Lijst van vragen : Lijst van vragen over de Beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 37.3 “De Terugkeer van Vreemdelingen” van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) (Kamerstuk 33199-32)
2020D01333 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 15 november 2019
inzake de Beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 37.3 «De Terugkeer van Vreemdelingen»
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 33 199, nr. 32).
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De griffier van de commissie, Hessing-Puts
Nr
Vraag
1
Kan in een tabel worden uitgesplitst wat de verschillen zijn in daadwerkelijke vertrekcijfers
tussen uitgeprocedeerde asielzoekers die (uitgebreid) begeleid zijn bij hun vertrek
en voorbereid op hun nieuwe plek en asielzoekers die weinig tot geen ondersteuning
hebben ontvangen?
2
Welke «positieve prikkels» zijn er de afgelopen jaren ingezet om terugkeer te bevorderen
en de relatie met herkomstlanden te verbeteren en wat waren daarvan de resultaten?
Kunt u dit per «positieve prikkel» uiteen zetten?
3
Hoe vaak werken vreemdelingen niet mee aan hun terugkeer? Wat kost dit de overheid?
Wat kan er worden bespaard door vreemdelingen dezelfde week nog uit te zetten?
4
Hoeveel vreemdelingen verzetten zich bij hun uitzetting? Hoeveel van deze vreemdelingen
gebruiken daarbij ook fysiek geweld?
5
Hoeveel van de vreemdelingen die in 2011–2017 zijn teruggekeerd naar het land van
herkomst zijn vreemdelingen die ooit asiel aanvroegen in Nederland?
6
Hoeveel vreemdelingen zijn er in 2018 en 2019 aantoonbaar vertrokken uit Nederland?
Hoeveel daarvan betreffen vreemdelingen die ooit asiel aanvroegen in Nederland?
7
Hoeveel vreemdelingen onttrekken zich aan het toezicht alvorens zij in vreemdelingenbewaring
worden geplaatst?
8
Speelt het aanbieden van terugkeerondersteuning minder een rol voor vreemdelingen
die besloten hebben koste wat kost in Nederland te willen blijven, maar is dat niet
juist de groep die nu wordt opgevangen in de Landelijke Vreemdelingen Voorziening
(LVV), omdat in principe iedereen die terug wil, ook terug kan zoals ook de commissie
van Zwol constateerde?
9
Kunt u een geanonimiseerd overzicht verstrekken van het aantal personen per herkomstland
per LVV locatie dat daar momenteel verblijft, met daarbij de duur van het verblijf
in de LVV locatie en het type traject waar deze personen in zit?
10
Wat waren de diverse maatregelen die vanuit Nederland en Europa zijn ingezet om de
relaties met herkomstlanden van vreemdelingen te verbeteren? Hoeveel effect hebben
deze gehad?
11
Kunt u een overzicht verstrekken van de inschatting van het aantal illegalen dat momenteel
verblijft in onze tien grootste steden, uitgesplitst naar herkomstland? Zo nee, waarom
niet en kunt u dit alsnog uitvragen bij de G4 dan wel via de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG)?
12
Hoe vaak zijn er positieve dan wel negatieve prikkels ingezet om landen van herkomst
te bewegen tot het terugnemen van onderdanen? Welke maatregelen en landen waren dit
en met welke resultaten?
13
Met welke landen zijn terug-en overnamenovereenkomsten en Memoranda of Understanding
(MOU'S) afgesloten? Wat behelzen deze afspraken en welke resultaten heeft dit tot
nu toe opgeleverd?
14
Wordt er bij landbouwmissies aandacht besteed aan terugkeer? Zo ja, op welke wijze?
Zo nee, waarom niet?
15
Hoe kan het dat bewindspersonen van andere ministeries, naast Buitenlandse Zaken (BuZa)
en Justitie en Veiligheid (J&V) niet het thema terugkeer opbrengen in de bilaterale
gesprekken met vertegenwoordigers van herkomstlanden? Wordt hier niet op gestuurd?
Zo nee, waarom niet?
