Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht in de Telegraaf van 8 januari 2020 ‘Miljoenenroof bij Corporatie’
Vragen van de leden Koerhuis (VVD) aan de Minister voor Milieu en Wonen over het bericht «Miljoenenroof bij corporatie» (ingezonden 22 januari 2020).
Antwoord van Minister Van Veldhoven-van der Meer (Mileu en Wonen) (ontvangen 14 februari
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Miljoenenroof bij corporatie»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben daarmee bekend.
Vraag 2
Klopt het dat er een miljoenenroof heeft plaatsgevonden bij corporatie Stadgenoot?
Kunt u de omvang van deze roof omschrijven?
Antwoord 2
Ik heb de berichtgeving gelezen dat een inmiddels ontslagen medewerker van de woningcorporatie
Stadgenoot – naar het zich laat aanzien – voor persoonlijk gewin geld van de corporatie
heeft weggenomen. Stadgenoot heeft aangifte gedaan, en het Openbaar Ministerie heeft
een strafrechtelijk onderzoek ingesteld. Dit onderzoek loopt. Ook loopt er momenteel
in opdracht van Stadgenoot een forensisch onderzoek door een extern bureau, waaruit
moet blijken wat er precies is gebeurd en wat de precieze omvang van de vermeende
fraude is.
Vraag 3
Kunt u verklaren hoe het kan dat deze fraude jarenlang heeft kunnen plaatsvinden en
hoe het kan dat uiteindelijk de bank en niet de corporatie zelf het ontdekt heeft?
Antwoord 3
Deze vraag is onderdeel van de forensische onderzoeksopdracht. De bankensector heeft
een zorgplicht om verdachte transacties op basis van data-analyse te melden aan de
organisatie die het betreft. De vermeende fraude bij Stadgenoot is gesignaleerd doordat
de bank een verdacht transactiepatroon bij de corporatie signaleerde.
Vraag 4
Kunt u verklaren hoe het kan dat noch de Raad van Bestuur noch de Raad van Toezicht,
de accountant of de Autoriteit Woningcorporaties de fraude hebben ontdekt?
Antwoord 4
Uit het forensisch rapport zal moeten blijken in hoeverre de accountant, het bestuur
en de Raad van Commissarissen (RvC) goede invulling hebben gegeven aan hun rol. Uit
het forensisch onderzoek zal naar verwachting duidelijk worden wat er is gebeurd,
en – als er inderdaad fraude aan de orde is – hoe het kon gebeuren dat de situatie
in dit geval niet door hen is opgemerkt.
De Autoriteit Woningcorporaties (Aw) ziet onder andere toe op de kwaliteit van de
interne organisatie, en de werking van de interne controlemechanismen van woningcorporaties.
Centraal in het toezicht staat de wijze waarop het interne toezicht en de «checks
and balances» functioneren. De Aw baseert zich daarbij mede op de bevindingen van
de accountant hierover. De Aw houdt geen toezicht op individuele transacties. Het
is in eerste instantie aan de corporatie zelf om te communiceren over de uitkomsten
van het forensisch onderzoek dat in opdracht van de corporatie wordt uitgevoerd. De
Aw zal de opvolging van de bevindingen uit het forensisch onderzoek meenemen in haar
oordeelsbrief over Stadgenoot.
Vraag 5, 6, 7
Is er bij Stadgenoot een vier-ogenprincipe gehanteerd? Zo ja, hoe heeft dit dan kunnen
gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Is er bij Stadgenoot een functionele scheiding van front- en back-office geweest?
Zo ja, hoe heeft dit dan kunnen gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Is er bij Stadgenoot een auditfunctie geweest? Zo ja, hoe heeft dit dan kunnen gebeuren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6, 7
Ik heb gezien dat in de media werd geschreven dat Stadgenoot een zogenaamd vier-ogenprincipe
hanteert. Of dit inderdaad zo is, en zo ja, wat er precies is gebeurd, zijn vragen
die verband houden met het onderwerp van het forensisch onderzoek. Als de vermeende
fraude wordt vastgesteld, dan zal uit het forensisch onderzoek naar verwachting duidelijkheid
komen hoe het heeft kunnen gebeuren dat de vermeende fraude, ondanks de (interne)
controles, ongemerkt heeft kunnen plaatsvinden. Ten aanzien van de vraag over een
functionele scheiding van front- en back-office en de auditfunctie geldt hetzelfde:
hoe dit precies zit zal uit het forensisch onderzoek moeten blijken.
Vraag 8
Screent Stadgenoot medewerkers wel of niet op het hebben van een gokverslaving? Hoe
staat dit bij andere corporaties? Kunt u een lijst met de Kamer delen waarop aangegeven
is welke corporaties wel en welke corporaties geen screeningsbeleid hanteren ten aanzien
van een gokverslaving?
Antwoord 8
Voor de groep van corporatiebestuurders en -toezichthouders is in de Woningwet geregeld
dat zij worden getoetst op respectievelijk geschiktheid en betrouwbaarheid.
Voor het overige zijn corporaties zelf verantwoordelijk voor de selectie en aanname
van medewerkers en het screenen. Er bestaat om deze reden geen lijst waarop is aangegeven
welke screeningscriteria corporaties hanteren. Een eventueel screeningsbeleid dient
te voldoen aan de wettelijke voorwaarden die daarvoor gelden, zoals bijvoorbeeld de
Algemene verordening gegevensbescherming en de Uitvoeringswet Algemene verordening
gegevensbescherming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.