Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad op 27 januari 2020 (Kamerstuk 21501-32-1223)
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1224
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 23 januari 2020
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de brief van 17 januari 2020 over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en
Visserijraad van 27 januari 2020 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1223).
De vragen en opmerkingen zijn op 21 januari 2020 aan de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit voorgelegd. Bij brief van 22 januari 2020 zijn de vragen, die
betrekking hebben op onderwerpen die geagendeerd zijn voor de Landbouw- en Visserijraad
van 27 januari 2020, beantwoord. De overige vragen zullen op een later tijdstip worden
beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Kuiken
Adjunct-griffier van de commissie, Goorden
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de verschillende
brieven bij de Landbouw en Visserijraad van 27 januari 2020. Zij hebben hierover nog
enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de volledige agenda niet tijdig beschikbaar
is. Kan de Minister tijdens de Landbouw- en Visserijraad nogmaals vragen om een tijdige
verspreiding van de agenda? Kan het kabinet aanvullend de definitieve agenda en de
Nederlandse inbreng alsnog met de Kamer delen? Welke stappen zet de Minister om de
definitieve geannoteerde agenda in de toekomst wel tijdig naar de Kamer te sturen?
Het Kroatische voorzitterschap streeft ernaar om de Raad zo efficiënt en effectief
mogelijk te organiseren en voor te zitten. Bij de voorbereiding van de Raad en het
vaststellen van de agenda is het voorzitterschap afhankelijk van veel factoren. Dit
alles beïnvloedt de tijdigheid van de geannoteerde agenda. Het Kroatische voorzitterschap
is zich ervan bewust dat de lidstaten de agenda voor de Raad zo snel mogelijk willen
ontvangen. In de geannoteerde agenda die uw Kamer ontvangt, wordt de inzet van Nederland
zoveel mogelijk aangegeven. Alle besproken agendapunten, inclusief de Nederlandse
inbreng, worden door middel van het verslag van de Raad met uw Kamer gedeeld.
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd naar de onderwerpen die volgens het kabinet
niet terugkomen in de Green Deal. Kan dit verder toegelicht worden? Welke onderwerpen
en waarom specifiek deze onderwerpen wil het kabinet terugzien in de Europese Green
Deal? Op welke manier zijn/worden ondernemers betrokken bij het vormen van deze onderwerpen
en bij de Green Deal als geheel? Wat zijn de (financiële) gevolgen van de Green Deal
voor onze ondernemers en voor de gehele keten? Op welke manier wordt ook het gelijke
speelveld gewaarborgd nu de Europese Commissie haar plannen voor een Green Deal heeft
gepresenteerd?
Momenteel wordt het kabinetsstandpunt over de Green Deal uiteengezet in een BNC-fiche.
Voor onderwerpen die het kabinet wil terugzien in de Europese Green Deal verwijs ik
graag naar dit fiche dat begin februari naar uw Kamer wordt verzonden. De Europese
Commissie zal bekijken hoe het omgaat met het stimuleren van het bedrijfsleven en
maatschappelijk middenveld om de ambities van de Green Deal te verwezenlijken, en
hoe ondernemers hierin betrokken worden. Aangezien de Green Deal nog verder geconcretiseerd
moet worden, zijn de financiële gevolgen van de Green Deal voor onze ondernemers en
de gehele keten nog niet goed te overzien. De concrete Commissievoorstellen over de
deelonderwerpen zullen binnenkort worden gepubliceerd.
Zoals bekend kan zaad- en plantenveredeling een belangrijke bijdrage leveren aan het
verduurzamen van de landbouw. Hoewel uit de brief van de Minister blijkt dat veel
onderwerpen nog slechts zeer algemeen zijn toegelicht, vernemen de voorgenoemde leden
desondanks graag van de Minister welke positie biotechnologie in de Green Deal-plannen
inneemt. Wat is hiervan haar inschatting? En is de Minister voornemens om het belang
van het beschikbaar stellen van nieuwe technologieën als CRISPR-cas9 in de gesprekken
met haar Europese collega’s aan de kaart te stellen?
Momenteel wordt het kabinetsstandpunt over de Green Deal uiteengezet in een BNC-fiche.
