Schriftelijke vragen : Het bericht VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen (ingezonden 13 februari 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «VN publiceert lijst van bedrijven met banden
Israëlische nederzettingen» d.d. 11 februari jl?1
Vraag 2
Kunt u aangeven welke gevolgen dit heeft voor de Nederlandse bedrijven op deze lijst,
zowel op dit moment nu er volgens de Mensenrechtenraad redelijke gronden zijn, als
indien onomstotelijk vast komt te staan dat deze bedrijven banden hebben met Israëlische
nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever?
Vraag 3
Bent u van mening dat deze bedrijven handelen volgens de richtlijnen voor maatschappelijk
verantwoord ondernemen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Welke stappen gaat u, of kunt u, ondernemen wanneer Nederlandse bedrijven handelen
in strijd met het Internationaal recht?
Vraag 5
Heeft u, of gaat u, de VN Mensenrechtenraad om een toelichting vragen hoe zij zijn
gekomen tot de «redelijke gronden» om aan te nemen dat deze bedrijven verbonden zijn
met de Israëlische nederzettingen? Zo ja, wat is op basis van die informatie uw conclusie
over de verbondenheid met de Israëlische nederzettingen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Internationaal Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen d.d. 20 februari 2020?
Indieners
-
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.