Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het terugtrekken van het Openbaar Ministerie (OM) uit een strafzaak wegens ‘belangen die beschermd moeten worden’
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het terugtrekken van het Openbaar Ministerie (OM) uit een strafzaak wegens «belangen die beschermd moeten worden» (ingezonden 14 november 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 januari 2020)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 986.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «OM trekt zich om mysterieuze redenen terug uit strafzaak
naar zware vechtpartij Groesbeek»?1
Antwoord 1
Dat de vervolging in de desbetreffende strafzaak niet kan worden voortgezet, is bepaald
onbevredigend. Over de redenen kan in dit bijzondere geval helaas geen nadere opheldering
worden gegeven zonder de noodzakelijke bescherming van zwaarwegende belangen in gevaar
te brengen.
Vraag 2
Vindt u dat het zomaar kan dat het OM zichzelf niet ontvankelijk laat verklaren in
een strafzaak, die draait om een veroordeling in eerste aanleg voor poging tot doodslag
tot maandenlange gevangenisstraffen, zonder te zeggen waarom en zonder dat het gerechtshof
hierover kan oordelen?
Antwoord 2
Het feit dat het Openbaar Ministerie (hierna: OM) zich genoodzaakt voelt om in deze
zaak het gerechtshof te verzoeken het OM niet ontvankelijk te verklaren in de vervolging
acht ik, maar ook het OM zelf, bepaald onbevredigend. Dit gebeurt ook slechts bij
zeer hoge uitzondering. Dat het OM geen openheid kan geven over de redenen daarvoor
wordt direct ingegeven door de noodzaak om zwaarwegende belangen te beschermen. Zie
daarover verder mijn antwoord op vraag 3.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit niet uit te leggen is aan de samenleving en het slachtoffer
in het bijzonder, omdat de verdachten nu alsnog vrijuit gaan, maar ook omdat nu onduidelijk
blijft wat hier fout is gegaan?
Antwoord 3
Het OM heeft mij geïnformeerd dat in de desbetreffende strafzaak een probleem is gerezen
waardoor de bewijsvoering niet voldoet aan de eisen die daaraan moeten worden gesteld
op grond van het Wetboek van strafvordering en EVRM. Dit probleem kon niet worden
hersteld zonder dat zwaarwegende belangen van bij het strafproces betrokken partijen
die bescherming verdienen zouden worden geschaad. Aangezien deze belangen nog steeds
spelen kan door mij ook geen nadere uitleg worden gegeven over de onderliggende redenen;
die belangen zouden door de uitleg direct worden geschaad.
Vraag 4
Om wat voor «belangen» gaat het hier die «beschermd» moeten worden? Wie toetst of
de redenering van het OM te rechtvaardigen is, dat het beschermen van deze belangen
zwaarder weegt dan het informeren van het gerechtshof en de samenleving?
Antwoord 4
Zie mijn beantwoording bij vraag 3. Normaliter vindt de inhoudelijke toetsing plaats
door de rechter. In het onderhavige geval heeft er geen inhoudelijke toetsing door
de rechter plaats kunnen vinden, omdat het OM aan de rechter heeft verzocht het OM
niet-ontvankelijk te verklaren in deze zaak omdat «belangen spelen die beschermd»
moeten worden. Het OM heeft aangegeven de thematiek van deze casus te zullen inbrengen
in de Reflectiekamer, zodat daarvan geleerd kan worden.
Vraag 5
Bent u bereid deze vragen afzonderlijk te beantwoorden?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.