Voor onderwerpen die het kabinet wil terugzien in de Europese Green Deal verwijs ik
graag naar dit fiche dat begin februari naar uw Kamer wordt verzonden. Voor het beschikbaar
stellen van nieuwe veredelingstechnieken is een aanpassing van de GGO-richtlijn nodig;
hiervoor is de EU aan zet. Ik ben hierover in nauw contact met mijn Europese collega’s
en de Europese Commissie, ook om een mogelijke herziening van de richtlijn op de agenda
van de Europese Commissie te krijgen.
De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet de richting van de gedachtewisseling
over overgangsbepalingen GLB met de Kamer te delen. Waar wil het voorzitterschap zich
op richten en wat wordt hierin de inbreng van het kabinet?
Op 31 oktober 2019 heeft de Europese Commissie haar voorstellen voor twee verordeningen
voor het GLB gepresenteerd. Het betreft in hoge mate technische voorstellen, uw Kamer
is hierover geïnformeerd bij de geannoteerde agenda LVR die 17 januari jl. naar uw
Kamer is gezonden. Over de flexibiliteitsverordening die onder meer de overheveling
regelt van de 2e naar de 1e pijler is reeds in december 2019 een politiek akkoord
bereikt. De flexibiliteitsverordening staat als a-punt geagendeerd voor de januari-Raad.
De tweede verordening betreft de transitie voor één jaar (2021). Hierover is in de
januari-Raad een gedachtewisseling voorzien.
Nederland is blij met het voorstel van de Europese Commissie waarmee een lacune in
de betalingen tijdig kan worden voorkomen. Nederland kan de voorstellen steunen. Nederland
moet nog een besluit nemen over de invulling van het plattelandsontwikkelingsprogramma
(POP) in de transitieperiode. Dit wordt besproken met de provincies en uw Kamer. Nederland
zet vooralsnog in op een zo eenvoudig mogelijke voortzetting van het huidige GLB.
Wel zal gekeken worden of het huidige GLB voldoende ruimte biedt voor nieuwe accenten
in de POP, ten behoeve van klimaat, stikstof en/of biodiversiteit, kringlooplandbouw.
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie willen de Minister nog enkele vragen voorleggen over de
agenda van de Landbouw- en Visserijraad die op 27 januari aanstaande plaatsvindt te
Brussel.
Green Deal
De leden van de CDA-fractie merken op dat het nog onduidelijk is wat de implicaties
van de Green Deal zal zijn op het GLB en het Nederlandse landbouw- en biodiversiteitsbeleid.
Zij vragen de Minister in de kabinetsappreciatie van de Green Deal specifiek in te
gaan op de gevolgen van de Green Deal op het GLB en het nationale beleid op het gebied
van landbouw, voedsel en biodiversiteit. Kan de Minister daarbij expliciet aangeven
waar de Green Deal niet aansluit bij de afspraken gemaakt in het Regeerakkoord en
ingaat tegen, de door de Minister, ingezette aanpak stikstof in Nederland?
Vooralsnog zijn er geen onderdelen van de Green Deal waarvan gesteld kan worden dat
ze ingaan tegen het regeerakkoord. Wel is er meer duidelijkheid nodig over hoe de
Green Deal-voorstellen zich verhouden tot het algehele landbouwbeleid en ook hoe het
GLB-instrumentarium in relatie tot andere beleidsinstrumenten kan bijdragen aan de
Green Deal-ambities. De nadere voorstellen van de Commissie voor onderdelen van de
Green Deal zullen hier meer duidelijkheid over moeten geven.
Het verminderen van stikstofemissie is een cruciale voorwaarde om behoud en herstel
van biodiversiteit te kunnen realiseren. In dat kader onderstreept de Green Deal het
belang van de reductie van stikstofuitstoot. De breedte van de Green Deal roept op
tot het zorgvuldig afwegen van stikstofmaatregelen ten opzichte van andere belangen
als klimaat en een duurzaam verdienmodel voor de sector. Het is daarom belangrijk
om het belang van een integrale transitie van de landbouwsector in het oog te houden.
