Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lodders en Aartsen over de nieuwe Kleine Ondernemersregeling (KOR)
Vragen van de leden Lodders en Aartsen (beiden VVD) aan de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de nieuwe Kleine Ondernemersregeling (KOR) (ingezonden 17 januari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 11 februari 2020)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Minder aanmelders nieuwe btw-vrijstelling kleine ondernemers»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat alle kleine ondernemers onder de nieuwe Kleine Ondernemersregeling
(KOR) zouden moeten kunnen vallen? Deelt u de mening dat dit niet het geval is en
dat dit aangepast zou moeten worden omdat de administratieve lasten voor de kleine
ondernemer door de nieuwe KOR niet zijn afgenomen en de nieuwe KOR daarmee zijn doel
niet bereikt? Graag een toelichting hierop.
Antwoord 2
Ik deel de mening dat alle kleine ondernemers onder de nieuwe kleineondernemersregeling
(KOR) zouden moeten kunnen vallen. Het gaat om ondernemers bij wie de omzet die voor
die regeling als maatstaf geldt, maximaal € 20.000 per jaar is. De nieuwe KOR is daarom
in vergelijking met de oude KOR uitgebreid in die zin dat niet alleen natuurlijke
personen, maar ook rechtspersonen gebruik kunnen maken van de regeling. Zo kunnen
bijvoorbeeld ook de vele kleine Nederlandse stichtingen en verenigingen van de nieuwe
KOR gebruikmaken. Dit betekent dat alle ondernemers die op basis van de KOR als kleine
ondernemer worden aangemerkt de regeling kunnen toepassen wanneer zij dat willen.
Naast het financiële voordeel van maximaal € 4.200 (21% x € 20.000) betekent de nieuwe
KOR automatisch ontheffing van administratieve verplichtingen zoals het indienen van
aangiften en het uitreiken van facturen. In de oude regeling was dit alleen mogelijk
als op jaarbasis minder dan € 1.345 btw was verschuldigd en de ondernemer om ontheffing
van administratieve verplichtingen had verzocht. Overschrijdingen van de KOR-drempel
gedurende een jaar leiden niet meer tot correcties over voorbije tijdvakken van dat
jaar. De nieuwe KOR is in al deze aspecten een administratieve vereenvoudiging, waarvoor
de ondernemer zelf kan kiezen. Voor een aanpassing van de KOR zie ik geen aanleiding.
Dit laat onverlet dat ondernemers bijvoorbeeld niet kiezen voor de nieuwe KOR wanneer
zij zakelijke klanten hebben die aan hen berekende btw kunnen verrekenen. Of wanneer
zij niet op voorhand voor drie jaar willen kiezen voor een vrijstelling zonder recht
op aftrek of als (startende) ondernemer grote investeringen voorzien. De btw daarover
is alleen als voorbelasting aftrekbaar indien de ondernemer valt onder de reguliere
btw-heffing. Zo kunnen er diverse redenen zijn waarom ondernemers (nog) niet kiezen
voor de nieuwe KOR, ondanks de administratieve vereenvoudiging.
Vraag 3
Waarop heeft het kabinet het aantal van 200.000 ondernemers gebaseerd?
Antwoord 3
De herkomst van het aantal van 200.000 ondernemers, genoemd in het FD-artikel, is
mij niet bekend. Bij het vaststellen van de hoogte van een omzetgrens is budgetneutraliteit
het uitgangspunt geweest. Op basis van aangiftegegevens omzetbelasting 2017 en aannames
over de gedragseffecten van ondernemers is geraamd dat dit het geval zou zijn bij
een omzetgrens van ongeveer € 20.000. Bij deze grens was de verwachting dat zo’n 169.000
btw-plichtige ondernemers gebruik zouden gaan maken van de nieuwe KOR. Dit aantal
is exclusief degenen die al onder de oude KOR vrijgesteld waren en exclusief de particuliere
zonnepaneelhouders.
Vraag 4
Herinnert u zich dat in de antwoorden van 17 september 2019 op schriftelijke vragen
van de leden Lodders en Aartsen is vermeld dat het doel van de nieuwe KOR een vereenvoudigde
vrijstellingsregeling is om de administratieve lasten te verlichten?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Kunt u verklaren waarom kleine ondernemers, gezien het tegenvallende aantal kleine
ondernemers dat gebruik maakt van de nieuwe KOR in vergelijking met de verwachtingen
van het kabinet, dit blijkbaar niet als zodanig zien?
Antwoord 5
Uit de meest recente cijfers van de Belastingdienst blijkt dat 108.000 ondernemers
zich actief hebben aangemeld voor de nieuwe KOR per 1 januari 2020, en nog eens 32.000
per 1 april 2020. Dit laatste aantal ontwikkelt zich nog, nu de aanmeldtermijn loopt
tot 4 weken voorafgaand aan 1 april. Pas begin 2021 kan vastgesteld worden of het
aantal ondernemers dat gebruik wil maken van de nieuwe KOR al dan niet significant
afwijkt van het eerder geschatte aantal.
