Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wassenberg en Van Raan over de wijze waarop een vreedzame demonstratie op Schiphol werd beëindigd en het verschil met de boerendemonstraties
Vragen van de leden Wassenberg en Van Raan (PvdD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de wijze waarop een vreedzame demonstratie op Schiphol werd beëindigd en het verschil met de boerendemonstraties (ingezonden 20 december 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 6 februari 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1297.
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat een vreedzame demonstratie op Schiphol georganiseerd
door Greenpeace op 14 december 2019 hardhandig werd beëindigd?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met de beëindiging van een demonstratie op Schiphol op 14 december 2019.
Vraag 2, 3 en 4
Vindt u dat de burgemeester van Haarlemmermeer conform haar verplichting alles op
alles heeft gezet om de demonstratie actief te faciliteren, in het licht van het grote
aantal van tevoren vastgestelde verboden en voorschriften? Zo ja, kunt u dat toelichten?
Zo nee, waarom niet?2
Deelt u de mening dat een dergelijk aantal verboden en voorschriften buitenproportioneel
is, aangezien de demonstranten zich netjes van tevoren hadden gemeld, de betoging
professioneel was voorbereid en de politie en marechaussee hier derhalve rekening
mee had kunnen houden in het waarborgen van de veiligheid op Schiphol Plaza? Zo nee,
waarom niet?
Wist u dat de demonstratie in Schiphol Plaza tot het ingrijpen van de marechaussee
vreedzaam verliep en reizigers nauwelijks hinder ondervonden?
Antwoord 2, 3 en 4
Het in goede banen leiden van demonstraties, onder meer door het stellen van voorschriften
en beperkingen of in het uiterste geval het verbieden of beëindigen daarvan, is op
grond van de Wet openbare manifestaties (Wom) een bevoegdheid van het lokale gezag
(de burgemeester). De burgemeester weegt de plaatselijke omstandigheden en maakt hierbij
gebruik van kennis van de lokale situatie. Dit geldt ook voor de inzet van noodbevelen.
De burgemeester legt over die beslissing verantwoording af aan de gemeenteraad en
eventueel aan de rechter. Het is niet aan mij een oordeel te geven over de wijze waarop
burgemeesters omgaan met die verantwoordelijkheid.
Vraag 5
Kent u het bericht van Amnesty International, waarin zij vermeldt dat de burgemeester
van Haarlemmermeer haar boekje te buiten is gegaan door een vreedzame demonstratie
op deze manier te beëindigen, omdat er geen sprake was van een serieuze bedreiging
voor de veiligheid? Wat is uw reactie daarop?3
Antwoord 5
Ja, ik ken het artikel. In dit artikel neemt Amnesty International stelling tegen
het optreden van de burgemeester. Zoals ik in mijn antwoord op de vragen 2, 3 en 4
heb aangegeven, gaat het hier om een taak die bij het lokale gezag ligt. Het is dan
ook niet aan mij als Minister om hier een oordeel over te geven.
Vraag 6
Is u bekend dat op 18 december 2019 een «Winterconcert van KLM» plaatsvond in Schiphol
Plaza, waarbij tientallen mensen in het orkest en het publiek eromheen de hal bezetten?4
Antwoord 6
Ik ben bekend met een concert op Schiphol op 18 december 2019.
Vraag 7 en 8
Hoe verklaart u dat de demonstratie in Schiphol Plaza verboden werd terwijl het concert,
waarbij eveneens een deel van de hal bezet werd door tientallen mensen, wel doorgang
kan vinden?
Op welke manier is het concert geen gevaar voor de veiligheid en de demonstratie wel?
Antwoord 7 en 8
De burgemeester houdt toezicht op evenementen en voert APV-regels over evenementen
uit. Zowel hierbij als bij de beoordeling van de melding van het houden van een demonstratie
en de beëindiging hiervan komt het aan op een beoordeling van de omstandigheden en
de veiligheidsrisico’s. Kennelijk heeft die afweging voor de onderscheiden activiteiten,
die ook onderscheiden juridische kaders kennen, tot verschillende besluitvorming geleid.
Ook wat betreft de evenementenregels gaat het om een bevoegdheid van het lokale gezag
waar ik als Minister niet in kan treden.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het buitenproportioneel was om deze demonstratie te beëindigen
door activisten met wapenstokken te slaan, hardhandig weg te slepen, 26 demonstranten
te arresteren en andere demonstranten in een bus te laden en op een afgelegen plek
af te zetten (bestuurlijk te verplaatsen) en een gebiedsverbod van 48 uur op te leggen?
