Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Slootweg en Peters over sluiting van jeugdzorginstelling Hoenderloo Groep
Vragen van de leden Slootweg en Peters (CDA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over sluiting van jeugdzorginstelling Hoenderloo Groep (ingezonden 9 december 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (ontvangen 21 januari 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1215.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Jeugdzorginstelling Hoenderloo Groep dicht
na fouten en financiële problemen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke locaties sluiten er nu precies?
Antwoord 2
Pluryn sluit de locaties in Hoenderloo en Deelen.
Vraag 3
Om hoeveel jongeren gaat het in deze locaties?
Antwoord 3
Het gaat om ongeveer 200 jongeren die momenteel bij De Hoenderloo Groep verblijven.
Vraag 4
Kloppen de volgende drie redenen dat deze instelling gaat sluiten (i) gebrek aan kwaliteit
van de zorg, (ii) de financiële problemen en (iii) de verharde jongeren met een complexe
zorgvraag?
Antwoord 4
Pluryn heeft op 2 december 2019 aangekondigd dat ze De Hoenderloo Groep gaat sluiten.
Als redenen voor de sluiting heeft Pluryn genoemd zorgen over de kwaliteit van de
hulpverlening, de financiële resultaten van de Hoenderloo Groep en de wens om ook
complexe zorg meer in de regio te organiseren.2 De IGJ heeft sinds 2016 meermaals tekortkomingen geconstateerd wat betreft de kwaliteit
van zorg bij De Hoenderloo Groep3.
Vraag 5
Klopt het dat voor de jongeren een passende oplossing wordt gevonden? In het artikel
is sprake van opvang thuis, wat houdt dat precies in?
Antwoord 5
Dat klopt. Pluryn neemt in principe een jaar de tijd om De Hoenderloo Groep af te
bouwen. Het is de verantwoordelijkheid van Pluryn om hiervoor een zorgvuldige aanpak
in te richten met maatwerkoplossingen voor elk kind. Dit uiteraard in samenwerking
met de jongeren, hun ouders, behandelaren, gemeenten en andere jeugdhulpaanbieders.
Dit vraagt een zorgvuldige communicatie van Pluryn met alle betrokkenen.
Pluryn heeft aangegeven op dit moment alles in gereedheid te brengen om zo snel mogelijk
te starten met de gesprekken met jongeren, hun ouders, de voogd, de behandelaar en
de gemeente waar de jongeren vandaan komen. In februari moet met alle jongeren individueel
dat gesprek zijn gevoerd. Pluryn heeft een conceptplan klaarliggen voor de voorgenomen
afbouw van de locaties Hoenderloo en Deelen, dat gebaseerd is op de zorgvraag van
de cliënten en de contractuele afspraken met gemeenten. Dit conceptplan wordt op dit
moment voorgelegd aan de interne medezeggenschap- adviesorganen van Pluryn, waaronder
de cliëntenraad en de ondernemingsraad, en afgestemd met externe stakeholders. In
hoofdlijnen kent de aanpak drie bestanddelen:
Jeugdigen die nu wonen op de locaties van de Hoenderloo Groep en binnen de genoemde
periode hun behandeling afronden, kunnen de behandeling daar afmaken.
Een ander deel van de jeugdigen kan thuis verder worden behandeld of een plaats krijgen
bij een andere locatie van Pluryn.
Voor de jeugdigen voor wie deze twee mogelijkheden niet passend zijn, gaat Pluryn
overlegtafels met andere zorgaanbieders en gemeenten organiseren en bespreken welke
hulp en daarbij horende locatie passend zijn voor deze jeugdigen.
De IGJ is reeds betrokken en zal dit plan beoordelen en actief toezien op de zorgvuldigheid
van de zorgoverdracht van de jeugdigen die nu bij De Hoenderloo Groep verblijven.