16
Heeft de door de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ) genoemde effectieve inzet
van J&V en BuZa, omdat die er toe heeft geleid dat het belang dat Nederland hecht
aan terugkeer nadrukkelijker in beeld is gebracht bij herkomstlanden, ook daadwerkelijk
geleid tot meer terugkeer naar deze landen? Kunt u daar cijfers van verstrekken?
17
Waarom is specifiek naar de in de doorlichting opgesomde vijf opties om te komen tot
een besparing in 2022 (beperken REAN bijdrage (Return and Emigration Assistance from
the Netherlands/Vrijwillig Vertrek vanuit Nederland), besparen vervoerskosten vreemdelingen
Schiphol, alleen nog bieden terugkeerondersteuning via de Internationale Organisatie
voor Migratie (IOM), meer Europese samenwerking en minder intensieve regievoering
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V)) gekeken en welke alternatieven zijn nog overwogen?
18
Hoeveel kosten zou het jaarlijks besparen als alle beleidsmaatregelen ter bevordering
van vrijwillig vertrek achterwege worden gelaten?
19
Zou een onderzoek waarbij het gesprek wordt aangegaan met vreemdelingen die op het
punt van vertrekken staan om zodoende te achterhalen waarom zij wel vertrekken, niet
het risico met zich meebrengen dat zij daar alsnog vanaf zien? Zo nee, waarom niet?
20
Zijn er andere lidstaten met betere terugkeerresultaten? Welke beleidsmaatregelen
kennen zij die Nederland niet heeft?
21
Heeft België inmiddels een terugkeerovereenkomst met Marokko gesloten? Zo ja, wat
is de basis van deze overeenkomst en biedt het aanknopingspunten voor Nederland om
ofwel bij aan te sluiten of wel zelf met Marokko in overleg te gaan?
22
Waarom probeert Nederland niet in Benelux-verband tot terugkeerovereekomsten met landen
te komen?
23
In hoeverre frustreert de plicht tot het opleggen van een lichter middel voordat kan
worden overgaan tot vreemdelingenbewaring het terugkeerproces?
24
Zou het het terugkeerproces bevorderen als gezinnen in een gezinslocatie langer dan
twee weken kunnen worden gehouden?
25
Wanneer komt de «illegalenschatting» die rond de jaarwisseling gereed zou zijn, beschikbaar?
Wat is op dit moment naar schatting het aantal in Nederland aanwezige illegalen en
wat is hun oorsprong?
26
Hoeveel van de oorspronkelijke groep van 208 Moldaviërs die in de sporthal in Budel
zijn ondergebracht verblijven op dit moment nog in de sporthal? Hoeveel daarvan betreffen
kinderen? Hoeveel personen zijn aantoonbaar teruggekeerd naar Moldavië? Hoeveel zijn
zonder toezicht, dan wel met onbekende bestemming vertrokken?
27
Kunt u in brede zin verklaren waarom het ministerie zo weinig tijd heeft gestoken
in het meten van de effectiviteit van maatregelen binnen het terugkeerbeleid?
28
Ziet u, mede op basis van deze beleidsdoorlichting, aanleiding om te stoppen met het
gebruik van de term «vertrokken met onbekende bestemming», aangezien van deze groep
helemaal niet duidelijk is of zij daadwerkelijk zijn vertrokken en dit derhalve een
vertekend beeld kan geven? Zo nee, waarom niet?
29
Heeft de regering sinds het aantreden van het kabinet gebruik gemaakt van diplomatieke,
economische of ontwikkelingshulpgerelateerde sancties tegen landen voor het onvoldoende
meewerken van landen van herkomst aan de terugkeer van hun onderdanen? Zo ja, kunt
u schematisch weergeven tegen welke landen welke maatregelen zijn getroffen? Zo nee,
kunt u verklaren waarom dit niet is gebeurd?
30
Wanneer verwacht u de genoemde indicatoren voor doelmatigheid en doeltreffendheid
van het terugkeerbeleid met de Kamer te kunnen delen?
31
Wat wordt bedoeld met de zinssnede «Belangrijk knelpunt is dat juridische voorwaarden
voor een inbewaringstelling dusdanig zwaar zijn geworden»? Welke juridische voorwaarden
worden hier bedoeld? Wat wordt bedoeld met «zwaar»?
