Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Futselaar over het bericht dat studenten aan de TU-Delft zijn opgelicht door nep-verhuurders
Vragen van de leden Beckerman en Futselaar (beiden SP) aan de ministers voor Milieu en Wonen en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over studenten aan de TU Delft die zijn opgelicht door nep-verhuurders (ingezonden 10 december 2019).
Antwoord van Minister van Veldhoven-van der Meer (Mileu en Wonen), mede namens de
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 20 januari 2020).
Vraag 1
Hoeveel studenten van de TU Delft zijn opgelicht door mensen die zich op internet
voordoen als verhuurders, en hoeveel van deze studenten zijn buitenlandse studenten
die kwetsbaarder zijn omdat zij de taal en het systeem niet kennen?1
Antwoord 1
Er is geen standaardregistratie hiervan beschikbaar bij de TU Delft. Uit mails en
klantcontactgegevens bij de TU Delft komt naar voren dat sinds 1 juli 2019 er een
11-tal meldingen van buitenlandse studenten zijn over mogelijke oplichting. Van een
deel van deze meldingen is aangifte gedaan en loopt er een politieonderzoek. Verdere
gegevens zijn niet bekend.
Vraag 2
Wat zijn de landelijke aantallen studenten en anderen die zijn opgelicht door nep-verhuurders
de afgelopen jaren, en daardoor hun borg en huur kwijt zijn?
Antwoord 2
Er worden geen landelijke cijfers bijgehouden van aantallen huurders die worden opgelicht
door verhuurders.
Vraag 3
Op welke manier(en) waarschuwt de TU Delft haar studenten voor malafide en nep-verhuurders?
En gaat u ervoor zorgen dat alle hogescholen en universiteiten in Nederland dat doen
voor zowel Nederlandse als buitenlandse studenten?
Antwoord 3
De TU Delft licht op verschillende manieren Nederlandse en internationale studenten
voor waar zij op moeten letten wanneer zij op zoek zijn naar een geschikte woning.
Bijvoorbeeld via de international office, de website van de universiteit zelf en via het actief benaderen van studieverenigingen,
faculteiten of het spreekuur.
Alle hoger onderwijsinstellingen die internationale studenten ontvangen, moeten op
hun website informatie geven over diensten die zij aanbieden op het gebied van studentenhuisvesting2. Dit doen zij veelal in zowel het Nederlands als in het Engels, zowel over huisvestingsmogelijkheden
als -belemmeringen. Zoals ik u eerder heb laten weten hebben onderwijsinstellingen
dit afgelopen jaar actief opgepakt.3
Rondom het voorkomen van oplichting en fraude zijn nog verbeteringen mogelijk door
(nieuwe) studenten te wijzen op signalen hierover en ze in contact te brengen met
betrouwbare partijen. Inmiddels is de huurprijscheck op de website van de Huurcommissie
in het Engels vertaald om internationale studenten zelf hun huurprijs te laten toetsen.
Tevens start ik in 2020 een nieuwe voorlichtingscampagne voor studenten, wil ik gemeenten
de mogelijkheid geven om verhuurders, die bij herhaling zonder vergunning woonruimte
illegaal onderverhuren, onttrekken samenvoegen of omzetten, een hogere boete op te
leggen. Daarnaast kijk ik via pilots hoe voor gemeenten een lokaal vergunningensysteem
voor verhuurders mogelijk te maken is.
Vraag 4
Op welke manier(en) worden digitale platforms, als Kamernet.nl, Roomster.nl of Facebook
gecontroleerd, zodat kan worden voorkomen dat mensen zich onterecht kunnen voordoen
als verhuurder, en wat zijn daarvan de resultaten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Het staat verhuurders en huurders vrij om kamers via digitale platforms aan te bieden.
Een site zoals Kamernet waarschuwt huurders over online oplichting en treft daar ook
zelf maatregelen voor.
Met de Wet toeristische verhuur krijgen gemeenten instrumenten ten aanzien van digitale
platforms om de handhaving mogelijk te maken en indien noodzakelijk de neveneffecten
van de toeristische verhuur van woonruimte te kunnen voorkomen of beperken.
