Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht ‘LangeLand Ziekenhuis krijgt steun van DSW’
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «LangeLand Ziekenhuis krijgt steun van DSW» (ingezonden 16 januari 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 20 januari 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «LangeLand Ziekenhuis krijgt steun van DSW»?1
Antwoord 1
Ik stel me voor dat DSW-verzekerden dit bericht appreciëren. Voorts vind ik het goed
dat de zorgverzekeraar een visie heeft op de inrichting van de zorg in een bepaalde
regio en hierover de dialoog zoekt met de betreffende zorgaanbieders. De zorgverzekeraar
heeft immers in het kader van zorginkoop en zorgplicht een belangrijke rol om te zorgen
voor goede, betaalbare en toegankelijke zorg.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht «LangeLand Ziekenhuis in nood hoeft niet op Menzis
te rekenen»?2
Antwoord 2
Menzis heeft voor 2020 een contract met het LangeLand Ziekenhuis en beide partijen
hebben de intentie tot een meerjarige afspraak uitgesproken. Ik heb naar aanleiding
van dit bericht contact opgenomen met Menzis. Menzis heeft mij laten weten dat de
indruk die in de media is gewekt (dat het ziekenhuis niet op steun van Menzis hoeft
te rekenen) niet overeenkomt met de visie van Menzis. Menzis heeft publiekelijk afstand
genomen van het bericht en laat weten in gesprek te zijn met de betrokken partijen
over de situatie waarin de juridische fusie tussen het Reinier de Graaf ziekenhuis,
het HagaZiekenhuis en LangeLand Ziekenhuis niet doorgaat.3 Als het in het geval van het LangeLand Ziekenhuis noodzakelijk is dan onderneemt
Menzis actie met het belang van de Zoetermeerders voorop zo laat Menzis weten. Het
LangeLand Ziekenhuis kan dus op Menzis rekenen.
Vraag 3
Vindt u het een taak van zorgverzekeraars om een, dan wel dit specifieke ziekenhuis
overeind te houden? Is er wel sprake van regie van zorgverzekeraars als de ene verzekeraar
een faillissement acceptabel vindt en de ander daar faliekant op tegen is? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Het is de taak van de zorgverzekeraar om ervoor te zorgen dat zijn verzekerden goede
en bereikbare zorg ontvangen. In algemene zin kan het zo zijn dat een bepaald ziekenhuis
voor de ene zorgverzekeraar belangrijker is dan voor de andere, bijvoorbeeld omdat
de ene zorgverzekeraar veel verzekerden heeft die patiënt zijn bij dat ziekenhuis,
en de andere zorgverzekeraar niet. Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 2,
is in deze specifieke casus de stelling onjuist dat het LangeLand Ziekenhuis niet
op steun van Menzis hoeft te rekenen indien de bestuurlijke fusie wordt teruggedraaid.
Vraag 4
Bent u het eens met de opmerking van de heer De Groot, directeur van DSW, waarin hij
stelt dat Zoetermeer een grote stad is met 125.000 inwoners en een ziekenhuis nodig
heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om dit te realiseren?
Antwoord 4
Ik heb kennisgenomen van de opvatting van de heer De Groot. Zoetermeer heeft een ziekenhuis
en uit het standpunt van de zorgverzekeraars kan worden geconcludeerd dat, dat de
komende tijd ook zo zal blijven. Aangetekend wordt dat het zorglandschap in beweging
is en de zorgvraag in de toekomst zich zal ontwikkelen. Dit maakt dat goed zal worden
gekeken naar de behoefte aan zorgaanbod in een regio. De Reinier Haga Groep, waar
het LangeLand Ziekenhuis onderdeel van uit maakt, beraadt zich daarom op de samenwerking
rond en de vormgeving van de zorg in de toekomst. Het betreft hier dus alle zorgaanbieders
in brede zin (HAP’s, ambulancezorg, zbc’s en eerstelijnszorg). In 2020 zal hierover
naar verwachting een besluit worden genomen. Het is dus aan de zorgaanbieders en de
zorgverzekeraars om toekomst van de zorg in die regio verder vorm te geven. Hiervoor
is een regiobeeld nodig. Dat moet dus gereed zijn voor besluitvorming. Zorgverzekeraars
hebben hierin het voortouw. Daarin zullen aspecten als het aantal inwoners in een
regio ook worden opgenomen. Op basis van dit regiobeeld kunnen alle betrokken partijen
in de regio vervolgens afspraken maken over de organisatie van zorg en ondersteuning.
Regiobeelden zijn vormvrij. Een «regiobeeld» kan worden gezien als een overzicht van
het huidige zorgaanbod, de huidige en toekomstige zorgvraag, en een scenario om in
de toekomst aan de zorgvraag te voldoen.
