Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Smeulders over het artikel 'Hoe Airbnb toch weer aan het langste eind trekt'
Vragen van het lid Smeulders (GroenLinks) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het artikel «Hoe Airbnb toch weer aan het langste eind trekt» (ingezonden 12 december 2019).
Antwoord van Minister van Veldhoven-van der Meer (Mileu en Wonen), mede namens de
            Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 14 februari 2020).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de reconstructie in het artikel «Hoe Airbnb toch weer aan
               het langste eind trekt»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat in de bijeenkomsten over het wetsvoorstel tot regulering van toeristische
               verhuur platforms en gemeenten als gelijkwaardige gesprekspartners gezien werden door
               het ministerie, zoals volgens het artikel blijkt uit de verslagen? Zo ja, waarom is
               dat het geval? Zo nee, wat is de onderbouwing dat dit niet gebeurd is?
            
Antwoord 2
            
Werken aan wet- en regelgeving vraagt om grote zorgvuldigheid. Het is van belang verschillende
               gezichtspunten te kunnen taxeren, kaders te kennen en ook vooruit te kijken naar de
               uitvoeringsfase. Daarom worden relevante partijen uitgenodigd om op verschillende
               aspecten van gedachten te wisselen. Dat komt de kwaliteit van een wetsvoorstel ten
               goede. Bij de voorbereiding van het wetsvoorstel toeristische verhuur van woningen
               is met relevante partijen gesproken zoals de meest belanghebbende gemeenten, de Vereniging
               van Nederlandse Gemeenten, platforms voor toeristische verhuur en belangenorganisaties
               van verhuurders van woningen voor toeristische verhuur. Voor een constructieve dialoog
               is het goed om partijen gelijkwaardig te behandelen. Wel is het zo dat eerst met de
               gemeenten is gesproken over hun beleidsmatige behoeften alvorens het gesprek met de
               platforms is aangegaan.
            
Vraag 3 en 4
            
Hoe vaak zijn er in 2018 en 2019 overleggen geweest tussen vertegenwoordigers van
               verhuurplatforms en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en
               andere ministeries?
            
Hoe vaak hebben de Minister voor Milieu en Wonen en/of de Minister van Binnenlandse
               Zaken en Koninkrijksrelaties in 2018 en 2019 gesproken met vertegenwoordigers van
               een of meerdere verhuurplatforms?
            
Antwoord 3 en 4
            
In 2018 en 2019 is er ongeveer tien maal in wisselende ambtelijke samenstellingen
               met verhuurplatforms gesproken.
            
Vraag 5
            
Welke invloed hebben verhuurplatforms op het uiteindelijke wetsvoorstel gehad? Kunt
               u precies aangeven welke input u heeft overgenomen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Het wetsvoorstel toeristische verhuur van woningen is tot stand gekomen door tijdens
               de beleidsontwikkeling in gesprek te gaan met alle relevante partijen teneinde enerzijds
               de maatschappelijk problemen in kaart te brengen en anderzijds een adequate oplossing
               te bereiken die uitvoerbaar en proportioneel is. De vraag van de gemeenten was de
               mogelijkheid voor het invoeren van een registratieplicht voor personen die hun woning
               toeristisch willen verhuren om zo meer inzicht te krijgen waar de toeristische verhuur
               in de gemeente plaatsvindt en zo nodig via een meld- of vergunningsplicht de toeristische
               verhuur van woonruimte nader te kunnen reguleren. Platforms hebben aangegeven dat
               een eenmalige registratieverplichting die laagdrempelig, kosteloos en digitaal wordt
               ingericht voor hen werkbaar is. Op deze wijze is het voor platforms mogelijk om de
               noodzakelijke aanpassingen op hun website door te voeren. Voornemen is daarom dat
               er een landelijke website komt waarop alle gemeenten die een registratieplicht hebben
               ingevoerd vermeld staan. Voor gemeenten is het van belang dat door middel van dit
               systeem inzicht wordt verkregen in zowel de omvang als de specifieke adressen van
               de woningen die in een gemeente voor toeristische verhuur worden aangeboden. Daarnaast
               gaven zowel gemeenten als platforms aan dat de Huisvestingswet 2014 zich het beste
               leent voor het wettelijk verankeren van vorenstaande.
            
Vraag 6 en 7
            
Bent u van mening dat met dit wetsvoorstel het publieke belang goed gediend wordt
               en illegale verhuur effectief tegengegaan zal worden?
            
Wat zijn de doelstellingen bij dit wetsvoorstel? Hoeveel zal de illegale toeristische
               verhuur afnemen de komende jaren na inwerkingtreding?
            
Antwoord 6 en 7
            
Gemeenten krijgen wettelijke bevoegdheden om vakantiehuur via verhuurplatforms in
               goede banen te leiden zodat negatieve effecten kunnen worden tegen gegaan. Het is
               aan de gemeenten om de wettelijke bevoegdheden in te gaan zetten en te handhaven.
               Daarnaast hebben de platforms toegezegd zo veel mogelijk uit te sluiten dat er op
               hun websites advertenties (aanbiedingen) zonder registratienummer worden gepubliceerd.
            