Pluryn werkt nog aan een plan voor afbouw en sluiting van het onderwijs en overdracht
van leerlingen bij het Hoenderloo College. De inspectie van het onderwijs (IvhO) verwacht
een plan van sluiting van het onderwijs begin februari te ontvangen en ziet toe op
uitvoering van dat plan. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor een overdracht
van leerlingen, mochten zij ergens anders hun onderwijs vervolgen. De IvhO ziet hier
vervolgens op toe.
Vraag 6
Herkent u het beeld dat Pluryn schetst dat jeugdzorginstellingen te weinig geld ontvangen
om verharde jongeren met een complexe zorgvraag op een juiste manier te kunnen helpen?
Antwoord 6
Het beeld dat Pluryn schetst sluit aan bij de discussie die veelvuldig tussen gemeenten
aan aanbieders plaatsvindt. Soms leidt dit zelfs tot rechtszaken, zoals onlangs nog
bij de aanbesteding in de regio Haaglanden. Ook sluit het beeld aan bij signalen van
aanbieders dat sommige gemeenten geen of onvoldoende indexatie bieden en dat afgesproken
tarieven niet altijd kostendekkend (blijken te) zijn. Dit laatste komt mede doordat
jeugdhulpaanbieders niet altijd een goede onderbouwing van hun kostprijs hebben.
Gemeenten zijn vanuit de Jeugdwet, artikel 2.12, verplicht te waarborgen dat er een
goede verhouding is tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering
van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld
aan de kwaliteit daarvan. Gemeenten dienen op basis van dit artikel een reële prijs
te betalen.
Om dit te versterken zal in de Jeugdwet een artikel worden opgenomen, net zoals dat
voor de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 al geldt, op grond waarvan bij algemene
maatregel van bestuur (AMvB) regels kunnen worden gesteld ten aanzien van de «reële
prijzen» die gemeenten ingevolge artikel 2.12 van de Jeugdwet met aanbieders moeten
afspreken. Tegelijkertijd werken we aan zo'n AMvB, waarbij we ook de ervaringen met
de AMvB voor de Wmo 2015 zullen meenemen. In de AMvB zal in ieder geval opgenomen
worden dat afspraken gemaakt dienen te worden over de (wijze van) indexering van tarieven.
Vraag 7
Wat is het alternatief voor deze verharde jongeren met een complexe zorgvraag wanneer
ze niet geholpen kunnen worden door Pluryn?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 5 voor de jongeren die nu bij De Hoenderloo Groep wonen.
Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat jeugdigen die in de
toekomst de specialistische hulp nodig hebben die de Hoenderloo Groep nu biedt, passende
hulp krijgen. Dit heeft alles te maken met het zorglandschap en onze ambitie om ook
als jeugdigen uit huis geplaatst worden, hun verblijf zo thuis mogelijk te organiseren.
Dit geldt zowel voor gesloten jeugdhulp als andere drie-milieuvoorzieningen. Ik heb
met gemeenten afgesproken dat VWS hen bij hun coördinerende rol zal ondersteunen,
bijvoorbeeld in het achterhalen van de benodigde informatie.
Vraag 8
Voldoen de jongeren die behandelt worden door de Hoenderloo Groep aan de kenmerken
die u in uw brief van 7 november 2019 rekent tot de groep waaraan hulp op bovenregionaal
en regionaal niveau moet worden geboden?4
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Zou de nieuwe financieringsstructuur zoals u die ontvouwt in de brief van 7 november
2019 voorkomen hebben dat de Hoenderloo Groep in financiële problemen zou zijn gekomen?
Antwoord 9
Dat jeugdhulpaanbieders niet meer in financiële problemen komen valt onder geen enkele
financieringsstructuur te garanderen. Ik verwacht wel dat de voorstellen die wij in
deze brief hebben gedaan voor een betere organisatie, aanbieders in een stabielere
omgeving brengen waardoor ook de financiële onzekerheden en risico’s kleiner worden.
Bovendien is het van belang om instellingen in financiële problemen tijdig in beeld
te hebben.
