Schriftelijke vragen : Het feit dat Nederlandse luchtvaartmaatschappijen tot 8 januari over Irak en Iran bleven vliegen en over de opvolging van aanbevelingen in het OVV-rapport over veilig vliegen over conflict gebieden
Vragen van de leden Amhaouch, Omtzigt, Van Helvert (allen CDA), Paternotte en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Buitenlandse Zaken over het feit dat Nederlandse luchtvaartmaatschappijen tot 8 januari over Irak en Iran bleven vliegen en over de opvolging van aanbevelingen in het OVV-rapport over veilig vliegen over conflict gebieden (ingezonden 15 januari 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat KLM pas na de raketaanvallen van Iran op
legerbases in Irak en nadat het Oekraïense vliegtuig was neergehaald, besloot om niet
langer boven Irak en Iran te vliegen?1
Vraag 2
Vindt u dat KLM dit besluit te vroeg, tijdig of te laat genomen heeft in onderhavige
situatie?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat Nederlandse luchtvaartmaatschappijen tijdens een enorm
gespannen periode na de aanslag op het konvooi van Qassim Suleimani bleven doorvliegen
op de routes over Irak en Iran?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe het Conflict Zone Information Bulletin van het European Union
Aviation Safety Agency (EASA) voor Irak en Iran luidde in de periode 25 december tot
heden en welke veranderingen daarin zijn aangebacht? Klopt het dat er geen waarschuwingen
zijn (geweest) voor Iran en dat de waarschuwing voor Irak sinds 1 oktober 2019 hetzelfde
gebleven is?2
Vraag 5
Klopt het dat geen enkele staat op dit moment iets aangeleverd heeft voor de online
database van de International Civil Aviation Organization (ICAO) over Conflict Zone
Risk Information?3
Vraag 6
Kunt u aangeven welke informatie de Nederlandse overheid had over Irak en Iran in
deze periode en hoe zij die (eventueel vertrouwelijk) gedeeld heeft met de luchtvaartmaatschappijen?
Vraag 7
Klopt het dat ICAO geen «state letters» heeft doen uitgaan?
Vraag 8
Hebben KLM en andere luchtvaartmaatschappijen ooit publieke (jaarlijkse) verantwoording
afgelegd over de keuze van luchtvaartroutes, zoals de aanbeveling van de Onderzoeksraad
voor Veiligheid (OVV) luidde? Zo ja, waar dan en was dat op voldoende niveau?
Vraag 9
Kunt u van elk van de elf aanbevelingen van de OVV uit het rapport over de MH17-crash
over het vliegen over conflictgebieden aangeven of zij geïmplementeerd zijn of niet
en of zij in onderhavige situatie het beoogde effect gehad hebben?
Vraag 10
Vindt u dat het waarschuwen en voorzorgsmaatregelen nemen in onderhavige casus (Iran,
Irak, eerste week van januari 2019) internationaal goed gewerkt heeft of niet? Zo
ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, op welke wijze gaat u het systeem dan verbeteren?
Vraag 11
Welke situatie acht u wenselijker: dat het besluit of over een bepaald luchtruim veilig
gevlogen kan worden ligt bij de onafhankelijke luchtvaartautoriteit – zoals in het
geval van de Amerikaanse Federal Aviation Administration (FAA) – of bij de luchtvaartmaatschappijen
zelf? Kunt u dit toelichten?
Vraag 12
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden voor het algemeen overleg Vliegen boven
conflictgebieden op 29 januari 2020?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
M. Amhaouch, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Jan Paternotte, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.