Antwoord 9
De politie en de Koninklijke Marechaussee handelen bij het handhaven van de openbare
orde onder het gezag van de burgemeester. De burgemeester legt daarover verantwoording
af aan de gemeenteraad. Zoals in de antwoorden hiervoor geschetst is het niet aan
mij een oordeel te geven over de wijze waarop burgemeesters omgaan met hun bevoegdheden.
Overigens bestaat voor demonstranten de mogelijkheid om bij de politiechef en de Commandant
KMar een klacht in te dienen over het optreden van de politie en de Koninklijke Marechaussee.
Vraag 10
Klopt het dat er ook journalisten zijn weggevoerd of gearresteerd?
Antwoord 10
De KMar heeft mij geïnformeerd dat een aantal omstanders door de Koninklijke Marechaussee
is verzocht om ruimte te maken aangezien zij het werk van de Koninklijke Marechaussee
hinderden. Onder hen waren meerdere journalisten waarvan er twee uiteindelijk niet
aan een vordering hebben voldaan om meer op afstand te gaan staan. Deze twee journalisten
zijn vervolgens aangehouden.
Vraag 11
Waaruit blijkt dat de pers in alle vrijheid haar werk heeft kunnen doen tijdens het
ingrijpen door de marechaussee?
Antwoord 11
De KMar heeft mij geïnformeerd dat de pers en media alle vrijheid hebben gekregen
om de demonstratie te monitoren en te verslaan. Ook is een verzoek van Amnesty International
om waarnemers te sturen gehonoreerd en deze waarnemers zijn de hele demonstratie in
staat gesteld om alles te observeren en verslag te doen van de werkzaamheden van de
Koninklijke Marechaussee. In de eerste stadia van de demonstratie konden journalisten
ongehinderd iedereen interviewen, foto’s en video’s maken. Ook in het stadium waarin
de demonstranten verwijderd werden stonden journalisten direct rondom de werkzaamheden
van de Koninklijke Marechaussee. Het gebied waarin de Koninklijke Marechaussee de
werkzaamheden uitvoerde was in dit stadium afgezet met rood-wit lint. Uiteindelijk
had het grote aantal journalisten een belemmerend effect op het optreden van de Koninklijke
Marechaussee. Daarop zijn de persvoorlichters van de Koninklijke Marechaussee ter
plaatse gekomen en hebben de verschillende internationale en nationale journalisten
gevraagd om achter het rood-witte lint hun werkzaamheden voort te zetten. Het rood-witte
lint was enkele meters verwijderd van de plaats van demonstratie.
Vraag 12
Kent u het bericht «Locoburgemeester over ingrijpen op Schiphol: Dit ging om veiligheid,
niet om overlast»?5
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Wat is uw reactie op ontbrekende juridische onderbouwing van de gemeente Haarlemmermeer
van het noodbevel, aangezien een Kamerbrief niet als juridische onderbouwing kan dienen?
Antwoord 13
Het afgegeven noodbevel betreft een besluit van de (loco)burgemeester van de gemeente
Haarlemmermeer. De (loco)burgemeester legt over die beslissing verantwoording af aan
de gemeenteraad en eventueel aan de rechter. Het is niet aan mij om daarin te treden.
Ik heb van de gemeente Haarlemmermeer begrepen dat tegen het betreffende besluit bezwaar
is gemaakt. Ik vind het belangrijk dat dit proces van verantwoording en toetsing via
de daarvoor geëigende kanalen zijn beloop kan krijgen.
Vraag 14
Wat is uw reactie op de uitspraak van hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder
dat een bestuurlijke verplaatsing niet kan plaatsvinden op basis van een noodbevel?
Deelt u zijn conclusie dat er sprake is van wederrechtelijke vrijheidsberoving? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 14
Onder verwijzing naar mijn antwoord op vraag 13 merk ik in zijn algemeenheid op dat
mijn ambtsvoorganger in zijn brief van 19 december 2011 aan uw Kamer6 heeft aangegeven dat het tijdelijk verplaatsen van een groep nadat geen opvolging
is gegeven aan een noodbevel, een vorm van handhaving daarvan betreft. Mijn ambtsvoorganger
ondersteunde daarmee de conclusie van een onderzoeksgroep met vertegenwoordigers van
ministeries, politie, gemeenten, openbaar ministerie en de wetenschap. In concrete
gevallen is het aan de officier van justitie en de strafrechter om daarover een oordeel
te geven.
Vraag 15 en 16
Is het toegestaan om een gebiedsverbod van 48 uur op te leggen aan demonstranten op
basis van een noodbevel? Kunt u dat toelichten?
Deelt u de mening dat een gebiedsverbod van 48 uur opleggen aan demonstranten betekent
dat hen wordt verboden te demonstreren, omdat het lokale gezag op de hoogte was van
het feit dat de demonstratie de volgende dag op dezelfde plek verder zou gaan? Deelt
u de mening dat dit een ernstige schending is van het grondrecht op demonstratie?