Er zijn inmiddels verschillende stappen gezet om financiële en organisatorische problemen
die kunnen leiden tot discontinuïteit van jeugdhulp tijdig te kunnen signaleren. Binnen
het Actieprogramma Zorg voor de Jeugd heeft de VNG heeft daartoe inmiddels een instrument
ontwikkeld en ter beschikking gesteld aan accounthoudende regio’s. Een accounthoudende
regio is in de meeste gevallen de grootste opdrachtgever van een aanbieder van specialistische
jeugdhulp of een gecertificeerde instelling. De accounthoudende regio acteert naar
andere regio’s bij risico’s van discontinuïteit. Bij dreigende liquiditeitsproblemen
bijvoorbeeld bepalen de betreffende aanbieder en accounthoudende regio welke stappen
gezet moeten worden. Het instrument dat de VNG heeft ontwikkeld en ter beschikking
heeft gesteld aan accounthoudende regio’s levert input voor het inhoudelijke periodieke
gesprek tussen accounthoudende regio’s en aanbieders van specialistische jeugdhulp
(dan wel gecertificeerde instellingen) over signalen die wijzen op risico’s van continuïteit.
Het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd (OZJ) blijft zowel regio’s als aanbieders
ondersteunen en ontwikkelt het ondersteuningsaanbod verder.
Aanvullend daarop zal de Jeugdautoriteit – die per 1 januari 2019 is opgericht – in
2020 worden versterkt om continuïteitsproblematiek eerder in kaart te brengen, bij
de kern aan te pakken en te voorkomen. De Jeugdautoriteit bouwt in de eerste helft
van 2020 een afdeling monitoring op, zowel inhoudelijk als organisatorisch. De Jeugdautoriteit
voert op dit moment een verkenning uit naar het opzetten van een early warning system.
Vraag 10
Op welke wijze wordt het personeel naar nieuw werk geholpen?
Antwoord 10
Ik vind het belangrijk dat de circa 500 medewerkers voor de sector behouden blijven.
Want de arbeidsmarktproblematiek en het hoge personeelsverloop in de jeugdsector zijn
hardnekkig. Daarom is het goed dat Pluryn inzet op het behouden van personeel voor
andere locaties en/of voor de jeugdzorg. Om te voorkomen dat personeel versneld vertrekt
bij De Hoenderloo Groep onderzoekt Pluryn de mogelijkheden om het personeel zo veel
mogelijk zekerheden te geven. Daarom zijn medewerkers reeds geïnformeerd tijdens een
bijeenkomst en zal Pluryn per medewerker op korte termijn het gesprek voeren. Daarnaast
is de bestuurder in gesprek met de vakbonden van Zorg en Welzijn en Onderwijs om medewerkers
te begeleiden van werk naar werk. Hierover heeft de Raad van Bestuur een intentieverklaring
afgesloten met de vakbonden. In januari 2020 wordt deze intentieverklaring verder
geoperationaliseerd.
Vraag 11
Herinnert u zich nog de antwoorden op vragen van ons over een weeffout in de financiering
van het passend onderwijs van 6 juni 2018 en de vervolgvragen van 5 maart 2019?5
6
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Heeft de sluiting van de Jeugdzorginstelling Hoederloo Groep, en dan met name de sluiting
van de locatie in Deelen, nu gevolgen voor de financiering van het passend onderwijs
voor het samenwerkingsverband VSO Gelderse Vallei?
Antwoord 12
Nee. Het Rijk bekostigt de school die het onderwijs verzorgt voor jongeren die verblijven
in een instelling voor gesloten jeugdhulp, zoals de locatie van de Hoenderloo Groep
in Deelen. Het samenwerkingsverband waaraan deze school is verbonden heeft dus geen
financiële verantwoordelijkheid voor die school. De sluiting van die school heeft
dan ook geen gevolgen voor het samenwerkingsverband Gelderse Vallei.