Vraag 5
Hoe is de ACM (Autoriteit Consument en Markt) betrokken bij het voorkomen en aanpakken
van malafide of nep- verhuurders als het gaat om nep-verhuurders en nep-advertenties
op digitale platforms alsmede onterechte bemiddelingskosten en het tegengaan van discriminatie?4
Antwoord 5
Begin dit jaar kondigde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) aan om intensiever op
te gaan treden tegen huurbemiddelaars, die onterechte kosten in rekening brengen aan
huurders. Het was een logisch vervolg van de geïntensiveerde contacten van mijn departement
met de ACM, waarin ik verschillende vormen van verkapte bemiddelingskosten heb verduidelijkt,
zodat ACM scherper kan handhaven. Voor de aanpak van malafide verhuurders en discriminatie
op de woningmarkt verwijs ik u graag naar mijn recente brieven hierover aan uw kamer
(respectievelijk Kamerstuk 27 926, 32 847, nr. 313 en Kamerstuk 32 847, nr. 577).
Vraag 6
Zijn er zwarte lijsten van malafide verhuurders en/ of IP-adressen zodat oplichters
niet onder een andere naam door kunnen gaan met hun praktijken? Zo nee, waarom niet
en bent u bereid dit in te stellen in het kader van uw aanpak «Goed verhuurderschap»?5
Antwoord 6
In het kader van de privacy zijn zwarte lijsten niet verboden, maar alleen onder strikte
voorwaarden toegestaan. Bij gebruik van dit middel moet de autoriteit persoonsgegevens
worden betrokken. Vanwege een mogelijk waterbedeffect bij de aanpak van malafide verhuurders
steun ik een pilot van de gemeente Utrecht, waarin de regionale verbreding van de
aanpak van malafide verhuurders wordt onderzocht. Ik informeerde u onlangs over de
voortgang van de aanpak «Goed Verhuurderschap (Kamerstuk 27 926 em 32 847, nr. 313), waarvan deze pilot een onderdeel is. Over het verloop van deze en andere pilots
loopt een kennisdelingstraject met steden, waarin dit onderwerp ook aan de orde is.
Vraag 7
Wordt bij het verbeteren van de voorlichting, het delen van goede lokale voorbeelden
en het ondersteunen van huurteams in studentensteden ook de positie van woningzoekenden
betrokken om te voorkomen dat mensen worden opgelicht? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Bij het tegengaan van malafide verhuurders wordt de positie van woningzoekenden vanzelfsprekend
meegenomen.
Vraag 8
Waarom kiest u voor zelfregulering en niet voor een onafhankelijk keurmerk?
Antwoord 8
Via diverse kanalen wordt ingezet op het tegengaan van excessen op de woningmarkt
en de praktijken van malafide verhuurders. Naast informeren en zelfregulering door
het georganiseerde deel van de sector, versterk ik de handhaving en werk ik wetgeving
uit. Ik doe dat met een groot aantal partijen via de landelijke aanpak studentenhuisvesting
en de aanpak «Goed Verhuurderschap».
Vraag 9
Waarom wil u geen vergunningplicht voor verhuurders instellen, aangezien een vergunningplicht
helpt bij het voorkomen van oplichters wanneer bepaald wordt dat een verhuurder alleen
toegelaten wordt op een digitaal platform als diegene over een vergunning beschikt?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
In mijn brief van 12 december6 heb ik u laten weten dat er in een aantal steden sprake is van lokale initiatieven
om een vorm van een lokaal vergunningensysteem voor verhuurders in te voeren. In deze
steden (Groningen, Schiedam, Rotterdam en Amsterdam) blijkt de behoefte aan maatwerk,
die past bij de lokale problematiek. Ik vind het van belang afwegingsruimte te bieden
aan gemeenten om een algemene of een meer specifieke aanpak in te richten. Via een
pilot wordt al gekeken naar de juridische houdbaarheid van het Groningse model en
worden er verschillende modaliteiten in de praktijk getest. Sinds kort ondersteun
ik ook een pilot van de gemeente Schiedam, die betrekking heeft op een gerichte verhuurdervergunning
voor zelfstandige en onzelfstandige woonruimte. De resultaten van de pilots kunnen
mij helpen bij het nader richten van mijn aanpak.
Vraag 10
Bent u bereid de aanpak «Goed verhuurderschap» aan te vullen met het voorkomen en
aanpakken van nep-verhuurders op digitale platforms? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
De aanpak «Goed Verhuurderschap» heeft betrekking op de praktijk van verhuurders.
Strikt genomen is bij nepverhuurders geen sprake van verhuurders, maar van oplichters
die feitelijk niet verhuren. Dat is een zaak voor de strafrechtketen en niet zozeer
voor beleidsmaatregelen in het woningmarktdomein. In algemene zin ondersteun ik wel
de voorlichting in brede zin, zoals u in mijn antwoord op vraag 3 kunt terug lezen.
Dat kan een deel van de problematiek helpen voorkomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.