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de Europese Green Deal niet tot een
kostenverhoging voor boeren mag leiden als zij niet ook tegelijkertijd een hogere
prijs krijgen voor hun producten. Zij vragen de Minister of zij deze mening deelt
en hoe zij zich ervoor in zal zetten om dit te bewerkstelligen. Deze leden hebben
met belangstelling kennisgenomen van het feit dat ook het Europees Parlement (EP)
inmiddels heeft benadrukt dat de positie van boeren in de waardeketen moet worden
versterkt. Deze leden vragen de Minister in de kabinetsappreciatie specifiek in te
gaan op dit aspect van de Green Deal en een aan te geven wat de impact van de voorgestelde
«van boer tot bord» strategie zal zijn op de positie van Nederlandse landbouwers in
de waardeketen.
Een gezond economisch perspectief voor agrarische ondernemers is een voorwaarde om
de transitie naar een duurzame landbouw te kunnen maken. Daarbij hoort onder meer
dat boeren een redelijke vergoeding moeten kunnen krijgen voor inspanningen waar de
maatschappij om vraagt. Dat is een belangrijk uitgangspunt van mijn Visie op de toekomst
van landbouw, natuur en voedsel. Met beantwoording van de vraag of en hoe ik dit wil
gaan bewerkstelligen in de context van de Europese Green Deal zou ik vooruitlopen
op de uitwerking van de Green Deal en het BNC-fiche dat nog onderwerp is van interdepartementale
afstemming. Ook is het nog te vroeg om aan te geven wat de impact van de «van boer
tot bord»-strategie zal zijn op de positie van de Nederlandse landbouwers in de waardeketen.
De verwachting is dat de Europese Commissie deze strategie niet eerder dan april zal
presenteren.
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat ook voor de Green Deal geldt dat draagvlak
van groot belang is. Een aanpak met voorstellen «van onderop» geniet daarom de voorkeur
van deze leden. Zij vragen de Minister aan te geven of zij deze mening deelt en, indien
dat het geval is, hoe zij zich ervoor zal inzetten om bij de verdere uitwerking van
de Green Deal al bestaande duurzaamheidsinitiatieven die vanuit de Nederlandse landbouwpraktijk
zijn vormgegeven.
Ik deel met uw Kamer de mening dat draagvlak van groot belang is voor het welslagen
van de Green Deal en dat Nederland mooie voorbeelden heeft van duurzaamheidsinitiatieven
die goed aan zouden sluiten bij de doelstellingen van de Green Deal. De beantwoording
van de vraag of en hoe ik bestaande duurzaamheidsinitiatieven, die vanuit de Nederlandse
landbouwpraktijk zijn vormgegeven, ga betrekken in de context van de Europese Green
Deal, hangt af van de uitwerking van de Green Deal.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Commissie aan heeft gegeven met een EU-biodiversiteitsstrategie
te zullen komen waarin specifieke maatregelen worden vastgesteld om de Europese doelstellingen
op het gebied van biodiversiteit te verwezenlijken en dat hierbij onder meer gedacht
wordt aan gekwantificeerde doelstellingen in aansluiting op Natura2000. Deze leden
vragen de Minister wat haar verwachtingen zijn van deze doelstellingen en aan te geven
wat het verband zal zijn tussen deze doelstellingen en het Nederlandse Natura2000-beleid.
Nederland heeft naast de Natura 2000-gebieden het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Met
de realisatie van het NNN kent Nederland al een groot areaal beschermd gebied dat
aansluit op het Natura 2000-netwerk. In Nederland is het verbeteren van de kwaliteit
van de natuur en de daarvoor benodigde milieucondities belangrijk voor het behoud
en versterken van de biodiversiteit. Ik wacht op de concretisering van de nieuwe EU-biodiversiteitsstrategie
om te zien hoe deze strategie zich verhoudt tot het Nederlandse Natura 2000-beleid.
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
landbouw- en visserijraad van 27 januari 2020 en hebben hierover nog enkele vragen.
