Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over de berichten 'Datacenters in Nederland raken in wurggreep van Amerikanen' en 'Nederlandse bouwer van datacenters failliet'
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Economische Zaken en Klimaat over de berichten «Datacenters in Nederland raken in wurggreep van Amerikanen» en «Nederlandse bouwer van datacenters failliet» (ingezonden 2 december 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 21 januari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Datacenters in Nederland raken in wurggreep van Amerikanen»
en «Nederlandse bouwer van datacentres failliet»?1 2
Antwoord 1
Ja, ik ben met deze berichten bekend.
Vraag 2
Klopt het beeld dat Nederland de controle dreigt te verliezen over consumenten- en
bedrijfsgegevens opgeslagen in datacenters op Nederlands grondgebied als gevolg van
investeringen van Amerikaanse bedrijven in kritieke digitale infrastructuur in Nederland?
Welke gevolgen kan dit hebben voor de veiligheid en autonomie van Nederland in het
digitale domein?
Antwoord 2
Het is van belang om onderscheid te maken tussen datacenterdiensten, zoals het fysieke
gebouw van het datacenter, de servers, en de (hosting)diensten, zoals opslag en enerzijds
en de consumenten- en bedrijfsgegevens op deze servers anderzijds. In beginsel zijn
datacenters alleen eigenaar en/of beheerder van het onroerend goed. De bedrijven die
van het datacenter gebruik maken zijn eigenaar en/of beheerder van de servers/clouds.
Enkele datacenters verlenen optioneel diensten als de verhuur van servers, of de verlening
van andere diensten (zoals clouddiensten).
Datacenters zijn momenteel niet aangewezen als vitale infrastructuur. Wel is het kabinet
voornemens nader onderzoek te doen naar de vraag of datacenters alsnog onderdeel moeten
worden van de vitale infrastructuur. Datacenters vanaf een bepaalde omvang zijn al
onder het Wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie gebracht (Wozt), zodat
toekomstige overnames van deze datacenters getoetst zullen worden (zie mijn antwoord
op vraag3.
Wat betreft de consumenten- en bedrijfsgegevens opgeslagen in datacenters, merk ik
het volgende op. Allereerst zijn de clouddiensten gereguleerd onder de Wet beveiliging
netwerk- en informatiesystemen (Wbni), zodat zij maatregelen moeten treffen om de
risico’s voor de beveiliging van hun netwerk- en informatiesystemen te beheersen.
Daarnaast is de Algemene verordening gegevensbescherming van toepassing. In het artikel
worden ook zorgen geuit over de gevolgen van de CLOUD-act. Voor een eerste appreciatie
van deze gevolgen verwijs ik u naar twee eerdere brieven die het kabinet naar uw Kamer
heeft verzonden.4
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van dergelijke datacenters in Nederland, hun locaties en
eigenaars?
Antwoord 3
De rijksoverheid beschikt niet over een dergelijk overzicht. De brancheorganisatie
Dutch Data Center Association heeft mij te kennen gegeven dat er ongeveer 200 datacenter
locaties in Nederland zijn, met meer dan 50 verschillende Nederlandse en buitenlandse
uitbaters en eigenaren.5
Vraag 4 en 5
Wie is de eigenaar van de datacenters waarvan het Binnenhof en de verschillende departementen
gebruikmaken?
Wat is de staat van de bekabeling van, naar en in deze datacenters? Wie is de eigenaar
van deze kabels en bijgevolg (mede)verantwoordelijk voor o.a. onderhoud, vervanging,
beheer en beveiliging? Zouden deze kabels in het kader van de nationale veiligheid
niet voor tenminste 51 procent overheidseigendom moeten zijn? Worden deze kabels beschouwd
en behandeld als een vitaal proces of een vitale dienst? Welke (veiligheids)wetgeving
is hier van toepassing?
Antwoord 4 en 5
In het AO Digitale Overheid van 4 december 2019 is door de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties toegezegd uw Kamer per brief te informeren over datacenters
die door de rijksoverheid in gebruik zijn. Vraag 4 en 5 zullen in die brief worden
beantwoord. Deze brief zal in het eerste kwartaal van 2020 aan uw Kamer worden verstuurd.