Antwoord 15 en 16
Als meer verdergaande regels en bevelen vereist zijn dan de Wet openbare manifestaties
mogelijk maakt, is de burgemeester op grond van artikel 175 van de Gemeentewet bevoegd
een noodbevel uit te vaardigen bij (ernstige vrees) voor ernstige wanordelijkheden.
Belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen een dergelijk besluit (en daarna eventueel
beroep instellen bij de rechter). Ik heb begrepen dat bezwaar is gemaakt.
In zijn algemeenheid geldt dat de burgemeester op grond artikel 175 van de Gemeentewet
alle bevelen kan geven die hij ter handhaving van de openbare orde nodig acht. Daarbij
kan hij van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften afwijken. Bij de totstandbrenging
van de Gemeentewet is geconcludeerd dat een noodbevel ook het in artikel 9 van de
Grondwet beschermde recht op demonstratie kan beperken, onder de voorwaarde dat deze
maatregel valt binnen de beperkingsmogelijkheden van artikel 9, tweede lid, van de
Grondwet en tot doel heeft de bescherming van de gezondheid, het belang van het verkeer
of bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.7
De burgemeester legt over de toepassing van deze bevoegdheden verantwoording af aan
de gemeenteraad en eventueel aan de rechter. Het is niet aan mij om daarin te treden.
Vraag 17
Wist u dat demonstrerende boeren op 13 december 2019 naar Eindhoven airport trokken
met hun tractoren, voor flinke file zorgden op de A2 en een opstopping bij de parkeergarage
van het vliegveld veroorzaakten, waardoor passagiers hun vlucht misten?8
Antwoord 17
Ja.
Vraag 18
Kunt u bevestigen dat deze demonstratie van boeren van tevoren niet was aangemeld?
Antwoord 18
Ja.
Vraag 19
Deelt u de mening dat het onbegrijpelijk is dat de burgemeester van Eindhoven niet
ingreep bij deze onaangekondigde demonstratie waarbij grote overlast en een verkeersopstopping
veroorzaakt werd?
Antwoord 19
Het in goede banen leiden van demonstraties, onder meer door het stellen van voorschriften
en beperkingen of in het uiterste geval het verbieden of beëindigen daarvan, is op
grond van de Wom een bevoegdheid van het lokale gezag (de burgemeester). De burgemeester
weegt de plaatselijke omstandigheden en maakt hierbij gebruik van kennis van de lokale
situatie. De burgemeester legt over die beslissing verantwoording af aan de gemeenteraad
en eventueel aan de rechter. Het is niet aan mij om daarin te treden.
Vraag 20
Deelt u de mening dat het onbegrijpelijk is dat de politie deze onaangekondigde demonstratie
zelfs faciliteerde door de wegen af te sluiten om de trekkers erdoor te laten?
Antwoord 20
De politie handelt bij het handhaven van de openbare orde onder het gezag van de burgemeester.
Zie verder het antwoord op vraag 19.
Vraag 21
Hoe beoordeelt u de handelwijze van het lokale gezag in Eindhoven in het licht van
het standpunt van het kabinet, bij monde van vicepremier Schouten, dat «In Nederland
geldt: als je je stem wil laten horen, dan kan dat. Maar doe het wel op een manier
dat je andere mensen er niet mee raakt of schaadt» en vicepremier De Jonge dat «boeren
wel rekening moeten houden met andere mensen [...] als je ervoor zorgt dat een vliegveld
onbereikbaar is... Wie dien je er eigenlijk mee en wie denk je er dan mee te overtuigen?»?9
Antwoord 21
De uitspraken van de beide vicepremiers betreffen meer algemene uitspraken over te
houden demonstraties en de impact daarvan. Die uitspraken staan los van de bevoegdheden
van het lokaal gezag om in het geval van een concrete demonstratie de nodige maatregelen
te treffen en de wijze waarop dat gebeurt. Zie verder het antwoord op vraag 19.
Vraag 22 en 23
Deelt u de mening dat er sprake is van grote verschillen tussen het toestaan en faciliteren
van klimaat- en boerendemonstraties en het gedogen van overtredingen?
Deelt u de mening dat er sprake is van rechtsongelijkheid in het handhaven van de
rechtsorde met betrekking tot klimaat- en boerendemonstraties? Wat bent u van plan
hieraan te doen?
Antwoord 22 en 23
Wanneer een demonstratie wordt gehouden zal de burgemeester telkens een afweging maken
over op welke wijze deze in goede banen kan worden geleid en daarbij afwegen of en
welke voorschriften in dat verband nodig zijn. Ik verwijs naar mijn brief van 5 november
201910.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.