Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over de gedwongen huisuitzetting van een familie in Elst
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Milieu en Wonen over de gedwongen huisuitzetting van een familie in Elst (ingezonden 23 januari 2020).
Antwoord van Minister van Veldhoven-van der Meer (Milieu en Wonen) (ontvangen 6 februari
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Rechter: «Zet de familie Bakker nog niet op
straat»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u contact gehad met de gemeente Overbetuwe over de schrijnende situatie van
de familie Bakker? Om welke redenen dringt de gemeente sinds 2014 aan op ontruiming?
Antwoord
Ja, naar aanleiding van de situatie van de familie is ambtelijk contact geweest met
de gemeente Overbetuwe. De gemeente laat weten dat er de afgelopen 17 jaar diverse
juridische procedures zijn geweest. Momenteel lopen ook nog een aanvraag voor herziening
van het bestemmingsplan en een aanvraag voor een omgevingsvergunning. In de gevoerde
gerechtelijke procedures is vastgesteld dat zowel permanente als recreatieve bewoning
strijdig is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en daarom niet is toegestaan.
Bij herhaling is het voornemen tot het toestaan van bewoning belemmerd door de aanwezigheid
van het naastgelegen veehouderijbedrijf. Door ligging binnen de geurcirkel wordt niet
voldaan aan de eis van een goede ruimtelijke ordening en milieueisen.
De gemeente is bevoegd om handhavend op te treden en zij wordt in de regel ook geacht van deze bevoegdheid gebruik te maken vanwege het algemeen
belang dat gediend is met handhaving. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag
de gemeente afzien van handhavend optreden. Dit kan bijvoorbeeld indien concreet zicht
op legalisatie van de situatie bestaat. Ook kan handhavend optreden zodanig onevenredig
zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete
situatie behoort te worden afgezien.
Gezien de gemeente Overbetuwe concludeerde dat er geen perspectief op legalisatie
van de bewoning was, heeft zij besloten over te gaan tot handhaving. In 2013 is door
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe een last onder
bestuursdwang opgelegd. De Raad van State heeft dit besluit in stand gelaten, waarna
de familie de woning in het najaar van 2014 daadwerkelijk heeft verlaten. In september
2019 is de familie teruggekeerd. Daarom wil de gemeente de last onder bestuursdwang
uit 2013 alsnog daadwerkelijk effectueren en zal de familie de woning spoedig moeten
verlaten.
De gemeente heeft mij tevens laten weten dat zij de familie in december 2019 via bemiddeling
vervangende woonruimte in de sociale huursector heeft aangeboden. De familie heeft
daar geen gebruik van gemaakt.
Vraag 3
Hoe is het mogelijk dat zowel gemeenteambtenaren, de wethouder als de Raad van State
oordelen dat de woning geschikt is voor permanente bewoning, maar hier niet is overgegaan
tot legalisatie?
Antwoord 3
Uit de hiervoor geschetste situaties en procedures komt naar voren dat het voor de
gemeente tot op heden niet mogelijk is gebleken de situatie van de familie te legaliseren,
omdat er planologisch- juridische belemmeringen zijn.
Vraag 4
Vindt u net als de rechter dat de gemeente Overbetuwe voorlopig van de huisuitzetting
zou moeten afzien, daar de gemeenteraad in een later stadium mogelijk alsnog permanente
bewoning gaat toestaan? Gaat u ingrijpen om een huisuitzetting te voorkomen?
Antwoord 4
De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft in zijn uitspraak van 8 januari
2020 aan de gemeente in overweging gegeven om met de uithuiszetting te wachten tot
de beslissing van de gemeenteraad over een verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe is voornemens
om het verzoek tot herziening van het bestemmingsplan en het vaststellen van de geurverordening
af te wijzen. Ook eventuele positieve beslissingen hierop door de gemeenteraad kunnen
weer aan de rechter wordt voorgelegd, waarmee geen definitieve zekerheid over legalisatie
van de bewoning ontstaat. De gemeente Overbetuwe geeft aan het waarschijnlijk te achten
dat de eerdere belemmeringen waar in procedures op is gestuit (zoals de ligging in
de directe nabijheid van een agrarisch bedrijf en diens geurcirkel) opnieuw een rol
in diens overwegingen zullen spelen. Daardoor zou volgens de gemeente een eventueel
voornemen tot legalisatie alsnog stranden.
Gelet op de bevoegdheden van de gemeente, de geschetste uitkomst van diverse juridische
procedures en de nog openstaande rechtsmiddelen van de familie om tegen de last onder
bestuursdwang in verweer te komen, past het mij niet in deze situatie te interveniëren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.