Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Wassenberg over het bericht dat vogels kleiner worden door klimaatverandering
Vragen van de leden Van Raan en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat vogels kleiner worden door klimaatverandering (ingezonden 12 december 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 28 januari 2020).
Vraag 1
Kent u de berichten ««Schrikbarend» onderzoek over krimpende vogels door klimaatverandering»
en «Schokkend onderzoek»: vogels krimpen door het klimaat»?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u het alarmerende karakter van de conclusies van dit onderzoek? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 2
Het is opmerkelijk dat al in relatief korte tijd, een periode van 40 jaar, een dergelijke
verandering in lichaamsgrootte bij een aantal soorten wordt waargenomen.
Vraag 3
Onderschrijft u de conclusie van dit onderzoek dat klimaatverandering zowel de grootte
als de vorm van vogelsoorten lijkt te beïnvloeden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Uit het bovengenoemde onderzoek blijkt dat de onderzochte vogelsoorten in een periode
van 40 jaar niet alleen kleiner zijn geworden, maar dat ook de vleugellengte is toegenomen.
De wetenschappers vonden een significant verband tussen de lichaamsgrootte van de
vogels en zomertemperaturen.
Vraag 4
Erkent u dat, in de context van een verder opwarmende aarde, deze trend zich mogelijk
nog verder kan doorzetten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Dit is een wetenschappelijk vraagstuk dat ik niet kan beoordelen.
Vraag 5
Wat is uw reactie op de stelling van gedragsecoloog Jan van Gils dat krimpende dieren
niet zelden de eerste stap zijn naar uitsterving?
Antwoord 5
Ik heb contact gezocht met dr. Van Gils over deze stelling. Hij geeft aan dat meerdere
onderzoeken uitwijzen dat lichaamsverkleining als gevolg van klimaatverandering een
algemeen fenomeen aan het worden is, niet alleen bij trekvogels. Dr. Van Gils geeft
aan dat de gevolgen voor de populatie nog minder goed onderzocht zijn, maar dat er
wel aanwijzingen zijn dat het kleiner worden van soorten een voorbode kan zijn voor
een negatieve populatieontwikkeling. Zijn eigen onderzoek naar de kanoet laat ook
zien dat de kleinere dieren kleinere overlevingskansen hebben en hij suggereert in
zijn artikel dat de sterke afname van de populatie deels te maken heeft met deze kleinere
overlevingskans.
Dat is inderdaad zorgwekkend en benadrukt nog maar eens de urgentie van het klimaatbeleid.
Vraag 6, 7
Erkent u dat we ons midden in een biodiversiteitscrisis en de zesde uitstervingsgolf
bevinden? Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat het grootschalig uitsterven van vogels en andere diersoorten,
als gevolg van de door mensen veroorzaakte klimaatverandering, beschouwd kan worden
als een vorm van ecocide? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6, 7
De achteruitgang van de biodiversiteit gaat wereldwijd sneller dan verwacht. Het IPBES-rapport
heeft dit vorig jaar heel duidelijk gemaakt. Ook heb ik onlangs een aantal rapportages
over de staat van de Nederlandse natuur met u gedeeld waaruit blijkt dat het niet
goed gaat met de natuur in Nederland. Klimaatverandering is één van de oorzaken van
het verlies van natuur en biodiversiteit. Daarnaast hebben ook veranderingen in landgebruik,
directe exploitatie van soorten, vervuiling en de introductie van invasieve exoten
grote invloed op de biodiversiteit.
In de brief die uw kamer van mij ontving naar aanleiding van het IPBES-rapport (Kamerstuk
26 407, nr. 130) geef ik aan dat ik van mening ben dat we het tij nog kunnen keren. Met gerichte
en gecoördineerde inzet kan de benodigde omslag worden bereikt om de teruggang in
biodiversiteit om te buigen naar herstel. In die aanpak moeten we steeds het verbinden
van de biodiversiteitsopgave met andere opgaven centraal zetten. Zo komt ook het bereiken
van een groot aantal duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) dichterbij. Nederland zet
zich daar op nationaal, Europees en internationaal niveau voor in.
Vraag 8
Onderschrijft u de opmerking van vogelecoloog Jeroen Reneerkens dat we niet moeten
vergeten dat «niet alleen de mens wordt getroffen door klimaatverandering»? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
Ja, niet alleen de mens maar alle dier- en plantensoorten hebben te maken met klimaatverandering.
Dat is reeds erkend in het Klimaatverdrag (1992), waarvan de doelstelling onder meer
is om de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren op een niveau
dat ecosystemen de kans biedt om zich aan klimaatverandering aan te passen (art. 2).
