Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kröger, Laçin, Van Raan, Van Brenk en Gijs van Dijk over het bericht 'Minister houdt poot stijf: Zonder nieuwe vluchten geen Lelystad'
Vragen van de leden Kröger (GroenLinks), Laçin (SP), Van Raan (PvdD), Van Brenk (50PLUS) en Gijs vanDijk (PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Minister houdt poot stijf: Zonder nieuwe vluchten geen Lelystad» (ingezonden 9 januari 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
22 januari 2020).
Vraag 1
Kent u het het bericht «Minister houdt poot stijf: Zonder nieuwe vluchten geen Lelystad»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met het door u geuite citaat »Het is vanaf begin af aan duidelijk
geweest dat Lelystad Airport nooit voor 100 procent vluchten zou kunnen overnemen
van Schiphol.»?
Antwoord 2
Vanaf het begin af aan is duidelijk geweest dat goedkeuring van de Europese Commissie
(EC) noodzakelijk was alvorens een VVR in te kunnen zetten. Het was daarentegen niet
vanaf het begin af aan duidelijk welke vorm de VVR zou moeten hebben om de EC tot
een positief oordeel te doen besluiten.
De EC heeft mij, mede naar aanleiding van een marktconsultatie, laten weten bezwaren
te hebben tegen de VVR in de vorm zoals deze was genotificeerd op 12 juli 2018. Aangezien
er geen zicht was op goedkeuring, heb ik de notificatie ingetrokken op 4 december
2018 en uw Kamer hierover geïnformeerd2. Zoals ik u destijds ook heb geïnformeerd kwamen de bezwaren van de EC voort uit
de eis voor non-discriminatie en proportionaliteit en dan met name dat de VVR de markttoegang
voor nieuwe gegadigden niet volledig mocht afsnijden.
Vervolgens heb ik in de dialoog met de EC ingezet op maximale selectiviteit met een
aangepaste VVR en het rapport laat zien dat dit ook het geval is, namelijk 80 tot
90%. Bij het indienen van de aangepaste VVR was duidelijk dat markttoegang voor nieuwe
gegadigden niet volledig afgesneden mocht worden.
Vraag 3
Herinnert u zich dat u op 3 juli 2018 in een brief aan de Kamer schreef: «Doordat
Lelystad Airport dit karakter van een overloop heeft, zal op deze luchthaven geen
autonome groei van handelsverkeer plaatsvinden.»?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Herinnert u zich dat u op 18 december 2018 in een debat zei, in antwoord op een vraag
over het uitsluiten van autonome groei: «Als ik nul kans meer zag, had ik dat nu ook
aan uw Kamer gemeld. (...) Ik heb de handdoek dus nog niet in de ring gegooid.»?4
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Als het altijd al duidelijk was dat autonome groei op Lelystad Airport onvermijdelijk
is, waarom erkende u dat dan pas in uw Kamerbrief van 9 december 2019, waarin u schreef:
«Gelet op de strikte voorwaarden van de EU (...) moet rekening gehouden worden met
10 tot 20% autonome groei op Lelystad Airport.»?5
Antwoord 5
In aanvulling op de beantwoording van vraag 2 heb ik uw Kamer op 17 januari 2019 geïnformeerd6 dat ik een onafhankelijke analyse zou laten uitvoeren naar de te verwachten verplaatsing
van vluchten van Schiphol naar Lelystad op basis van de VVR. Over de resultaten van
deze analyse heb ik uw Kamer op 9 december 2019 geïnformeerd7.
Vraag 6
Wist u op 3 juli 2018 al dat autonome groei op Lelystad Airport onvermijdelijk was?
Antwoord 6
Nee.
Vraag 7
Wist u op 18 december 2018 al dat autonome groei op Lelystad Airport onvermijdelijk
was?
Antwoord 7
Zoals ik op 14 december 2018 in mijn brief aan uw Kamer8 heb aangegeven was het voor de EC van belang dat de VVR de markttoegang voor nieuwe
gegadigden niet volledig mocht afsnijden. De haalbaarheid van mijn inzet om autonome
groei volledig te voorkomen stond hierdoor onder druk. In december en begin januari
is er intensief gewerkt aan een oplossing om de wens van de Kamer zoveel mogelijk
gestand te doen. Ik heb dit in het debat van 18 december 20189 ook aangegeven: «Ik ga me er honderd procent voor inzetten om dat te realiseren, maar ik weet nog niet
of het gaat lukken.»
Vraag 8
Als u «nee» hebt geantwoord op vragen 6 en 7, wat bedoelt u dan met het citaat in
Trouw?
Antwoord 8
Voor de beantwoording van deze vraag wordt verwezen naar de beantwoording van vraag
2.
Vraag 9
Als u «ja» hebt geantwoord op een van de vragen 6 of 7, waarom hebt u dat dan niet
gemeld aan de Kamer?
Antwoord 9
Voor de beantwoording van deze vraag wordt verwezen naar de beantwoording van vraag
7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.