Vraag 5
Bent u het eens met de opmerking van de heer De Groot van DWS: «Als LangeLand dicht
gaat, zouden mensen naar Leiden, Den Haag, Rotterdam of Delft moeten. Dat vind ik
een slechte ontwikkeling. Bereikbaarheid is ook een onderdeel van kwaliteit van de
zorg»? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Bereikbaarheid is inderdaad een onderdeel van kwaliteit van zorg. Ik vind het belangrijk
dat iedereen in Nederland goede, betaalbare en toegankelijke zorg ontvangt. Zorgverzekeraars
hebben een zorgplicht en de Nederlandse Zorgautoriteit ziet hierop toe. Zoals ik in
mijn eerdere Kamerbrief over het medisch zorglandschap (Kamerstuk 32 620, nr. 233) heb beschreven is het zorglandschap in beweging. De transformatie van zorg die gaande
is, heeft betrekking op de zorg in ziekenhuizen maar ook op de medische zorgverlening
daarbuiten, bijvoorbeeld bij de huisarts, de huisartsenpost, de zelfstandige klinieken,
de paramedische zorg, de wijkverpleging en de ambulancezorg, al dan niet met inzet
van innovatieve zorgconcepten om bijvoorbeeld slimme zorg thuis te kunnen bieden.
Deze verschillende zorgvormen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, wat vraagt
om samenwerking en verbinding. En dat betekent dat Nederlanders in sommige gevallen
zorg ontvangen op plaatsen die iets verder van huis liggen, maar die wel van betere
kwaliteit is.
Vraag 6
Wat is uw reactie op de opmerking van de heer De Groot van DSW: «Bovendien vind ik
het uiterst merkwaardig dat Menzis wel voor de zorg van het LangeLand betaalt als
het onderdeel is van een fusieorganisatie en het niet zou betalen als het zelfstandig
is. Daarmee stimuleer je alleen maar fusies die uiteindelijk leiden tot minder keuzevrijheid.
En onder aan de streep tot hogere tarieven»?
Antwoord 6
Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 2, is de stelling onjuist dat het LangeLand
Ziekenhuis niet op steun van Menzis hoeft te rekenen indien de bestuurlijke fusie
wordt teruggedraaid.
Vraag 7
Is het correct dat Menzis enkel bij wil dragen aan de instandhouding van het ziekenhuis
als de fusie doorgang vindt? Zo ja, vindt u dat een acceptabele manier van werken
van de zorgverzekeraar?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Bent u bereid om u in te zetten om het ziekenhuis volwaardig overeind te houden zoals
u ook heeft gedaan met het Maasziekenhuis Pantein in Beugen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
In onze Kamerbrief over de doorontwikkeling van het beleid rond zorgaanbieders in
financiële problemen4 heb ik samen met de Minister en de Staatssecretaris van VWS beschreven in welke gevallen
wij een rol voor onszelf zien bij zorginstellingen in financiële problemen. Zorgaanbieders
zijn verantwoordelijk voor hun financiële bedrijfsvoering en de inkopende partijen
(in dit geval de zorgverzekeraars) hebben zorgplicht. Als een zorgaanbieder financiële
problemen heeft moet hij samen met de zorgverzekeraar en andere betrokkenen een passende
oplossing zoeken. Bemoeienis vanuit het Ministerie van VWS is daarbij normaal gesproken
niet nodig en niet aan de orde. Wanneer het echter gaat om een zorgaanbieder waarvan
het wegvallen grote maatschappelijke impact zou hebben, en partijen er niet in slagen
om tot een passende oplossing te komen, dan kan betrokkenheid vanuit het Ministerie
van VWS nodig zijn. Wij roepen iedereen dan aan tafel en spreken hen aan op hun verantwoordelijkheid.
Zo nodig kunnen we partijen ondersteunen bij het opstellen van een herstructureringsplan
of een plan voor gecontroleerde overdracht van zorg aan andere zorgaanbieders. In
zeer uitzonderlijke situaties, en onder strikte voorwaarden, kunnen wij ook een financiële
bijdrage leveren aan de uitvoering van dat plan. Van zo’n situatie kan sprake zijn
als:
– – Het Ministerie van VWS tijdig adequaat geïnformeerd wordt door de verantwoordelijke
partijen;
– De continuïteit van cruciale zorg in het geding is of als er acute risico’s dreigen
voor de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg, én;
– Partijen de problemen niet redelijkerwijs zelf kunnen oplossen, én;
– Andere ondersteuning vanuit VWS onvoldoende soelaas biedt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.