Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over tijdelijke uithuisplaatsingen vanuit gezinshuizen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over tijdelijke uithuisplaatsingen vanuit gezinshuizen (ingezonden 9 januari 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 februari
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1531.
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met situaties waarin een gezinsouder in loondienst, die voor meerdere
kinderen zorgt, gekort wordt op de vergoeding wanneer één van deze kinderen tijdelijk
gesloten geplaatst wordt vanwege behandeling?1
Vindt u het wenselijk dat wanneer een kind verblijft in een gezinshuis, maar tijdelijk
elders wordt geplaatst voor behandeling, de gezinsouder wordt gekort op de inkomsten,
terwijl deze ouder wel de band, het contact, bezoek en allerlei regelwerk voor dit
kind blijft houden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1 en 2
Gezinshuisouders die in loondienst werken, vallen onder de werkingssfeer van de CAO
Jeugdzorg zie; https://www.jeugdzorg-werkt.nl/cao-jeugdzorg/actuele-cao. In deze CAO worden met de werkgevers- en werknemersorganisaties afspraken gemaakt
voor jeugdzorgmedewerkers, waaronder ook afspraken die specifiek gelden voor gezinshuisouders
(zie bijlage 3 van de CAO Jeugdzorg).
In zijn algemeenheid geldt voor gezinshuisouders in loondienst dat de omvang van de
arbeidsovereenkomst is afgestemd op het aantal kinderen dat bij een gezinshuisouder
is geplaatst. Dit betekent meestal dat aan gezinshuisouders een fulltime-aanstelling
van 36 uur krijgen bij 4 gezinshuiskinderen. Het kan voorkomen dat een gezinshuisouder
in loondienst tijdelijk minder jeugdigen opvangt omdat een jeugdige (tijdelijk) is
vertrokken. Het is aan de werkgever en de werknemer om afspraken te maken over de
overbruggingsperiode tussen plaatsingen. Artikel 2.4 van de CAO Jeugdzorg biedt de
mogelijkheid voor jeugdzorgorganisaties om met hun Ondernemingsraad of de Personeelsvertegenwoordiging
(OR/PVT) maatwerkafspraken te maken ten behoeve van gezinshuisouders, dit eventueel
als aanvulling op bijlage 3 van de CAO.
Vraag 3
Erkent u dat de verantwoordelijkheid van een gezinsouder niet ophoudt als een pleegkind
tijdelijk elders behandeling krijgt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Een gezinshuisouder is verantwoordelijk voor een bij hem of haar geplaatst kind zolang
hij of zij zorg en/ of begeleiding biedt. In de (tijdelijke) overdracht naar een andere
zorgaanbieder maken de nieuwe zorgaanbieder en de plaatsende instantie afspraken over
de overdracht van zorg. Als de zorg tijdelijk wordt overgedragen aan een andere zorgaanbieder
dan worden onderling afspraken gemaakt hoe de gezinshuisouders worden betrokken bij
dit behandeltraject.
Vraag 4
Is u bekend hoeveel gezinsouders met een dergelijke tijdelijke terugval in inkomsten
te maken krijgen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, bent u bereid dit uit te zoeken
en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord 4
Nee, dat is mij niet bekend. Het is niet mogelijk om dat uit te zoeken, omdat er geen
register is met de namen en adressen van gezinshuisouders.
Vraag 5
Zijn er mogelijkheden of goede voorbeelden voor gezinsouders die hun inkomen behouden,
ook in situaties waarin een kind tijdelijk elders (gesloten) wordt ondergebracht vanwege
behandeling? Zijn hierover binnen de sector afspraken gemaakt of alsnog te maken?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
De in antwoord 2 genoemde CAO biedt mogelijkheden voor maatwerkafspraken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.