Schriftelijke vragen : De betrokkenheid van de minister bij een mogelijke megaschikking met Shell voor corruptie in Nigeria
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de betrokkenheid van de Minister bij een mogelijke megaschikking met Shell voor corruptie in Nigeria (ingezonden 30 januari 2020).
Vraag 1
Hoe vaak heeft u, of is er namens u, gesproken met het openbaar ministerie (OM) over
een mogelijke schikking met Shell wegens de corruptiezaak in Nigeria?1 Op welke momenten hebben deze gesprekken plaatsgevonden en wat was op dat moment
de stand van zaken in de strafzaak?
Vraag 2
Op wiens initiatief vonden deze gesprekken plaats?
Vraag 3
Wat is daar inhoudelijk besproken? Zijn hier verslagen van?
Vraag 4
Waarom schreef u eerder aan advocaten en de actiegroepen dat het gezien de scheiding
der machten niet gepast is dat u in dit stadium enige bemoeienis hebt of zienswijze
geeft op de zaak, terwijl nu blijkt dat u herhaaldelijk overleg heeft gevoerd met
het OM over deze zaak?
Vraag 5
Is het gebruikelijk om nog voordat een grote schikking (hoge of bijzondere transactie)
is getroffen hierover overleg te voeren met het OM? In welke zaken heeft u dit nog
meer gedaan?
Vraag 6
Waarom kan een multinational als Shell, dat het predicaat «Koninklijk» draagt, op
deze behandeling rekenen dat u over deze specifieke lopende zaak overleg heeft met
het OM? Kunnen anderen op een gelijke behandeling rekenen? Zo niet, dan lijkt er toch
sprake van klassenjustitie?
Vraag 7
Deelt u de mening dat u zich, als Minister van Justitie en Veiligheid, vanwege de
scheiding der machten, ver moet houden van lopende strafzaken? Zo ja, waarom heeft
u dat dan niet gedaan?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.