Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Cartoonist Ruben L. Oppenheimer: “Ik radicaal? Ik hecht aan mijn vrijheid” en het bericht ‘Cartoonisten: “We zijn kanonnenvoer op de eerste rij”
Vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Becker (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Cartoonist Ruben L. Oppenheimer: «Ik radicaal? Ik hecht aan mijn vrijheid» en het bericht «Cartoonisten: «We zijn kanonnenvoer op de eerste rij» (ingezonden 12 februari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Cartoonist Ruben L. Oppenheimer: «Ik radicaal? Ik hecht
aan mijn vrijheid»1 en het artikel «Cartoonisten: «We zijn kanonnenvoer op de eerste rij»?2
Vraag 2
Wat is uw mening over de constatering van de geïnterviewde politiek tekenaar dat de
vrijheid in Nederland in algemene zin en zijn persoonlijke vrijheid specifiek onder
druk staat?
Vraag 3
Bent u het eens dat zowel de vrijheid van pers als de vrijheid van meningsuiting fundamentele
waarden voor onze democratische rechtstaat vormen en derhalve te allen tijde beschermd
en daar waar nodig verdedigd zouden moeten worden?
Vraag 4
De politiek tekenaar geeft aan meerdere malen aangifte te hebben gedaan, dat zijn
leven bedreigd wordt, maar dat er opmerkelijk genoeg geen opvolging heeft plaatsgevonden,
ondanks dat alle namen en rugnummers bekend zijn, klopt dit? Zo ja, hoe verklaart
u dit? Zo nee, kunt u dit toelichten?
Vraag 5
Heeft u contact met de betrokkene (gehad)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u het eens dat het hier niet alleen een individuele zaak betreft, maar dat het
feit dat een Nederlandse cartoonist bedreigd wordt vanwege spotprenten, onze rechtsstaat
in brede zin raakt en derhalve tekst en toelichting, en bovenal aandacht, verdient?
Vraag 7
Is het u bekend dat in Turkije ophef is ontstaan over de cartoons van Oppenheimer
en deze zelfs op last van de regering van president Erdogan zijn geblokkeerd op Facebook
daar? Is u ook bekend dat de Chinese ambassadeur Nederlandse kranten en cartoonisten
heeft gewaarschuwd voor het ingrijpen van de overheid in het geval van kwetsende spotprenten?
Deelt u de mening dat deze vorm van beïnvloeding zeer onwenselijk is? Zo ja, welke
stappen neemt u hiertegen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Is er een verband tussen de onvrede in Turkije over de cartoons en de dreigingen in
Nederland en zo ja, bent u het eens dat daarmee sprake is van ongewenste beïnvloeding
vanuit Turkije in de Nederlandse samenleving en dat dit onacceptabel is? Zo ja, welke
stappen neemt u hiertegen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Bent u bereid te onderzoeken in welke mate sprake is van bedreiging uit een specifieke
hoek en in welke mate ongewenste buitenlandse beïnvloeding hierin een rol speelt?
Zo ja, kunt u de Taskforce ongewenste buitenlandse beïnvloeding vragen naar deze casus
te kijken? Zo ja, bent u bereid de Kamer hierover op korte termijn te informeren?
Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Dilan Yeşilgöz-Zegerius, Kamerlid -
Medeindiener
Bente Becker, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.