Vraag 6
Bent u het eens met de genoemde ondernemingsorganisaties, die zeggen dat ondernemers
door de nieuwe regeling afgeschrikt worden? Zo nee, hoe kunt u aantonen dat dit niet
klopt?
Antwoord 6
In de memorie van toelichting bij de Wet modernisering kleineondernemersregeling is
een evaluatie in de loop van 2021 aangekondigd van de nieuwe regeling. Op dat moment
ben ik in staat vast te stellen in hoeverre het aantal aangemelde ondernemers (positief
of negatief) afwijkt van het verwachte aantal en inzicht te krijgen in de mogelijke
oorzaken daarvan.
Vraag 7
Wat is de rol van het niet weergeven van de btw op een factuur op het aantal kleine
ondernemers die geen gebruik maken van de nieuwe KOR?
Antwoord 7
Het niet weergeven van de btw op de factuur bij toepassing van de KOR betekent dat
de afnemer kennis krijgt van de beperkte jaaromzet van de ondernemer. Dit aspect zal
de ondernemer moeten afwegen tegen het administratieve voordeel van de nieuwe KOR
en kan reden zijn voor ondernemers om ervoor te kiezen de KOR niet toe te passen.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 2 zijn er ook diverse andere redenen die
kunnen maken dat een ondernemer niet kiest voor toepassing van de nieuwe KOR, zoals
veel zakelijke klanten met aftrekrecht of veel investeringen met btw. Daarbij moet
opgemerkt worden dat het niet berekenen van btw en de hiervoor opgesomde gevolgen
niet afwijken van de oude KOR indien daarbij ontheffing van administratieve verplichtingen
was verkregen.
Een kleine ondernemer die de KOR toepast, is overigens voor de btw niet verplicht
een factuur uit te reiken voor de goederenleveringen en diensten die hij in Nederland
verricht.
Vraag 8
Waarom heeft het kabinet de suggestie van de branche tot een onderzoek naar de effecten
van het weglaten van de btw op de factuur naast zich neergelegd?
Antwoord 8
De nieuwe KOR is een vrijstellingsregeling die voortvloeit uit de BTW-richtlijn 2006.
In deze richtlijn staat dat ondernemers die de KOR toepassen geen btw op hun facturen
mogen vermelden. Ten aanzien van dit punt bestaat geen beleidsvrijheid voor Nederland.
Het doen van onderzoek naar de effecten van het weglaten van de btw op de factuur
is daarom achterwege gelaten. Het is ook moeilijk om voorafgaand aan de inwerkingtreding
van een nieuwe regeling alle gedragseffecten van deze regeling in kaart te brengen.
Of een ondernemer gebruik zal maken van de nieuwe KOR is een individuele keuze waarbij
verschillende aspecten een rol spelen. Daarbij mocht een kleine ondernemer die onder
de oude KOR was ontheven van administratieve lasten ook al geen btw op zijn factuur
vermelden en is in zoverre sprake van voortzetting van een bestaande voorwaarde.
Vraag 9
Waarom is er gekozen voor een termijn van drie jaar?
Antwoord 9
Het is ongewenst dat belastingplichtigen strategisch gedrag vertonen en bijvoorbeeld
per aangiftetijdvak of investering kunnen kiezen of zij de nieuwe KOR willen toepassen.
Om ongewenst jojo-effect tegen te gaan, ook bezien vanuit de daarmee samenhangende
uitvoeringsaspecten, is voorzien in een bezinningsperiode van drie jaar.
Vraag 10
Herkent u het beeld dat ondernemers te laat doorkregen dat de KOR ging veranderen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manieren, naast de in de antwoorden op de eerdere
schriftelijke vragen genoemde publiekscampagne, kunnen in de toekomst tijdig alle
ondernemers bereikt worden?2
Antwoord 10
Nee, ik herken dat beeld niet. Al vanaf 2018 is richting fiscale dienstverleners aandacht
besteed aan de nieuwe KOR tijdens de Intermediairdagen en op het Forum Fiscaal Dienstverleners.
De communicatiecampagne is op 1 juni 2019 gestart met het aanbod van informatie en
het aanmeldformulier op de website van de Belastingdienst, na de zomer gevolgd door
een grote landelijke mediacampagne. Omdat de nieuwe KOR pas op 1 januari 2020 in werking
trad was een eerdere start van de massamedia communicatie niet zinvol/effectief. Met
een campagne effectonderzoek heeft de Belastingdienst vastgesteld dat eind 2019 76%
van de doelgroep bekend was met de nieuwe KOR door de communicatiecampagne. Ook voor
2020 is een communicatieplan opgesteld met daarin aandacht voor bekendheid met de
regeling en handhavingscommunicatie, zoals attendering van ondernemers op de € 20.000
omzetgrens.
Vraag 11
Herkent u het beeld dat het voor veel ondernemers onder de nieuwe KOR niet duidelijk
is aan welke factuureisen moet worden voldaan? Kunt u een toelichting geven op de
factuureisen waaraan een factuur moet voldoen?
