Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kwint en Laçin over het bericht dat de lucht op achterstandsscholen vuiler is
Vragen van de leden Kwint en Laçin (beiden SP) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en voor Milieu en Wonen over het bericht dat de lucht op achterstandsscholen vuiler is (ingezonden 15 november 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
de Minister voor Milieu en Wonen (ontvangen 27 januari 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 1372.
Vraag 1
Wat vindt u van de conclusie van het onderzoek van OneWorld en De Groene Amsterdammer
dat kinderen op achterstandsscholen ongezondere lucht inademen?1
Antwoord 1
Het kabinet vindt schone lucht van levensbelang.2 Daarom werken we met het Schone Lucht Akkoord, samen met decentrale overheden, aan
het verbeteren van de buitenluchtkwaliteit voor iedereen. Daarnaast werken we samen
met decentrale overheden aan het, waar nodig en wenselijk, versterken van het beleid
rondom kwetsbare bestemmingen zoals scholen. Ik vind het belangrijk dat kinderen onderwijs
krijgen in een gezonde en veilige omgeving.
Waar ik niet in mee kan gaan is de algemene conclusie zoals geschetst in de vraagstelling.
Gemeenten en scholen kunnen geld krijgen om risico’s op onderwijsachterstanden bij
kinderen tegen te gaan. Op basis van de onderwijsachterstandenindicator van het CBS
ontvangt ongeveer de helft van de basisscholen in Nederland hier in meer of mindere
mate geld voor.
Bij navraag bij de gemeente Amsterdam geeft de gemeente aan dat zij zich niet herkent
in de feitelijke constateringen en het verband dat in het artikel wordt gelegd.
Vraag 2
Hoeveel fijnstofzones zijn er op dit moment in Nederland en waar bevinden deze zones
zich? En wordt periodiek opnieuw bekeken waar deze zones liggen?
Antwoord 2
In het onderzoek van OneWorld en de Groene Amsterdammer wordt de term «fijnstofzone»
gebruikt voor gebieden die onder de Amsterdamse Richtlijn gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit
vallen. Deze richtlijn wijkt af van het landelijke Besluit gevoelige bestemmingen
luchtkwaliteit, doordat het besluit zich beperkt tot locaties waar de Europese grenswaarden
voor luchtkwaliteit worden overschreden. Beide richtlijnen hebben alleen betrekking
op nieuwe locaties en substantiële uitbreidingen van bestaande locaties, en hebben
geen betrekking op bestaande bestemmingen. Het RIVM brengt jaarlijks met metingen
en rekenmodellen de luchtkwaliteit voor geheel Nederland in kaart. De term «fijnstofzone»
wordt niet gebruikt. Er zijn geen cijfers bekend over de hoeveelheid en ligging van
gebieden die onder de Amsterdamse Richtlijn of het Besluit gevoelige bestemmingen
luchtkwaliteit vallen.
Vraag 3
Hoeveel scholen (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal basisonderwijs
en middelbaar onderwijs) staan in een fijnstofzone? En waar staan deze scholen specifiek?
Antwoord 3
Er zijn mij geen landelijke gegevens bekend over de fijnstofconcentratie per school.
Vraag 4
Hoeveel van deze «fijnstofscholen» blijken achterstandsscholen te zijn op basis van
de achterstandsscores van het CBS, zoals ook in het artikel wordt aangehaald? Waar
staan deze scholen specifiek?
Antwoord 4
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Hoeveel van het aantal fijnstofscholen in totaal hebben een fijnstofinstallatie om
de lucht te filteren? En hoeveel van die scholen hebben een luchtfilteringssysteem
met een F9-filter? En hoe is dit specifiek voor achterstandsscholen?
Antwoord 5
Er zijn mij geen landelijke gegevens bekend van scholen met een luchtfilteringssysteem.
Het is aan scholen en gemeenten om te zorgen voor optimale onderwijshuisvesting.