32
Hoe komt het dat de pilot met betrekking tot het vertrek van vreemdelingen die in
de strafrechtketen zitten, niet is uitgebreid en/of tot blijvend beleid heeft geleid,
terwijl uit de cijfers blijkt dat deze pilot tot hogere vertrekresultaten dan gemiddeld
leidde?
33
Op welke wijze wordt in het terugkeerbeleid rekening gehouden met de onderzoeken waar
op pagina 44 naar wordt verwezen, waaruit blijkt dat herintegratieondersteuning vanuit
bestemmingslanden, een sterke mate van maatschappelijke participatie in het land van
de asielaanvraag en de assistentie verleend door ngo's een positieve impact hebben
op terugkeer? Kunt u apart ingaan op deze drie aspecten?
34
Kan inzichtelijk worden gemaakt wat het effect van de lange wachttijden bij de IND
is op het terugkeerbeleid in het algemeen en het aantal aantoonbare vertrekken in
het bijzonder?
35
Kan er iets gezegd worden (en eventueel conclusies worden getrokken) over een verband
tussen de mate van succes van de verschillende soorten vertrekmaatregels/regime(bewaring,
gezinslocaties, vrijheidsbeperkende locatie, gesloten gezinsvoorziening, meldplicht)
en het land van herkomst waar naar wordt uitgezet?
36
Hoe komt het dat sinds de invoering van de borgsom in 2014, daar gemiddeld één keer
per maand gebruik van wordt gemaakt, terwijl dit in de meeste gevallen tot aantoonbaar
vertrek leidt? In hoeveel procent van de gevallen dat een borgsom werd opgelegd, was
er ook sprake van aantoonbaar vertrek?
37
Wat zijn de kosten per opgelegde vertrekmaatregel per asielzoeker? Kunt u daarbij
ook expliciet de kosten voor vreemdelingendetentie meenemen?
38
Is de conclusie dat vertrekbereidheid toeneemt indien de vreemdeling het gevoel heeft
een eerlijke, zorgvuldige procedure te hebben doorlopen, voor u aanleiding om beleid(svoornemens)
te wijzigen, zoals bijvoorbeeld het voornemen om rechtsbijstand vanaf het eerste gehoor
niet meer te financieren, waardoor procedures juist onzorgvuldiger zullen worden?
Zo nee, waarom niet?
39
Waarom stelt de regering economische belangen continu boven het belang van afspraken
over medewerking aan terugkeer van uitgeprocedeerden door landen van herkomst?
40
Herkent en erkent u de conclusie van onderzoekers dat de prevalentie van depressie
en andere psychische aandoeningen groter wordt naarmate procedures langer duren?
41
Kunt u aangeven welke concrete maatregelen u neemt om de wachttijden voor de asielprocedure
te verkorten?
42
Bent u bereid nader onderzoek te doen naar de effecten, zowel op het gebied van mentale
gezondheid als vertrekbereidheid, van langere procedures op asielzoekers? Zo nee,
waarom niet?
43
Hoeveel procent van de uitzettingen vonden afgelopen jaar geen doorgang omdat deze
onvoldoende waren voorbereid?
44
Erkent en onderschrijft u de conclusie van de onderzoekers dat de toegang tot bed
bad en brood geen doorslaggevende factor is in de beslissing van uitgeprocedeerden
om niet uit Nederland te vertrekken? Zo nee, waarom niet?
45
Klopt het dat van de borgsom maar een keer per maand gebruik wordt gemaakt maar dat
in deze meeste gevallen wel leidt tot aantoonbaar vertrek?
46
Kunt u bevestigen dat volgens deze lijst 950 van de 2070 gevallen van aantoonbaar
vertrek uit detentie sprake was van Dublinclaimanten? Waarom wordt dat onderscheid
bij de andere maatregelen niet genoemd?
47
Kunt u schematisch toelichten naar welke landen van herkomst het vertrek heeft plaatsgevonden,
uitgesplitst per maatregel? Zo nee, waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A.E.A.J. Hessing-Puts, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.