De toeristische verhuur van woonruimte is door de opkomst van digitale platforms aanzienlijk
               in omvang toegenomen. Grootschalige verhuur van woonruimte aan toeristen kan effecten
               hebben op onder meer de woningmarkt, de leefbaarheid, de veiligheid en het gelijke
               speelveld voor andere aanbieders van toeristische accommodatie.
            
De belangrijkste redenen voor het reguleren van de toeristische verhuur van woonruimte
               zijn het tegengaan van het oneigenlijk gebruik van woonruimten, de impact op de leefbaarheid
               van de woonomgeving, de veiligheid van woonruimten die voor toeristische verhuur worden
               aangeboden en het gelijke speelveld voor aanbieders van accommodatie voor toeristen.
               Het veelvuldig toeristisch verhuren van een woonruimte heeft tot gevolg dat de woonfunctie
               niet meer overheersend is en er sprake kan zijn van oneigenlijk gebruik van de woningvoorraad.
               Dit is onwenselijk in gemeenten waar schaarste aan woonruimte is.
            
Aangezien de toeristische verhuur van woonruimte nog steeds toeneemt en ook de wijze
               van aanbieding in de nabije toekomst kan veranderen onder invloed van nieuwe technische
               mogelijkheden, zal dit wetsvoorstel binnen vijf jaar na inwerkingtreding worden geëvalueerd.
            
Vraag 8, 9, 10 en 11
            
Hoe beoordeelt u het feit dat de stad Parijs een boete van 12,5 miljoen euro heeft
               kunnen opleggen aan AirBnB voor het faciliteren van illegale vakantieverhuur?
            
Zou u steden als Amsterdam ook graag de mogelijkheid willen geven om platforms boetes
               op te leggen voor illegale vakantieverhuur, aangezien onder andere AirBnB daar niet
               meewerkt aan de regel om vakantieverhuur tot 30 dagen te beperken?
            
Waarom heeft de regering er niet voor gekozen om – net als in bijvoorbeeld Frankrijk –
               de verhuurplatforms aansprakelijk te maken?
            
Waarom heeft de regering de uitspraak van de Hoge Rechter of Frankrijk de verhuurplatforms
               aansprakelijk mag stellen niet afgewacht, alvorens te kiezen om dit niet in het wetsvoorstel
               op te nemen?
            
Antwoord 8, 9, 10 en 11
            
Gemeenten krijgen met deze maatregelen de instrumenten om ongewenste neveneffecten
               van toeristische verhuur tegen te gaan waaronder ook geldelijke sanctionering. Op
               basis van het wetsvoorstel kan medewerking door de platforms aan het verstrekken van
               informatie omtrent aanbieders op verzoek van de gemeente worden afgedwongen door middel
               van het opleggen van een last onder dwangsom. De gemeente kan op basis van de verstrekte
               gegevens handhaven bij de aanbieder van de woonruimte voor toeristische verhuur alsmede
               het platform verzoeken de illegale aanbiedingen te verwijderen. Parallel aan het traject
               rond het wetsvoorstel zet het kabinet er in Europees verband op in om tot aanvullende
               maatregelen te komen. Ik heb dat toegelicht in de brief waarmee ik deze antwoorden
               aan uw Kamer heb doen toekomen.
            
Vraag 12, 13 en 14
            
Hoe moeten volgens u de Europese richtlijnen (e-Commerce richtlijn, Dienstenrichtlijn)
               aangepast worden om de verhuurplatforms gemakkelijker aansprakelijk te stellen voor
               het faciliteren van illegale vakantieverhuur?
            
Heeft u reeds in overleggen met uw Europese ambtsgenoten en de Europese Commissie
               ingebracht dat de Europese richtlijnen aangepast moeten worden zodat verhuurplatforms
               aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het faciliteren van illegale vakantieverhuur?
               Zo ja, wat zijn daarvan de resultaten?
            
Zo nee, bent u bereid in het eerstvolgende Europese overleg het standpunt uit te dragen
               dat verhuurplatforms aansprakelijk gesteld moeten kunnen worden en dat zo nodig de
               Europese richtlijnen aangepast moeten worden?
            
Antwoord 12, 13 en 14
            
Zoals ook beschreven in de Kamerbrief over toeristische woningverhuur d.d. 13 maart
               20192 zal ik samen met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat in Europees
               verband verkennen in hoeverre er draagvlak is voor een gezamenlijke aanpak van de
               negatieve neveneffecten van toeristische verhuur van woningen via platforms. De nieuwe
               Europese Commissie heeft het voornemen om te komen tot een Digital Services Act; dit
               zal naar alle waarschijnlijkheid een herziening van de Richtlijn elektronische handel
               omvatten. Zoals ook beschreven in de recente Kamerbrief over desinformatie3 is de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat verantwoordelijk voor het
               volgen en beïnvloeden van de ontwikkelingen rondom de Digital Services Act. De Staatssecretaris
               van Economische Zaken en Klimaat zal door middel van de motie Middeldorp4 binnen de gestelde termijn de Kamer informeren over de Digital Services Act. Zie
               verder ook mijn antwoord op de vragen 8, 9, 10 en 11.
            
Vraag 15
            
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 15
            
De vragen zijn zo veel als mogelijk afzonderlijk beantwoord.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen - 
              
                  Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.