Green deal algemeen
De D66-leden hebben kennis genomen dat de Commissie zal komen met de Strategie «van
boer tot bord» die alle stadia van de voedselketen bestrijkt en de weg effent voor
het formuleren van een duurzamer voedselbeleid. Op welke manier wordt er over kringlooplandbouw
gesproken binnen de green deal? Kan de Minister toelichten hoe haar visie kringlooplandbouw
hier in verwerkt gaat worden? Op welke manier passen de vier bewegingen (van granen
naar voer, van rotte naar rijpe mest, van chemie naar biologie in de bodem en een
hoger dierwelzijn) binnen het huidige framework?
Momenteel wordt het kabinetsstandpunt over de Green Deal uiteengezet in een BNC-fiche,
hieronder valt ook de kringlooplandbouwvisie. Voor onderwerpen die het kabinet wil
terugzien in de Europese Green Deal verwijs ik graag naar dit fiche, dat begin februari
naar uw Kamer wordt verzonden. Daarnaast moeten er nog veel zaken van de Green Deal
geconcretiseerd worden, waardoor het nog moeilijk bezien is hoe de huidige LNV-inzet
hierbinnen past.
Green deal Biodiversiteit
De leden lezen dat er betreffende de Green deals een presentatie en gedachtewisseling
gaat plaats vinden omtrent de landbouwaspecten. De D66-leden zijn positief over het
ingenomen standpunt van de Minister en Nederland omtrent een Europees actieplan tegen
wereldwijde ontbossingen en juichen de voortvarendheid waarmee de Minister samen met
haar collega’s in de Landbouwraad vorig jaar tot deze opdracht is gekomen toe. Ook
NGO’s zoals Greenpeace Nederland en het Wereld Natuur Fonds zijn enthousiast over
het ingenomen standpunt van Nederland. De Europese Commissie heeft de opdracht gekregen
om regelgevende en niet-regelgevende maatregelen voor te stellen om hiermee de wereldwijde
voetafdruk van de Europese Unie aan te pakken. De Green deal pakt door op de reeds
gecommuniceerde plannen van de Commissie als het gaat om het tegengaan van ontbossing
elders (buiten Europa). De leden zijn van mening dat bij de aanpak van het huidige
klimaat- en natuurcrisis het essentieel is dat er op korte termijn een goed en werkbaar
EU-wetsvoorstel ligt. Deelt de Minister deze mening? Kan de Minister, met oog op de
huidige klimaat- en natuurcrisis er bij de Europese Commissie op aandringen dat het
wetsvoorstel alle voorrang verdient en daarom nog voor het eind van dit jaar klaar
moet zijn?
Ik deel de mening van de leden van de D66-fractie dat er snel duidelijkheid moet komen
welke maatregelen effectief zijn om zo te voorkomen dat er nog langer producten op
de EU-markt worden gebracht die hebben bijgedragen aan ontbossing. Mede om die reden
heeft de Raad afgelopen december conclusies aangenomen over de Mededeling en de Commissie
gevraagd zo snel mogelijk met voorstellen voor maatregelen te komen gebaseerd om ontbossing
en bosdegradatie tegen te gaan.
De Green deal gaat ook in op de impact van internationale import en handel. De D66-leden
zijn van mening dat de vrijwillige certificering, zoals Roundtable on Sustainable
Palm Oil (RSPO) en Round Table on Responsible Soy (RTRS) instrumenten een belangrijk
onderdeel zijn in de strijd tegen ontbossing, maar onvoldoende als enige instrument
om ontbossing en landconversie in natuurgebieden te stoppen. Deelt de Minister deze
mening? Zo ja, kan de Minister zich uitspreken tijdens de Landbouw- en Visserijraad
dat slechts inzetten op vrijwillige instrumenten als certificering onvoldoende garanties
biedt om de ontbossing daadwerkelijk uit de handelsketens te bannen? Zo nee, waarom
niet? Kan de Minister binnen de EU-landbouwraad agenderen dat Nederland verwacht dat
er een solide wetsvoorstel komt dat de bossen en andere waardevolle ecosystemen waar
dan ook ter wereld daadwerkelijk beschermt?
Ik ben het de leden van de D66-fractie eens dat vrijwillige certificering, zoals voor
duurzaam geproduceerde soja en palmolie, weliswaar een belangrijke bijdrage levert
aan het tegengaan van ontbossing en landconversie, maar ook dat er meer moet gebeuren
en dat Europees beleid op dit onderwerp noodzakelijk is. Nederland spant zich daarom
in om te komen tot EU-beleid om de marktvraag naar gecertificeerde duurzame en ontbossingsvrije
producten binnen de Unie en daarbuiten te vergroten.
