Schriftelijke vragen : Het bericht dat Turkije Syrische rebellen inzet in de strijd in Libië
Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat Turkije Syrische rebellen inzet in de strijd in Libië (ingezonden 7 februari 2020).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat Turkije Syrische rebellen inzet in de strijd
in Libië, waaronder extremisten van Al Qaeda en ISIS?1
Vraag 2
Acht u de inschatting van het Syrisch Observatorium voor Mensenrechten betrouwbaar
dat er al minstens 130 ex-strijders van ISIS en Al Qaeda van in totaal 4700 Syrische
rebellen door Turkije naar Libië zijn gestuurd?
Vraag 3
Bent u bereid zich aan te sluiten bij de Franse president Macron, die stelt dat Frankrijk
Turkse oorlogsschepen gezien heeft die Syrische huurlingen aan land zetten in Libië?2 Vindt u dit ook een ernstige schending van wat afgesproken is op de conferentie in
Berlijn, namelijk strikte handhaving van het wapenembargo en geen buitenlandse militaire
inmenging? Bent u het met president Macron eens dat Turkije, dat zich ook aan deze
afspraken heeft gecommitteerd, een belofte gebroken heeft?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het in november vorig jaar verschenen VN-rapport waaruit blijkt dat
diverse landen, waaronder Turkije, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten wapens
leveren aan strijdende partijen in Libië, in strijd met het VN-wapenembargo?3 Bent u bereid deze schendingen aan de orde te stellen? Zo ja, op welke wijze?
Vraag 5
Deelt u de oproep van de Speciaal VN-Gezant voor Libië, Ghassan Salamé, om alle buitenlandse
gewapende bemoeienis met Libië te beëindigen, ook in de richting van Turkije?4
Vraag 6
Deelt u bovendien de opvatting van Salamé dat door de instroom van milities uit Syrië
en Soedan de voedingsbodem voor terrorisme in Libië toeneemt?5
Vraag 7
Is het bovendien waar 6 dat Turkije onder meer de Sultan Murad brigade inzet of in
wil zetten in Libië?6
Vraag 8
Herinnert u zich de rapporten van Amnesty International7 en de onafhankelijke internationale VN-onderzoekscommissie voor de Arabische Republiek
Syrië,8 waarin door Turkije gesteunde rebellengroeperingen, waaronder de Sultan Murad brigade,
beschuldigd worden van ernstige mensenrechtenschendingen en zelfs oorlogsmisdaden?
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de beschuldigingen van Amnesty International dat er harde bewijzen
zijn dat Turkse strijdkrachten en een coalitie van door Turkije gesteunde Syrische
gewapende groeperingen oorlogsmisdaden hebben gepleegd, waaronder het doden en verwonden
van burgers tijdens het offensief in het noordoosten van Syrië?9
Vraag 10
Bent u bereid inzet van Syrische rebellengroeperingen door Turkije in Libië krachtig
te veroordelen, dit kenbaar te maken richting Turkije en aan de orde te stellen binnen
de EU en NAVO? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u expliciet bereid inzet van de Sultan Murad brigade in Libië te veroordelen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Behoren tot de in de berichtgeving genoemde Syrische rebellengroeperingen die ingezet
zouden worden in Libië, ook groeperingen die in het verleden Non-lethal assistance
(NLA) ontvangen hebben van Nederland?10
Vraag 13
Vindt u mogelijke inzet van door Nederland aan Syrische rebellengroeperingen geleverde
spullen, zoals pickup trucks, mitrailleurvesten, laptops en uniformen, in Libië wenselijk?
Vraag 14
Bent u bereid er bij Turkije op aan te dringen dat er geen door Nederland geleverde
NLA-spullen ingezet zullen worden in Libië? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
In hoeverre heeft Nederland, ook na de beëindiging van het NLA-programma, nog een
verantwoordelijkheid om oorlogshandelingen en mensenrechtenschendingen met door Nederland
in het kader van NLA geleverde spullen te voorkomen, zoals recent bij de illegale
Turkse invasie van noord-oost Syrië? Acht u zich nog gehouden aan een vorm van diplomatieke
inspanningsverplichting?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.