Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht 'Gratis deurbellen tegen criminaliteit: het twijfelachtige effect en de privacyzorgen'
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Gratis deurbellen tegen criminaliteit: het twijfelachtige effect en de privacyzorgen» (ingezonden 13 december 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 januari 2020)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1305.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel van de website Tweakers.net van 11 december
2019: «Gratis deurbellen tegen criminaliteit: het twijfelachtige effect en de privacyzorgen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de pilot Digitale Deurbel? Wat gaf de aanleiding voor het starten
van deze pilot?
Antwoord 2
Ja, ik ben bekend met de pilot Digitale Deurbel. Deze pilot is gestart om te onderzoeken
in hoeverre de digitale deurbel een bijdrage kan leveren aan de preventie en de opsporing
van criminaliteit, met name woninginbraken, en daarnaast aan het verbeteren van het
veiligheidsgevoel van bewoners.
Vraag 3
In hoeveel gemeenten loopt er of heeft er een pilot gelopen rondom het plaatsen van
digitale deurbellen met als doel een verbetering van de veiligheid en het veiligheidsgevoel
in de desbetreffende wijken? Als u hier niet exact antwoord op kunt geven, kunt u
in uw antwoord dan aangeven van welke gemeenten u weet dat deze pilots hebben of hadden
lopen? Wanneer verwacht u evaluaties en hoe worden die – ook in gezamenlijkheid –
beoordeeld?
Antwoord 3
De pilot Digitale Cameradeurbel is een samenwerking van de gemeente Almere, de Nationale
Politie, het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en het Ministerie
van Justitie en Veiligheid. Deze pilot is in 2019 geëvalueerd. Nadere informatie over
de uitkomsten van deze evaluatie zijn te vinden in het rapport «Evaluatie pilot Digitale
Deurbel Almere 2018»2.
Daarnaast zijn de gemeenten Nissewaard, Eindhoven en Den Haag eigenstandig een pilot
gestart met de digitale deurbel. Deze gemeenten hebben daarvoor een bijdrage ontvangen
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Na afloop van de bestedingsperiode
dienen deze gemeente de besteding van de bijdrage te verantwoorden in een inhoudelijk
verslag. Het ministerie beoordeelt op basis van dit verslag hoe het project is verlopen.
Relevante informatie wordt gebruikt voor de beleidsvorming.
Daarnaast is het voor gemeenten mogelijk om een project te starten met de digitale
deurbel zonder bijdrage van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Zo is mij bekend
dat de gemeente Gouda de aanschaf van deurbelcamera’s subsidieert om inbraken tegen
te gaan. Mogelijk zijn er meer gemeenten die – al dan niet naar aanleiding van de
pilot in Almere – zelfstandig een project hebben opgezet met digitale deurbellen.
Vraag 4
Hoe geschiedt de keuze voor leveranciers die de digitale deurbel aanleveren voor deze
pilot? Worden de deurbellen – per pilotproject – centraal ingekocht of wordt dit over
gelaten aan de individuele deelnemers? Wie is er verantwoordelijk voor en aan welke
voorwaarden dienen de leveranciers dan wel de deurbellen te voldoen?
Antwoord 4
De deurbellen worden per pilotproject ingekocht. De gemeente is verantwoordelijk voor
het kiezen van een leverancier en het inkopen van de digitale deurbellen. De gemeente
stelt de voorwaarden vast waaraan de leverancier en de deurbellen dienen te voldoen.
Gemeenten maken hierin hun eigen afweging.
Bij de start van de pilot in Almere is een Programma van Eisen Deurcamera’s opgesteld
door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Hierin staan de
specificaties waaraan het systeem van de deurcamera moet voldoen zodat de doelstellingen
van de pilot kunnen worden bereikt. Deze eisen gaan onder andere in op de kwaliteit
van de camera, de montage, de bediening en de opname en opslag van beelden.
Vraag 5
Is er bij de keuze van een type deurbel dan wel de dienst of het platform «achter
de deurbel» rekening gehouden met het opslaan, verzamelen en benutten voor andere
doeleinden van de beelden en andere data? Speelt hierbij nog een rol dat het hier
potentieel kan gaan om het verzamelen van persoonsgegevens betreffende strafbare feiten?
Welke voorwaarden zijn op dit terrein gesteld aan de leveranciers en welke specifieke
eisen zijn gesteld aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het eigenaarschap
van geregistreerde data?
Antwoord 5
Ja, bij de pilot in Almere is bij de keuze voor het type deurbel en de leverancier
rekening gehouden met het opslaan en verzamelen van de beelden en andere data. Voor
de pilot geldt dat alle betrokken partijen moeten voldoen aan de Algemene Verordening
Gegevensbescherming. Waar het gaat om de benutting van de beelden en andere data geldt
dat de beelden enkel benut kunnen worden door de gebruiker (de hoofdbewoner van de
geselecteerde woning). Derden kunnen, enkel na toestemming van de gebruiker, toegang
krijgen tot de beelden.
In het Programma van Eisen Deurcamera dat ten behoeve van de pilot is opgesteld door
het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) is vastgelegd dat:
– bij opslag van gegevens op servers buiten de EU, de leverancier moet aantonen dat
aan de Nederlandse en Europese wetgeving over bescherming van persoonsgegevens wordt
voldaan.
– Bij het systeem dient minimaal één sticker over de waarschuwing voor camerabewaking
te worden geleverd. De grootte en het uiterlijk van de sticker moeten geschikt zijn
voor de toepassing in een woonomgeving.
– Het uitgangspunt is dat beelden maximaal 28 dagen mogen worden bewaard. Beelden ouder
dan maximaal 28 dagen moeten automatisch worden gewist.
Gemeenten kunnen ervoor kiezen om voorwaarden te stellen aan de deelnemers van de
pilot. Bijvoorbeeld door van deelnemers te vragen dat zij hun digitale deurbelcamera
aanmelden bij het politiesysteem Camera in Beeld. In dat geval kunnen de beelden door
de politie worden opgevraagd, wanneer de politie het vermoeden heeft dat de beelden
een daadwerkelijke meerwaarde kunnen geven in een opsporingsonderzoek.
Vraag 6
Zijn deelnemers aan de pilots over dit soort aspecten voorgelicht?
Antwoord 6
De gemeente Almere heeft met elke deelnemer een deelnemersovereenkomst afgesloten,
waarin de rechten en plichten zijn geformuleerd. Voor de overige pilots die eigenstandig
door een aantal gemeenten is opgezet, geldt eveneens dat de gemeente verantwoordelijk
is voor een deugdelijke voorlichting aan de deelnemers van de pilot.
Vraag 7
Is er beleid geformuleerd ten aanzien van het inzetten van apparatuur van particuliere
partijen voor pilots, waarbij deze partijen (extra) verdienen aan het gebruik of de
verkoop van gegevens van burgers? In hoeverre wordt er gekeken naar de borging van
de privacy van diegenen die de slimme deurbel ophangen? Naar welke criteria wordt
er dan gekeken?
Antwoord 7
Ten aanzien van het borgen van de privacy van de deelnemers geldt dat de pilots vallen
onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De gemeente is er verantwoordelijk
voor dat de opzet van de pilot in lijn is met de AVG. Daarnaast zijn particuliere
partijen en deelnemers die betrokken zijn bij de pilots gehouden aan de AVG. De Autoriteit
Persoonsgegevens is verantwoordelijk voor het handhaven van de AVG.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.