Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Emiel van Dijk over eigen woningen voor Nieuwegeinse statushouders
Vragen van de leden Kops en Emiel vanDijk (beiden PVV) aan de Minister voor Milieu en Wonen en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over eigen woningen voor Nieuwegeinse statushouders (ingezonden 20 december 2019).
Antwoord van Minister Van Veldhoven-van der Meer (Mileu en Wonen), mede namens de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 21 januari 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Eigen woning voor Nieuwegeinse statushouders»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Deelt u de mening dat het te schandelijk voor woorden is dat de gemeente Nieuwegein
dertig sociale huurwoningen beschikbaar stelt enkel voor alleenstaande statushouders, terwijl de Nieuwegeiners gemiddeld tien jaar op
de wachtlijst moeten staan?
Deelt u de mening dat deze discriminatie van de Nederlanders onmiddellijk moet stoppen?
Deelt u de mening dat de Nederlanders, die vaak jarenlang op een woning moeten wachten,
de enigen zijn die een nieuwe woning verdienen, en niet statushouders die hier niet
eens thuis horen? Wat doet u eraan om Nederland zo onaantrekkelijk mogelijk te maken
voor asielzoekers die zich hier willen vestigen?
Antwoord 2, 3
In Nederland wordt geen onderscheid gemaakt op basis van nationaliteit. Iedereen in
Nederland wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. Dat uitgangspunt is in onze
Grondwet verankerd. De gemeente is verantwoordelijk voor het huisvesten van vergunninghouders
conform de halfjaarlijkse taakstelling. Veelal wordt in samenwerking met corporaties
gezocht naar een passende woning voor vergunninghouders, waarvan is bepaald dat zij
verblijfsrecht in Nederland hebben, en andere doelgroepen. Gemeenten kunnen er echter
ook voor kiezen om statushouders op een andere wijze te huisvesten.
Nadat de verplichte urgentiestatus van statushouders per 1 juli 2017 uit de Huisvestingswet
is gehaald kunnen gemeenten zelf bepalen welke categorieën woningzoekenden ze als
urgentiecategorie in de huisvestingsverordening wensen op te nemen. Deze keuze is
daarmee lokaal bepaald. Dat statushouders op dit moment nog steeds door de meeste
gemeenten in een urgentieregeling als voorrangscategorie worden beschouwd, is het
gevolg van de afwegingen die gemeenten hebben gemaakt gegeven enerzijds de huidige
lokale situatie op de woningmarkt en anderzijds de taakstelling die gemeenten hebben
om statushouders te huisvesten. Tijdige huisvesting is niet alleen in het belang van
statushouders, maar ook in het belang van de Nederlandse samenleving. Dan kunnen zij
tenslotte sneller participeren in en bijdragen aan de Nederlandse samenleving. Bovendien
zorgt een snelle doorstroom naar huisvesting ervoor dat de maatschappelijke impact
en financiële kosten die gepaard gaan met de opvang van asielzoekers beperkt worden
gehouden.
Nog belangrijker dan de toewijzing van woningen is de beschikbaarheid van voldoende
woningen. Door heel veel partijen wordt daarom hard gewerkt om het aanbod te vergroten.
Daarbij is het van belang meer flexibiliteit op de woningmarkt en in de aansluiting
tussen de asielopvang te creëren. Het kabinet heeft daarom EUR 3 miljoen beschikbaar
gesteld voor een tiental pilots waarbij zal
worden geëxperimenteerd met flexibele opvang- en/of huisvestingsoplossingen. Te denken
valt aan het tijdelijk en gemixt huisvesten van verschillende doelgroepen alsook het
aanbieden van opvangoplossingen in de buurt van de gemeente van uitplaatsing. De verwachting
is dat de eerste pilots in de loop van 2020 starten.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat de bouw van sociale huurwoningen naar een historisch
dieptepunt is gedaald?2 Wat hebben Nederlandse woningzoekenden überhaupt aan de bouw van nieuwe sociale huurwoningen
als u massaal woningen – met voorrang! – aan statushouders blijft weggeven?
Antwoord 4
Nee, ik ben het niet eens met uw stelling dat de bouw van sociale huurwoningen naar
een historisch dieptepunt is gedaald. Sinds enige jaren is de nieuwbouw productie
van sociale huurwoningen weer in opgaande lijn. Daarbij blijft het aanjagen van de
woningbouwproductie en het beter benutten van de bestaande voorraad nodig. Daar zetten
vele partijen zich volop voor in, waaronder gemeenten en ik zelf.
De doelstelling in de Nationale Woonagenda is om jaarlijks 75 duizend nieuwe woningen
te bouwen en is gebaseerd op een woningbehoefteprognose waarin ook de geraamde asielmigratie
is meegenomen.
Vraag 5
Bent u er nu eindelijk toe bereid om de tijdelijke asielvergunningen van de in Nederland
verblijvende statushouders in te trekken en ervoor te zorgen dat de daardoor vrijkomende
sociale huurwoningen, evenals alle andere sociale huurwoningen, uitsluitend aan de
Nederlanders worden toegewezen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, ik ben niet tot intrekking van de tijdelijke asielvergunningen bereid. Nederland
biedt bescherming aan vluchtelingen die daar op grond van de Vreemdelingenwet en de
internationale verdragen recht op hebben.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.