Vraag 6
Heeft elke gemeente waar zich een fijnstofzone bevindt, een subsidieregeling voor
scholen om hun tegemoet te komen in de kosten voor een luchtfilteringssysteem? Zo
ja, hoe zien deze regelingen eruit en zijn deze volgens u voldoende? Zo nee, welke
gemeente(n) niet en waarom niet?
Antwoord 6
Bij navraag bij de gemeente Amsterdam is aangegeven dat de gemeente de installatie
van fijnstoffilters grotendeels subsidieert, evenals het regulier vervangen van de
filters. Het is mij niet bekend in hoeverre andere gemeenten subsidies hebben voor
luchtfilters, want er is geen landelijke registratie van subsidieregelingen voor luchtzuiveringssystemen
bij scholen.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat het verhaal in het artikel over «hoe de kinderen van hoogopgeleide
ouders opeens wél schone lucht kregen» goed weergeeft hoe segregatie in ons onderwijs
er in de praktijk uitziet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Bij navraag bij de gemeente Amsterdam is aangegeven dat er plannen in ontwikkeling
waren om de Rosaschool op korte termijn te verhuizen naar een andere plek. In afwachting
hiervan heeft de school besloten om onderhoud uit te stellen. Op het moment dat duidelijk
werd dat de verhuisplannen niet op korte termijn zouden worden gerealiseerd, is alsnog
besloten de filters te installeren. Dit viel samen met het besluit om hier leerlingen
van de montessorischool tijdelijk te huisvesten.
Vraag 8
Vindt u het rechtvaardig en acceptabel dat het uitmaakt waar je naar school gaat of
je al dan niet schone lucht inademt, en dat hieraan sociaaleconomische ongelijkheid
ten grondslag ligt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Zie antwoord onder vraag 1.
Daarbij is vanuit de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
budget beschikbaar om onderwijsachterstanden tegen te gaan. Ook de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft budget ter beschikking gesteld aan gemeenten
om gezondheidsachterstanden aan te pakken. Daarnaast hebben verschillende gemeenten
een geïntegreerde aanpak om de verschillen in gezondheid en levensverwachting te verminderen.
Vraag 9
Vindt u dat het tijd is om concrete maatregelen te nemen tegen segregatie in ons onderwijs,
omdat segregatie steeds verder toeneemt, met alle gevolgen van dien, waaronder gezondheidsverschillen?
Zo ja, welke concrete maatregelen gaat u nemen en op welke termijn? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
We hebben in de afgelopen jaren een toenemende segregatie naar sociaaleconomische
status (ses) in het onderwijs gezien.3 De belangrijkste verklaring voor schoolsegregatie is woonsegregatie.4 Op lokaal niveau hebben gemeenten en schoolbesturen de verantwoordelijkheid om afspraken
te maken over het tegengaan van onderwijsachterstanden. De Inspectie van het Onderwijs
heeft naar aanleiding van de motie Van Dijk geïnventariseerd hoe gemeenten hier uitvoering
aan geven.5 Dit rapport is onlangs vastgesteld en wordt binnenkort aan uw Kamer toegezonden.
Vraag 10
Bent u bereid om schoolbesturen van scholen die in een fijnstofzone liggen of daartegenaan,
in te lichten over fijnstof, over de gevolgen daarvan voor kinderen en personeel en
over welke mogelijkheden er zijn om de aanwezigheid van fijnstof binnen de school
te beperken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Momenteel werk ik aan een wetsvoorstel waarin de verplichting voor gemeenten is opgenomen
om een meerjarig Integraal Huisvestingsplan (IHP) op te stellen. Ik ben in overleg
met de PO-Raad, VO-raad en VNG over hoe bij het vaststellen van het IHP rekening kan
worden gehouden met de gezondheidsaspecten van kinderen en personeel op scholen. Ik
zie geen toegevoegde waarde van een aparte campagne gericht op de aanpak van fijnstof
op scholen.
Vraag 11
Bent u tevens bereid op landelijk niveau maatregelen te nemen, zodat kinderen en onderwijspersoneel
niet langer in klaslokalen ongezonde lucht met fijnstof inademen? Zo ja, welke maatregelen
gaat u nemen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Zie antwoord op vraag 10.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.