Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over het onderzoek van de Erasmus Universiteit over de representatie van mensen met een beperking in de media
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het onderzoek van de Erasmus Universiteit naar de representatie van mensen met een beperking in de media (ingezonden 21 januari 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 5 februari
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van de Erasmus Universiteit waaruit blijkt
dat de afgelopen jaren maar 66 van de 6.129 talkshowgasten een beperking hadden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het feit dat talkshowgasten met een beperking vrijwel uitsluitend
worden uitgenodigd om over hun beperking te praten waardoor er een ééndimensionaal
perspectief ontstaat?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de visie dat de publieke omroep de wettelijke taak heeft om een afspiegeling
te zijn van de pluriforme samenleving? Zo ja, vindt u dat deze wettelijke taak goed
wordt uitgevoerd met betrekking tot mensen met een beperking? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Diversiteit is regelmatig onderwerp van actuele maatschappelijke discussie. Daarbij
zijn de ogen veelal – en ook terecht – gericht op de landelijke publieke omroep en
hoe deze hierop presteert, juist vanwege zijn publieke taak. De publieke omroep is
van en voor alle Nederlanders. De publieke omroep heeft dan ook als taak om alle groepen
in de samenleving te bereiken en evenwichtig te weerspiegelen. Een evenwichtig media-aanbod
brengt met zich mee dat de publieke omroep een representatief beeld verschaft van
de verschillende groepen die onze samenleving kent, waaronder ook mensen met een beperking.
De wijze waarop aan deze taak door de publieke omroep invulling wordt gegeven in vorm
en inhoud van programma’s is echter niet aan de overheid of politiek om te bepalen.
Media – zowel publiek als commercieel – beschikken immers op basis van de Grondwet
en Mediawet over programmatische autonomie. De publieke omroep beschrijft jaarlijks
zijn plannen hierover in de begrotingen en legt jaarlijks in de terugblikrapportages
verantwoording af over de wijze waarop zij hier invulling aan geeft. Op deze manier
kan het parlement achteraf toetsen of de programma’s van de publieke omroep op een
evenwichtige wijze een beeld van de samenleving geven.
Vraag 4
Hoe kan de publieke omroep mensen met een beperking beter vertegenwoordigen? Wat voor
rol ziet u voor uzelf weggelegd om de representativiteit aan te moedigen?
Antwoord 4
De NPO heeft het afgelopen jaar het nodige aan inzet gepleegd om de representatie
van verschillende doelgroepen te verbeteren. Dat waardeer ik. Dat laat onverlet dat
er altijd ruimte is en blijft voor verbetering op dit punt. Ook de NPO ziet deze ruimte
voor verbetering en heeft aangegeven ook voor 2020 thema’s als diversiteit en inclusie
hoog op de agenda te plaatsen.
Vraag 5
Bent u bereid concrete afspraken te maken met de publieke omroep om de zichtbaarheid
van mensen met een beperking verder te verbeteren? Zo ja, wat is uw streven en binnen
welk tijdspad moet dit aandeel omhoog worden gebracht? Zo nee, waarom ziet u hier
geen taak voor uzelf weggelegd?
Antwoord 5
Met in achtneming van de programmatische autonomie, ben ik uiteraard bereid om bij
de NPO aandacht te vragen voor onze medeburgers met een beperking om deze daarbij
niet uit het oog te verliezen.
Vraag 6
Bent u bekend met het initiatief «De Koffer van Rick» van de Minister van Gehandicaptenzaken
om de zichtbaarheid van mensen met een beperking en een bepaalde deskundigheid te
verbeteren? Bent u bereid dit initiatief te ondersteunen?
Antwoord 6
Ik ben bekend met het initiatief «De Koffer van Rick». Ik vind het goed dat de KRONCRV
en de Minister van Gehandicaptenzaken Rick Brink stimuleren dat mensen met een beperking
kunnen deelnemen aan verschillende programma’s om hun expertise en talent in plaats
van om hun beperking. Ik hoop van harte dat dit initiatief ertoe leidt dat er een
divers beeld ontstaat in de media van mensen met een beperking.
Vraag 7
Bent u op de hoogte dat ook No Limits Network trachtte mensen met een beperking beter
bij de publieke omroep te betrekken? Hoeveel extra programmamakers met een beperking
heeft dit opgeleverd? Klopt het dat No Limits Network niet meer actief is?
Antwoord 7
Daarvan ben ik op de hoogte. Ik heb niet kunnen achterhalen hoeveel extra programmamakers
met een beperking dit heeft opgeleverd. Het No Limits Network is inderdaad niet meer
actief.
Vraag 8
Bent u bereid om te onderzoeken hoe de zichtbaarheid van mensen met een beperking
verder kan worden vergroot binnen de publieke omroep?
Antwoord 8
Ik ben uiteraard bereid om bij de NPO aandacht te vragen voor het vergroten van de
zichtbaarheid van mensen met een beperking binnen de publieke omroep. Ik hecht daarbij
grote waarde aan de programmatische autonomie van de NPO.
Vraag 9
Kunt u bovenstaande vragen één voor één uitgebreid beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.