Ook heeft Nederland er bij de Europese Commissie op aangedrongen om ambitie te tonen
en aanvullende regelgevende en niet- regelgevende maatregelen aan de vraagzijde te
onderzoeken om te zorgen voor een gelijk speelveld en algemene kennis over ontbossingsvrije
toeleveringsketens, en zo de transparantie van de toeleveringsketen te vergroten en
het risico op ontbossing en bosdegradatie dat samenhangt met de invoer van grondstoffen
in de EU, tot een minimum te beperken.
De Raad heeft afgelopen december in haar Raadsconclusies over de Mededeling de Europese
Commissie gevraagd om zo snel mogelijk met voorstellen voor maatregelen te komen gebaseerd
op de beoordeling die de Commissie gaat uitvoeren.
De Green deal gaat verder ook over fysieke bossen binnen Europa. De vicevoorzitter
van de Europese Commissie, de heer Timmermans, heeft gesteld dat hij circa 2 miljard
bomen wil gaan planten in lidstaten om zo bos in te zetten als klimaatmitigatie strategie
en om aan ecosysteemherstel te doen. De Commissie gaat aan de slag met een nieuwe
EU-bossenstrategie. De D66-leden juichen dit initiatief toe en kijken uit naar de
verdere uitwerking. Een juiste afweging tussen gekozen type/soorten planten, biodiversiteit
en klimaatadaptatie is hierbij cruciaal. Kan de Minister toelichten op welke manier
deze aspecten worden gewogen in de doelstellingen die nu worden geformuleerd?
De Europese Commissie heeft voor dit jaar een EU-bossenstrategie aangekondigd. Ik
verwacht dat daarin het voornemen om meer bos aan te leggen in de EU is opgenomen
en hoe dat gerealiseerd kan worden in de verschillende lidstaten. Omdat de EU-bossenstrategie
nog niet uit is, en de realisatie ervan in Nationaal Strategische Plannen plaats vindt,
kan ik niet aangeven hoe deze aspecten worden gewogen. Aangezien bosbeleid een nationale
competentie is, hecht ik er aan bij de aanleg van nieuw bos in Nederland zelf deze
afweging te kunnen maken.
Green deal Dierenwelzijn
De leden van de D66 fractie hebben met interesse gelezen dat Nederland op het vlak
van dierenwelzijn een kopgroep heeft gevormd en kijkt uit naar de vervolg stappen
van de Commissie. Kan de Minister aangeven wanneer zij de eerste stappen van de Commissie
verwacht en hoe Nederland samen met de kopgroep druk blijft houden?
De komende tijd zal duidelijker worden welke ambities de nieuwe Europese Commissie
heeft op het terrein van dierenwelzijn in het kader van de Farm to Fork strategie. Verder verwacht ik van de Europese Commissie dit najaar de resultaten
van de evaluatie van de huidige, Europese dierenwelzijnsstrategie. Ik ben met de Commissie
over de Nederlandse dierenwelzijnswensen in gesprek en trek hierbij zoveel mogelijk
op met gelijkgestemde lidstaten.
Afgelopen week werd weer eens duidelijk gemaakt doormiddel van een NPO3 programma
genaamd Gefileerd2 dat het onduidelijk is voor de Nederlandse consument wat de origine
van onder andere verwerkt vlees is. Ziet de Minister net als de D66-leden de mogelijkheden
van zulke herkomstetikettering voor de Nederlandse markt, zeker in het ooglicht van
de transitie naar kringlooplandbouw? Erkent zij dat, juist de Nederlandse markt veel
baat kan hebben bij het verhogen van de consumentenkennis aangaande het product dat
zij kopen? Hoe past volgens de Minister etikettering in de Europese Greendeal «van
boer tot bord»?
Transparantie over de herkomst van de levensmiddelen en de grondstoffen wordt meer
en meer van belang geacht om de consument goed te informeren.