Vraag 6
Bent u van mening dat de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie, de uitvoeringswet
Europese Foreign Direct Investment Screening (FDI)-screeningsverordening en het stelsel
van investeringstoetsing, die allen in voorbereiding zijn, gezamenlijk voldoende bescherming
bieden tegen ongewenste overnames van kritieke digitale infrastructuur, zoals datacenters?
Antwoord 6
Ja. Het verkrijgen van overwegende zeggenschap in een aanbieder van datacenterdiensten
valt onder de werking van het Wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie.
Voorwaarde is wel dat de partij die het datacenter overneemt daardoor relevante invloed
in de telecommunicatiesector verkrijgt. Daarvan is sprake als bij de overname een
zekere drempelwaarde wordt overschreden. Het voornemen is om deze drempelwaarde bij
datacenterdiensten vast te stellen op een stroomcapaciteit van meer dan 40 MW. Dat
wil zeggen dat een investeerder in een datacenter onder de werking van het Wetsvoorstel
ongewenste zeggenschap telecommunicatie valt als hij door die investering overwegende
zeggenschap verkrijgt in een of meer aanbieders van datacenterdiensten en deze diensten
een stroomcapaciteit hebben van meer dan 40 MW. Hiermee valt bij de huidige marktverhoudingen
naar schatting in ieder geval een overname van de grootste vier datacenteraanbieders
onder de werking van het Wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie. Dit
betekent dat een dergelijke overname moet worden gemeld bij de Minister van Economische
Zaken en Klimaat en dat deze vervolgens zal worden getoetst. Mocht blijken dat de
overname een gevaar op kan leveren voor openbare orde of nationale veiligheid dan
kan de overname worden verboden.
Vraag 7 en 8
Is deze berichtgeving voor u aanleiding om het (concept)wetsvoorstel voor de invoering
van een investeringstoets op nationale veiligheidsrisico’s versneld naar de Tweede
Kamer te sturen en niet, zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 11 november 2019,
pas aan het eind van 2020 (met inwerkingtreding nog veel later)? Waarom wel of waarom
niet?6
Hoe wordt toezicht gehouden, zolang deze investeringstoets er nog niet is? Bent u
van plan in de tussentijd aanvullende maatregelen te nemen om onze kritieke digitale
infrastructuur beter te beschermen? Waarom wel of waarom niet?
Antwoord 7 en 8
De planning voor het wetgevingstraject betreffende de investeringstoets op nationale
veiligheidsrisico’s is aan uw Kamer gemeld door de ministers van Economische Zaken
en Klimaat en van Justitie en Veiligheid op 11 november 2019. 7De ministers verwachten de conceptwet conform ambitieuze planning eind 2020 aan uw
Kamer te kunnen aanbieden.
Zoals reeds in antwoord op vraag 6 is aangegeven, valt het verkrijgen van overwegende
zeggenschap in een aanbieder van datacenterdiensten onder de werking van het Wetsvoorstel
ongewenste zeggenschap telecommunicatie. Dit Wetsvoorstel ligt nu voor in uw Kamer
en de nota naar aanleiding van het verslag is onlangs naar uw Kamer verzonden.8
Zoals reeds in antwoord op vraag 2 is aangegeven, is het kabinet voornemens nader
onderzoek te doen, naar de vraag of datacenters niet alsnog onderdeel moeten worden
van de vitale infrastructuur.
Vraag 9
Wat betekent het faillissement van de Nederlandse bouwer van datacenters voor de veiligheid
van Nederland? Welke wetgeving geldt hier ten aanzien van de eisen aan eigenaarschap
e.d., wanneer dit bedrijf een doorstart zou maken?
Antwoord 9
Ik voorzie op dit moment geen impact van het faillissement van een leverancier van
ontwerpdiensten en de bouwbegeleiding van datacenters (ICTroom) voor de veiligheid
van Nederland. Er zijn meerdere (Nederlandse) spelers actief op de markt in Nederland,
en daarbuiten. Bovendien is hier sprake van een groeiende markt, en verwacht ik dat
er meer spelers bij zullen komen. De normale faillissementswetgeving is in dit geval
van toepassing. Het verkrijgen van overwegende zeggenschap in leveranciers van ontwerpdiensten
en bouwbegeleiding van datacenters, dan wel bouwers van datacenters valt niet onder
de werking van het Wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.