Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over het bericht ‘Meer dan honderdduizend verkeersboetes onterecht: ‘Bezwaar maken loont’’
Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Meer dan honderdduizend verkeersboetes onterecht: «Bezwaar maken loont»» (ingezonden 5 december 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 januari 2020)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1245.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Meer dan honderdduizend verkeersboetes onterecht: «Bezwaar
maken loont»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 4
Klopt het dat er 107.300 onterechte boetes op de mat vielen?
Klopt het dat bij één derde deel van de 318.000 bezwaren het bezwaarschrift terecht
wordt bevonden en de boete wordt verscheurd?
Antwoord 2 en 4
Nee, dat klopt niet. In 2018 werd er in 430.365 zaken in beroep gegaan op de beslissing
van de officier van justitie. Een groot deel van de ingediende beroepen bij de officier
van justitie betreft beroepen van een leasemaatschappij of verhuurbedrijf. Veel van
deze beroepen zijn gegrond verklaard, omdat niet de leasemaatschappij of het verhuurbedrijf
de ontvangen beschikking moet betalen, maar de betreffende bestuurder. De boetes zijn,
conform de kentekenaansprakelijkheid, wel terecht opgelegd maar voor een andere persoon
bestemd. De boete wordt dan na bewijs van een (kortdurend) huurcontract op naam van
de bestuurder gezet. In eerste instantie dacht het Openbaar Ministerie (OM) dat het
om 100.064 van dit soort beroepen ging in 2018. Zoals inmiddels ook in de reactie
van het OM te lezen valt2, bleek het echter in nog eens 60.974 gevallen te gaan om een zaak waarin een verhuurmaatschappij
een huurcontract heeft overgelegd. Van de eerder genoemde 107.300 gegrond verklaarde
beroepen, zijn er uiteindelijk dus 46.326 zaken op inhoudelijke gronden toegekend.
Het gaat dus om in totaal ongeveer 11% van alle beroepen. Verder zijn er 179.828 beroepen
ongegrond verklaard, 26.077 niet-ontvankelijk verklaard, 5.650 gedeeltelijk gegrond
verklaard (de boete wordt dan niet vernietigd maar gewijzigd) en in 11.446 zaken is
nog geen beslissing genomen.
Vraag 3
Klopt het dat bij amper 4% van de 9 miljoen uitgedeelde boetes bezwaar wordt gemaakt?
Antwoord 3
Het klopt dat tegen 4% van de opgelegde boetes, bezwaar wordt ingediend. Het gaat
hierbij dus in veel gevallen om beroepen van leasemaatschappijen en verhuurbedrijven.
Vraag 5
Herkent u het beeld dat 95% van de mensen de verkeersboete direct betaalt? Klopt het
dat de meeste mensen toch denken dat bezwaar maken geen zin heeft?
Antwoord 5
Indien er in beroep wordt gegaan tegen een boete, hoeft de boete in eerste instantie
nog niet betaald te worden. Van alle boetes waar niet tegen in beroep wordt gegaan
en de boetes die na een beroep niet vernietigd worden en dus alsnog betaald moeten
worden, wordt ongeveer 85% binnen de gestelde termijn betaald. Een groot deel van
de boetes wordt dus inderdaad direct betaald. Wanneer een beschikking terecht wordt
opgelegd zal een betrokkene niet snel in beroep gaan. Op de beschikking wordt duidelijk
uitgelegd hoe het bewijs voor de boete digitaal kan worden opgevraagd, zodat eenvoudig
te controleren is of de boete terecht is opgelegd. Dit draagt bij aan de acceptatie
van de oplegde boete.
Vraag 6
Waaruit bestaat de drempel voor mensen om bezwaar te maken voor een, in hun ogen verkeerd
opgelegde, verkeersboete?
Antwoord 6
Ik heb geen reden om aan te nemen dat mensen een drempel ervaren voor het in beroep
gaan tegen een, in hun ogen, onterecht opgelegde boete.
