Amendement : Amendement van het lid Verhoeven over een zware voorhang voor erkenningseisen private identificatiemiddelen
34 972 Algemene regels inzake het elektronisch verkeer in het publieke domein en inzake de generieke digitale infrastructuur (Wet digitale overheid)
Nr. 22 AMENDEMENT VAN HET LID VERHOEVEN
Ontvangen 30 januari 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1. » geplaatst.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een krachtens artikel 9, tweede lid, vast te stellen algemene
maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan nadat het ontwerp aan beide kamers
der Staten-Generaal is overgelegd, tenzij binnen deze termijn door of namens een van
de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een
van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven het onderwerp van de algemene maatregel
van bestuur bij wet te regelen.
Toelichting
Dit amendement regelt dat er een duidelijke controlerende rol voor de Tweede Kamer
is om de toelatingscriteria voor private aanbieders van digitale identificatiemiddelen
inhoudelijk te beoordelen. De AMvB die deze criteria vaststelt moet al in voorhang
naar de Kamers – dit amendement voegt daaraan toe dat als de leden het niet eens zijn
met de inhoud van de AMvB, zij met dertig leden deze kunnen tegenhouden en dat de
Minister een wetsvoorstel moet opstellen om de toelatingseisen vast te stellen. In
dat geval staan ook de mogelijkheden tot amendering open voor de Kamer.
Verhoeven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K. Verhoeven, Tweede Kamerlid