieuw-Milligen te vestigen? Is de stem van de gemeente
in dit besluit voor u geen relevante factor?
Antwoord 5
Er is de afgelopen periode in vertrouwelijkheid met de gemeente Apeldoorn gesproken.
Vraag 6, 7
Kunt u aangeven welke concrete stappen u de komende weken gaat zetten richting alle
betrokken gemeenten en provincies om in goede samenspraak te komen tot een nieuw besluit
dat recht doet aan de belangen van het Korps Mariniers, de kosten voor het rijk, en
de belangen van de betrokken gemeenten en provincies?
Bent u reeds, eventueel in samenspraak met andere bewindspersonen, aan het onderzoeken
of, en zo ja welke, andere overheidsdiensten op de locatie in Vlissingen gevestigd
zouden kunnen worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is hierbij het uitgangspunt dat
de beloofde economische ontwikkeling voor Zeeland overeind blijft?
Antwoord 6, 7
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar mijn brief «Voorgenomen besluiten
inzake verhuizing Korps Mariniers en compensatie Zeeland» (Kamerstuk 33 358, nr. 15).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.