Sinds 1 april 2015 zijn, naast de verplichte vermelding van de herkomst van rundvlees,
ook regels in werking getreden voor de verplichte vermelding van de herkomst van voorverpakt
vers, gekoeld of bevroren vlees van varkens, schapen, geiten en pluimvee (EU 13/17/2015).
Daarnaast zijn voor verschillende andere productcategorieën in opdracht van de Europese
Commissie haalbaarheidsstudies uitgevoerd (o.a. voor zuivelproducten, zuivel als ingrediënt,
onbewerkte levensmiddelen, levensmiddelen waarbij één ingrediënt voor meer dan 50%
in het levensmiddel voorkomt). Deze haalbaarheidsstudies hebben tot dusver niet tot
voorstellen voor wetgeving geleid. Wel hebben een aantal lidstaten nationale wetgeving
opgesteld voor de vermelding van de herkomst van diverse productcategorieën (met name
zuivelproducten, vlees als ingrediënt). De verwachting is dat met de uitkomsten van
de evaluaties van deze nationale maatregelen, te zijner tijd opnieuw de discussie
zal worden gestart over verplichte herkomst etikettering voor een aantal productcategorieën.
Vanaf 1 april 2020 is de uitvoeringsverordening voor vrijwillige vermelding van de
herkomst van levensmiddelen van toepassing (EU 2018/775). In 2019 zijn hiervoor regels
vastgesteld, waarbij als bedrijven vrijwillig de herkomst van het product vermelden
op het etiket, dit moet voldoen aan een aantal eisen. Voor overige categorieën is
nog altijd de discussie gaande in Brussel. Om tot een verplichte vermelding van herkomst
over te gaan, moet de consumentenvraag nadrukkelijk opwegen tegen de administratieve
lasten en kosten die dit met zich mee zou brengen. De keuze om herkomstvermelding
verplicht te stellen moet immers wel meerwaarde hebben (voor de consument).
Momenteel werkt de Europese Commissie aan de invulling van de Europese Green Deal
«Farm to Fork». Op dit moment is nog niet duidelijk wat hierin de voorstellen zullen zijn. Mogelijk
zal de aanpak ook voorstellen omvatten over voedselinformatie aan consumenten. Het
is goed dat consumenten goed geïnformeerd worden over de gezondheid, veiligheid en
duurzaamheidsaspecten van voedingsmiddelen.
Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
van de Landbouw- en Visserijraad van 27 januari en onderliggende stukken. Er staan
veel belangrijke zaken op de agenda.
De leden van de GroenLinks-fractie willen ook aandacht vragen voor de Europese Green
Deal en vooral de voorstellen wat betreft landbouw, voedsel en biodiversiteit. Deze
leden zijn erg benieuwd naar de kabinetsappreciatie daarvan. Kan de Minister delen
wanneer de leden deze kunnen ontvangen? Daarnaast zijn deze leden ook erg benieuwd
hoe de Green Deal zich verhoudt tot de plannen in voor het nieuwe GLB en het Nationaal
Strategisch Plan. Dit vragen deze leden ook als het gaat om de financiën. Levert het
feit dat er minder geld beschikbaar is voor het nieuwe GLB potentieel problemen op
voor het behalen van de klimaat- en biodiversiteitsambities van de Green Deal? Deze
leden zijn ook geïnteresseerd hoe andere landen op de landbouwonderdelen van de Green
Deal gereageerd hebben. Kan de Minister daar op in gaan?
Het BNC-fiche zal begin februari naar uw Kamer worden gezonden. De Commissie stelt
dat het GLB en de nationaal strategische plannen mede invulling dienen te geven aan
de voorstellen voor de Green Deal. Over hoe dit in de praktijk invulling zal dienen
te krijgen, is de mededeling niet eenduidig, anders dan dat het doel wordt uitgesproken
en de Commissie aangeeft dat de GLB nationale plannen hierop beoordeeld zullen worden.
De Green Deal mededeling c.q. het «Investment Plan» herhaalt het in het Meerjarig
Financieel Kader (MFK) geformuleerde doel dat EU-breed 40% van het GLB-budget wordt
ingezet voor klimaat en leefomgeving. Het kabinet ondersteunt deze ambitie en verwacht
dat het GLB zal bijdragen aan het behalen van de klimaat- en biodiversiteitsambities
van de Green Deal, ook ingeval in het toekomstig MFK sprake zal zijn van een kleiner
GLB-budget. Andere lidstaten hebben in een eerste reactie aangegeven de doelen van
de Green Deal te onderschrijven, maar sommige koppelen dat wel aan een hoger budget.