Vraag 7
Klopt het dat mensen in eerste instantie een standaardbrief terugkrijgen? Is dit bedoeld
als een ontmoediging om nog verder stappen te ondernemen? Zo ja, waarom? Zo nee, waar
blijkt uit dat dit niet het geval is?
Antwoord 7
Nee, dit klopt niet. Alle beroepen worden inhoudelijk beoordeeld door het OM. Het
OM ziet vaak dezelfde argumenten (gronden van beroep) terug. Uit oogpunt van gelijkheid
zijn hier duidelijke normatieve motiveringen voor gemaakt die kunnen worden gebruikt
in de antwoordbrief. Wellicht dat hierdoor het beeld is ontstaan dat er standaard
antwoordbrieven worden verzonden. Dit is dus echter niet het geval en er is dus ook
geen sprake van een ontmoedigingsbeleid. De ontvangstbevestiging van het beroep, die
voorafgaand aan het inhoudelijk antwoord wordt verstuurd, is wel een standaardbrief.
Vraag 8
Klopt het dat na inloggen via DigiD de website om digitaal bezwaar te maken niet toegankelijk
of zichtbaar is op een moderne telefoon? Zo ja, welke stappen kunnen op de korte termijn
worden gezet om dit wel mogelijk te maken? Deelt u demening dat indien het digitaal
bezwaar maken allerlei barrières opwerpt, het mensen lastiger wordt gemaakt om via
het indienen van een bezwaarschrift in het gelijk te worden gesteld?
Antwoord 8
Nee, dit klopt niet. De pagina waar digitaal beroep kan worden ingesteld schaalt mee
met de breedte van het scherm en is daardoor ook op mobiele telefoons goed te gebruiken.
Er is geen sprake van opgeworpen barrières om in beroep te gaan tegen een boete. Het
systeem is er juist op gericht om degenen die in beroep willen gaan te faciliteren.
Vraag 9
In hoeverre maakt u het mensen die vinden dat zij ten onrechte een boete hebben ontvangen
mogelijk en duidelijk om bezwaar te maken, gezien het feit dat zij het recht hebben
om in bezwaar en beroep te gaan?
Antwoord 9
Zoals ik ook in het antwoord op vraag 7 heb aangegeven, is er geen sprake van een
ontmoedigingsbeleid. Iedereen die het niet eens is met een boete kan hiertegen in
beroep gaan. In de beschikking wordt duidelijk uitgelegd wat de betrokkene kan doen
als hij of zij het niet eens is met de boete. Indien een betrokkene het niet eens
is met een beslissing kan hij of zij in beroep gaan bij de officier van justitie.
Dit kan zowel via een digitaal loket als schriftelijk. In beroep gaan is niet ingewikkeld
en gedurende de procedure wordt duidelijke taal gebruikt. De beroepsprocedure wordt
daarmee zo laagdrempelig mogelijk gemaakt. Tegen de beslissing van de officier van
justitie staat beroep bij de kantonrechter open. Indien de betrokkene het niet eens
is met de beslissing van de kantonrechter, bestaat de mogelijkheid tot hoger beroep
bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Vraag 10
Hoe beoordeelt u het feit dat, vanwege verregaande digitalisering, eigenlijk pas bij
een hoger beroep bij het Gerechtshof in Leeuwarden inhoudelijk naar de zaak wordt
gekeken?
Antwoord 10
Zoals ik eerder heb aangegeven is ten onrechte het beeld ontstaan dat er een standaard
afwijzingsbrief wordt gestuurd. Indien er in beroep wordt gegaan vindt er altijd een
inhoudelijke beoordeling door het OM of de kantonrechter plaats en niet pas bij het
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Vraag 11
Deelt u de mening van de jurist in het artikel dat verkeersboetes te allen tijde goed
onderbouwd moeten zijn?
Antwoord 11
Ja, die mening deel ik. In de beschikking worden daarom verschillende gegevens opgenomen,
zoals het kenteken van het voertuig en de aard, plaats en tijd van de gedraging. Bewijs
is daarnaast eenvoudig op te vragen via het Digitaal Loket Verkeer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.