Echter, in de Gelderse Vallei speelde er een financieel probleem bij de doorstroom
van jongeren vanuit de school bij de instelling voor gesloten jeugdhulp naar een school
bij een instelling voor «open» jeugdhulp. Het samenwerkingsverband werd namelijk wel
financieel belast met de kosten voor de «open» plaatsing op grond van het woonplaatsbeginsel
als gevolg van deze doorstroomroute.
Dit heeft geleid tot een herstelactie voor het kalenderjaar 2019 en het schooljaar
2019–2020 van de toerekening van deze kosten aan het samenwerkingsverband Gelderse
Vallei. Wanneer de instelling voor gesloten jeugdhulp en de daarbij behorende school
halverwege dit kalenderjaar dicht gaan, zal deze doorstroomroute vanaf die datum niet
meer plaatsvinden in deze regio.
Voor de periode tot aan de sluiting worden de financiële gevolgen voor het samenwerkingsverband
Gelderse Vallei op basis van de herstelactie gecorrigeerd. De middelen die de Gelderse
Vallei hiervoor ter compensatie ontvangt, komen rechtstreeks van het samenwerkingsverband
dat van oorsprong verantwoordelijk was. Dit samenwerkingsverband is hiermee akkoord
gegaan door een toelaatbaarheidsverklaring af te geven.
Vraag 13
Betekent het overigens dat door de huidige weeffout in de financiering van het passend
onderwijs rondom Deelen dit nog op de begroting blijft drukken op de begroting van
het samenwerkingsverband VSO Gelderse Vallei?
Antwoord 13
Nee. Wanneer de instelling voor gesloten jeugdhulp in Deelen dicht gaat en de bijbehorende
school ook, zullen er geen leerlingen meer doorstromen vanuit de gesloten setting
naar een open instelling jeugdhulp. Hierdoor vindt er geen toerekening van de kosten
voor het (voortgezet) speciaal onderwijs meer plaats via het woonplaatsbeginsel aan
het samenwerkingsverband Gelderse vallei.
Vraag 14
Klopt het dat dit samenwerkingsverband de schoolloopbaan van de zittende en uitgestroomde
leerlingen van Deelen moet blijven bekostigen ook als Deelen dicht gaat?
Antwoord 14
Met de eerdergenoemde herstelactie (zie ook het antwoord op vraag 12), zijn de zittende
en uitgestroomde leerlingen van het Hoenderloo College in Deelen toegerekend aan het
samenwerkingsverband van herkomst. Dit vond plaats via een aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring
voor de leerling en na instemming van het betreffende samenwerkingsverband. Door bovenstaande
herstelactie zal het samenwerkingsverband waarbinnen de school van Deelen staat, alleen
de schoolloopbaan van uitstromende leerlingen bekostigen die voorheen ook al woonachtig
waren in dit samenwerkingsverband.
Vraag 15
Betekent de sluiting van Deelen dat u niet langer naar een financiële compensatie
gaat zoeken voor het samenwerkingsverband VSO Gelderse Vallei omdat het een aflopende
zaak is of voelt u zich hier nog voor verantwoordelijk?
Antwoord 15
De herstelactie (zie antwoord vraag 12) voor het samenwerkingsverband Gelderse Vallei
had betrekking op de kalenderjaren 2019 en 2020. Dit is bijna afgerond. Er was een
werkwijze afgesproken op basis waarvan ook in de toekomst de financiële kosten voor
de plaatsing in het (voortgezet) speciaal onderwijs zouden worden toegerekend aan
het samenwerkingsverband van herkomst in plaats van aan het samenwerkingsverband Gelderse
Vallei, waarmee het probleem dus ook structureel was opgelost Voor het huidige kalenderjaar
geldt dat de 1 oktober telling in de systemen is aangepast waardoor het samenwerkingsverband
Gelderse Vallei niet opnieuw wordt geconfronteerd met kosten voor jongeren die niet
oorspronkelijk uit hun regio afkomstig zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.