Bij alle lidstaten zijn er nog veel vragen over de intenties, de uitwerking en de
implicaties van de landbouwonderdelen van de Green Deal.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn nieuwsgierig naar de «van boer tot bord»-strategie.
Wat verwacht de Minister van deze strategie die onder andere gaat over de beperking
van het gebruik van chemische pesticiden, meststoffen en antibiotica? Dit ook in het
licht van de pas aangenomen resolutie in het Europees Parlement om bijen en andere
bestuivers beter te beschermen.
Momenteel wordt het kabinetsstandpunt over de Green Deal uiteengezet in een BNC-fiche.
Voor onderwerpen die het kabinet wil terugzien in de Europese Green Deal verwijs ik
graag naar dit fiche dat begin februari naar uw Kamer wordt verzonden. Daarnaast moet
de Green Deal, waaronder de van-boer-tot-bord-strategie, nog verder geconcretiseerd
worden.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben biodiversiteit hoog in het vaandel staan.
Zij zijn dan ook benieuwd wat de Minister verwacht van de aangekondigde EU-biodiversiteitsstrategie.
Wat is de Nederlandse inzet wat betreft de biodiversiteitsstrategie? En hoe sluit
haar aangekondigde bossenstrategie hier op aan?
Nederland streeft naar een ambitieuze Biodiversiteitsstrategie, in lijn met het kabinetsstreven
naar een ambitieus nieuw Strategisch plan voor het Biodiversiteitsverdrag. Ook met
de aangekondigde Nederlandse bossenstrategie geef ik uiting aan mijn ambitie voor
Biodiversiteit. De Nederlandse inzet voor de Europese Biodiversiteitsstrategie is
in lijn daar mee, maar de concretisering van de nieuwe EU-biodiversiteitsstrategie
dient te worden afgewacht om te zien hoe dit zich verhoudt tot de Nederlandse doelstellingen.
Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de «van boer tot bord» plannen
in het kader van de Europese Green Deal en de ambitie die de Commissie daarbij uitstraalt.
Zo wil de Europese Commissie het gebruik en het risico van chemische pesticiden aanzienlijk
terugdringen. Dergelijk beleid kan grote gevolgen hebben voor de Nederlandse landbouw.
De leden van de SGP-fractie vragen of de Minister bereid is bij de eerste gedachtewisseling
tijdens de komende Landbouwraad het belang van subsidiariteit en proportionaliteit
te benadrukken. Is de Minister ten aanzien van specifiek de voornemens met betrekking
tot de chemische pesticiden bereid aan te geven dat het huidige toelatingsbeleid voor
gewasbeschermingsmiddelen in de landbouwpraktijk voor verschillende knelpunten zorgt
en geïntegreerde gewasbescherming (preventie – biologische middelen – chemische middelen
als medicijn) lastiger maakt?
De Toekomstvisie Gewasbescherming 2030, die met diverse Nederlandse stakeholders is
opgesteld en met uw Kamer is besproken, is gericht op de ontwikkeling van weerbare
planten en teeltsystemen, waardoor de afhankelijkheid en risico’s van chemische gewasbeschermingsmiddelen
kunnen worden verminderd. Dit sluit aan op de ambitie van de Europese Commissie. Echter,
ik ben me ervan bewust dat in de overgangsfase naar zo’n nieuw systeem het wegvallen
van tot nu gebruikte gewasbeschermingsmiddelen – als gevolg van geconstateerde risico’s
voor mens, dier of milieu – de (geïntegreerde) gewasbescherming lastiger kan maken.
In het uitvoeringsprogramma waar nu aan wordt gewerkt, zal daarom aandacht worden
besteed aan langetermijn- en kortetermijnvraagstukken. Ik ben bereid om in de komende
Landbouwraad aandacht te vragen voor een zorgvuldige transitieperiode, maar dat laat
onverlet dat de ambitie niet uit het oog mag worden verloren.