Antwoord 11
Nee, dat beeld herken ik niet. Op de website van de Belastingdienst zijn de factuur-
en administratie-eisen te vinden. Daar is ook uitgelegd dat een ondernemer bij toepassing
van de nieuwe KOR geen btw meer mag berekenen en zelfs geen factuur hoeft uit te reiken
voor de btw. Als de ondernemer onder de nieuwe KOR wel wil factureren of zijn afnemer
vraagt daarom, dan moet hij op de factuur vermelden dat een vrijstelling van toepassing
is. Zoals aangegeven mag op deze factuur geen btw vermeld worden.
Vraag 12
Moeten ondernemers onder de nieuwe KOR wel het btw-nummer op de factuur vermelden,
nu de btw niet op de factuur vermeld hoeft te worden?
Antwoord 12
Zoals vermeld in het antwoord op vraag 11 is de ondernemer ontheven van de verplichting
om een factuur uit te reiken. Als een kleine ondernemer onder de nieuwe KOR toch ervoor
kiest een factuur uit te reiken, dan hoeft hij geen btw-nummer op de factuur vermelden.
Zie hiervoor ook de beantwoording van de eerdergenoemde Kamervragen d.d. 17 september
2019.
Vraag 13
Waarom heeft u gekozen voor een omzetgrens van 20.000 euro, die gezien de omzetgrens
in andere Europese lidstaten de op een na laagste van Europa is?
Antwoord 13
Het kabinet heeft gekozen voor een omzetgrens van € 20.000 per kalenderjaar, omdat
de nieuwe KOR met deze grens budgetneutraal is ten opzichte van de oude KOR. Dat betekent
dat de kosten voor de schatkist van de nieuwe KOR naar verwachting even hoog zijn
als de kosten van de oude KOR.
Vraag 14
Wat doet deze relatief lage omzetgrens met de concurrentiepositie van kleine ondernemers
die handelen met het buitenland?
Antwoord 14
De concurrentiepositie van kleine ondernemers die handelen met het buitenland kan
beïnvloed worden (zowel positief als negatief) door alle verschillen die tussen lidstaten
bestaan. De KOR is daar geen uitzondering op. Daarbij is de omzetgrens van € 20.000
niet veel lager dan de gemiddelde omzetgrens in de EU en redelijk in lijn met de omzetgrens
van de omliggende landen. De gemiddelde omzetgrens is € 26.000. In België geldt een
omzetgrens van € 25.000, in Luxemburg van € 30.000, in Denemarken van DKK 50.000 (ongeveer
€ 6.700, in Duitsland van € 17.500 en in Oostenrijk van € 30.000.
In dit verband wordt nog opgemerkt dat in november 2019 een politiek akkoord is bereikt
over een wijziging van de huidige regelgeving in de BTW-richtlijn 2006 voor kleine
ondernemers, waarbij lidstaten de KOR-vrijstelling die lokale ondernemers genieten
ook moeten toestaan aan ondernemers uit andere lidstaten. Het gevolg hiervan is dat
de concurrentieverschillen tussen buitenlandse en binnenlandse kleine ondernemers
zullen verminderen. De nieuwe regeling treedt per 1 januari 2025 in werking.
Vraag 15
Op welke manier blijft u de nieuwe KOR monitoren? En op welke manier wordt ook de
Kamer meegenomen in de voortgang van de nieuwe KOR?
Antwoord 15
Het aantal ondernemers dat gebruik maakt van de nieuwe KOR wordt constant gemonitord.
Na evaluatie (zie het antwoord op vraag 16) zal het evaluatierapport aan de Kamer
gezonden worden.
Vraag 16
Bent u bereid over te gaan tot een evaluatie van de KOR in 2021, hoewel het kabinet
in de memorie van toelichting bij de Wet modernisering kleineondernemersregeling heeft
aangegeven de nieuwe KOR niet eerder dan het eerste jaar van inwerkingtreding te evalueren?3
Antwoord 16
De nieuwe KOR zal in de loop van 2021 geëvalueerd worden, zodra de volledige gegevens
over het eerste jaar van inwerkingtreding (2020) beschikbaar zijn. Dit is in de memorie
van toelichting bij de Wet modernisering kleineondernemersregeling door het kabinet
ook aangekondigd.
Vraag 17
Kunt u toezeggen dat indien er inderdaad een afschrikwekkend effect van de nieuwe
regeling uitgaat u de regeling zult aanpassen?
Antwoord 17
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 6 kan pas na afloop van de aangekondigde
evaluatie vastgesteld worden in hoeverre het aantal aangemelde ondernemers (positief
of negatief) afwijkt van het verwachte aantal en wat daar mogelijk de oorzaak van
is. Verder merk ik op dat de Wet op de omzetbelasting 1968 is gebaseerd op de BTW-richtlijn
2006. Het is niet mogelijk een regeling voor kleine ondernemers te introduceren die
afwijkt van deze richtlijn. Wel biedt de richtlijn de ruimte om een derogatieverzoek
bij de Europese Commissie in te dienen voor een hogere omzetgrens, mocht de lidstaat
daar behoefte aan hebben.
Vraag 18
Kunt u de vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 18
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.