In de Overeenkomst van Parijs (2015) is dit vertaald naar een doelstelling om de temperatuurstijging
te beperken tot minder dan 2 graden en zo mogelijk 1,5 graad. Door het VN-klimaatpanel
IPCC is in haar assessmentrapporten ook steeds over de effecten en risico’s van klimaatverandering
voor zowel natuurlijke als menselijke systemen gerapporteerd. Het laatste IPCC assessment
rapport (AR5, 2014) rapporteerde ten aanzien van vogels bijvoorbeeld onder andere
al over veranderingen in het voorkomen en de populatiegrootte van soorten, verandering
van trek- en broedseizoen en afname van broedsucces in verschillende werelddelen.
Zie ook: https://www.theguardian.com/environment/2014/mar/31/ipcc-climate-report….
Vraag 9
Kent u het vergelijkbare onderzoek naar de kanoet van Van Gils c.s.?3
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Wist u dat uit dit onderzoek blijkt dat de kanoet ontzettend hard achteruit gaat en
sommige kanoeten over een periode van 30 jaar maar liefst vijftien procent gekrompen
zijn?
Antwoord 10
De resultaten van dit onderzoek zijn mij bekend. In warme zomers, waarbij de sneeuw
in de arctische broedgebieden vroeg is gesmolten, produceren kanoeten kleinere jongen
met kortere snavels. Deze kortere snavels zijn nadelig voor de vogels in hun tropische
overwintergebieden omdat ze minder goed bij de diep ingegraven schelpen kunnen komen
en daarom alternatief voedsel moeten eten.
Vraag 11
Erkent u het enorme belang van het Waddengebied voor trekvogels zoals de kanoet?
Antwoord 11
De Waddenzee is een internationaal natuurgebied van onschatbare waarde en heeft als
grootste Wetland van Europa de hoogst denkbare beschermingsstatus. Tevens is de Waddenzee
UNESCO Werelderfgoed. Elk jaar verblijven er ruim 12 miljoen trekvogels in de Waddenzee.
Voor deze trekvogels, waaronder de kanoet, is de Waddenzee een onmisbare schakel als
foerageergebied op de heen- en terugreis van de broedgebieden op de Arctische toendra
naar de overwinteringsgebieden tot in de kustgebieden van West-Afrika. In de Waddenzee
bouwen de vogels weer nieuwe reserves op voor het volgende deel van hun tocht. Om
trekvogels langs hun gehele trekroutes goed te kunnen beschermen, werk ik samen met
andere landen middels het Fly Way Initiative, het Afrikaans Euro-Aziatisch Watervogelverdrag
(AEWA) en het Arctische Migrerende Vogelinitiatief (AMBI).
Vraag 12
Erkent u dat het Waddengebied bedreigd wordt door klimaatverandering, met als gevolg
dat trekvogels zich zullen moeten aanpassen op eenzelfde manier als de trekvogels
uit het Amerikaanse onderzoek?
Antwoord 12
De gevolgen van klimaatverandering, zoals zeespiegelstijging, een verhoogd voorkomen
van stormen en hevige regenval en een stijging van de temperatuur, vormen potentieel
een bedreiging voor Nederland in het algemeen en de Waddenzee in het bijzonder. Dat
is de reden dat Nederland het Klimaatverdrag van Parijs heeft ondertekend en uitgewerkt
in het Klimaatakkoord.
Hoewel er wel biometrische data van wadvogels verzameld worden in Nederland, is er
volgens het Vogeltrekstation Nederland, naast het onderzoek naar de kanoet, nog geen
onderzoek gedaan naar de relatie tussen temperatuur en lichaamsgrootte van wadvogels.
Vraag 13
Wat is uw inzet om de schadelijke effecten van klimaatverandering in het Waddengebied
tegen te gaan?
Antwoord 13
Met het afgesloten Klimaatakkoord zet ik met partijen in op een klimaatinclusief natuurbeleid
en -beheer. In de verzamelbrief Wadden van 20 juni 2019 (Kamerstuk 29 684, nr. 185) hebben de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
aangegeven dat zij met de provincies gezamenlijk investeren in het Waddengebied en
dat de komende jaren zullen blijven doen: «Vanuit een gezamenlijke ambitie en een
gezamenlijke inzet van middelen wordt gewerkt aan de grote opgaven voor de wadden:
natuurherstel en -ontwikkeling, verduurzaming van het medegebruik, klimaatadaptatie
en versterking van het Werelderfgoed».
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.