De leden van de SGP-fractie zijn niet te spreken over de uitspraken van eurocommissaris
Timmermans over de agrarische sector. De eurocommissaris sprak onbegrip uit over de
boerenprotesten in ons land. Hij vond dat boeren vasthouden aan achterhaalde ideeën
in plaats van nu te veranderen, en dat als zij blijven vasthouden aan de huidige intensieve
manier van produceren zij geen kans hebben om te overleven. Timmermans heeft eerder
aangegeven dat 40% van de landbouwsubsidies overgeheveld zou moeten worden naar klimaatbeleid.
Deze leden horen graag hoe de Minister deze uitspraken waardeert. Is de Minister bereid
tijdens de komende Landbouwraad te pleiten voor een constructieve opstelling van de
Europese Commissie met oog voor de lastige positie van agrarische bedrijven en het
belang van een vitale landbouwsector?
Voor het kabinet blijft, conform regeerakkoord en BNC-fiche, het uitgangspunt dat
het toekomstig GLB een verschuiving dient te bewerkstelligen naar een landbouw die
economie, mens en leefomgeving verbindt.
Dit vertaalt zich o.a. in de inzet in de Brusselse onderhandelingen om ernaar toe
te werken dat 40% van het GLB-budget ingezet wordt voor maatregelen die primair gericht
zijn op klimaat en leefomgeving. Daarmee wordt tegelijkertijd een hoge ambitie én
een Europees gelijk speelveld gewaarborgd. Deze middelen gaan naar boeren voor bijvoorbeeld
eco-regelingen en agrarisch natuurbeheer, en worden ingezet op het versterken van
de positie van boeren in de keten voor een vitale landbouwsector. In de komende Landbouwraad
zal ik ervoor pleiten om de uitdaging van een klimaatneutraal Europa in 2050 niet
bij boeren weg te halen, maar juist samen met boeren aan te gaan.
In het kader van de Green Deal overweegt de Europese Commissie extra eisen ten aanzien
van handelsakkoorden en een koolstofgrenscorrectie. De leden van de SGP-fractie vragen
of de Minister bereid is aan te dringen op het voorkomen van import van landbouwproducten
die niet zijn geteeld of geproduceerd volgens de Europese milieu en dierenwelzijnsregels.
Dergelijke import, zoals via bijvoorbeeld het Mercosur-akkoord gestimuleerd zou worden,
vinden deze leden ongewenst, omdat het duurzame verdienmodel hierdoor ondermijnd wordt.
Uw Kamer ontvangt binnenkort het BNC-fiche over de Green Deal. De verantwoordelijkheid
voor regelgeving voor de import van goederen in de Europese Unie ligt bij de Europese
Commissie vanwege de Europese interne markt. In het BNC-fiche over de mededeling van
de Europese Commissie «Stepping Up EU Action to Protect and Restore the Worlds Forests»
heeft het kabinet aangegeven dat het van groot belang is dat de Commissie op de kortst
mogelijke termijn in beeld brengt welke mogelijkheden er zijn om handelsketens volledig
ontbossings-, bosdegradatie- en ecosysteemconversievrij te maken. Daarbij moedigt
Nederland de Commissie aan alle effectieve maatregelen te overwegen – zowel regelgevende
als niet-regelgevende maatregelen. De kabinetsinzet richting de Europese Commissie
voor dierenwelzijn is uiteengezet in de brief dierenwelzijn van 4 september 2019 (Kamerstuk
28 286, nr. 1063). Hierin wordt ook aangegeven wat de inzet van het kabinet is bij het Europese marktaanbod
bij associatie- en handelsakkoorden om een gelijk speelveld op de Europese interne
markt te creëren. Voor wat betreft Mercosur heeft het kabinet al aangegeven dat het
de balans zal opmaken van de voor- en nadelen van het nog goed te keuren EU-Mercosur
Associatieakkoord als alle daartoe noodzakelijke stukken beschikbaar zijn. Uw Kamer
zal over het standpunt van het kabinet worden geïnformeerd voordat de Raad besluit
over het akkoord.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
F.C.G. Goorden, adjunct-griffier