Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Van der Linde over het bericht dat een dubieuze afbouwverzekeraar het project in Brielle niet af bouwt
Vragen van de leden Koerhuis en Van der Linde (beiden VVD) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën over het bericht dat een dubieuze afbouwverzekeraar het project in Brielle niet af bouwt (ingezonden 7 oktober 2019).
Antwoord van MinisterHoekstra (Financiën), mede namens de Minister voor Milieu en
Wonen (ontvangen 13 januari 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020,
nr. 553.
Vraag 1
Kent u het bericht «Dubieuze afbouwverzekeraar bouwt niets af in Brielle: «de aannemer
komt uit de hel en de kopers hebben zich misdragen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht? Deelt u de mening dat een afbouwverzekering de kopers
zou moeten beschermen tegen een mogelijk faillissement van de aannemer?
Antwoord 2
Ik deel uw mening dat indien in een afbouwverzekering is bepaald dat de verzekeraar
aan kopers dekking verleent tegen een mogelijk faillissement van de aannemer, de verzekeraar
die dekking moet verlenen. De verzekeraar bepaalt de polisvoorwaarden, en daarmee
de reikwijdte van de dekking. In dit geval is de aannemer in zee gegaan met een verzekeraar
zonder vergunning, die bovendien ongebruikelijke voorwaarden hanteert. Het lijkt er
nu op dat deze kopers daardoor nu geen beroep kunnen doen op de verzekering. Zoals
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) eerder in een reactie
op de vragen van het lid Nijboer2 liet weten, is deze situatie zeer droevig. De betreffende verzekeraar heeft bovendien
een directeur die in juli veroordeeld is voor het leiding geven aan een criminele
organisatie, die tot oogmerk had het plegen van faillissementsfraude, valsheid in
geschrifte en bedrog met de balans en winst- en verliesrekening.
Normaal gesproken draaien huizenkopers niet op voor de kosten van een faillissement
van de aannemer indien zij een verzekering hebben gesloten die daartegen dekking biedt.
Excessief gedrag onder marktpartijen in de Nederlandse woningmarkt dient te worden
bestreden. Dat geldt in nog sterkere mate voor frauduleus gedrag. De Minister voor
Milieu en Wonen gaat daarom met de toezichthouder in kaart brengen hoe het risico
op dergelijke situaties in de toekomst verder kan beperkt.
Vraag 3
Hoe vaak komt het voor dat bij de AFM melding gemaakt wordt van afbouwverzekeringen
die mogelijk niet aan de wettelijke eisen voldoen? Hoe vaak wordt als gevolg hiervan
opgetreden door de toezichthouder?
Antwoord 3
Het toezicht op Nederlandse verzekeraars is verdeeld over DNB en de AFM. DNB is verantwoordelijk
voor het prudentieel toezicht en is de vergunningverlenende toezichthouder voor verzekeraars.
De AFM oefent het gedragstoezicht uit. De beide toezichthouders hebben dus ieder hun
eigen toezichtsmandaat en delen waar nodig over en weer informatie bijvoorbeeld naar
aanleiding van signalen. De toezichthouders houden risicogestuurd toezicht. Signalen
over mogelijke verzekeraars zonder vergunning passen binnen het aandachtsgebied van
DNB en signalen over bijvoorbeeld misleidende informatieverstrekking bij de AFM.3 Het aantal signalen met betrekking tot afbouwverzekeringen bij de AFM over de afgelopen
jaren is zeer beperkt. Deze hebben niet tot opvolging geleid.
Vraag 4
Hoeveel aanbieders van afbouwverzekeringen zijn op de Nederlandse markt actief?
Antwoord 4
Afbouwverzekeringen worden in de wet- en regelgeving en het register van DNB niet
als afzonderlijke verzekeringen onderscheiden. Deze producten kunnen in verschillende
(gereguleerde en ongereguleerde) vormen en via verschillende kanalen worden aangeboden:
de concrete dekking die de aanbieder aanbiedt is bepalend voor de juridische duiding.
Deze producten kunnen een verzekering in de zin van de Wft zijn, en daarmee onder
toezicht van DNB en AFM staan. De richtlijn solvabiliteit II bepaalt in beginsel dat
een vergunning van een verzekeraar per branche van verzekering wordt verleend. Afhankelijk
van de karakteristieken van de verzekering, kan de afbouwverzekering vallen onder
de branche «borgtocht». Momenteel zijn er 18 verzekeraars onder toezicht van DNB die
deze branche aanbieden, daarvan lijkt volgens DNB één partij zich toe te leggen op
producten ter afdekking van risico’s in de bouw.
Vraag 5
Op welke momenten moeten aanbieders van afbouwverzekeringen aan de AFM of een andere
autoriteit verantwoording afleggen over hun producten?
Antwoord 5
In het kader van het regulier toezicht moeten aanbieders van (afbouw)verzekeringen
op elk moment aan de AFM kunnen verantwoorden dat zij hebben gewaarborgd dat de door
hen aangeboden verzekeringen geen afbreuk doen aan de doelstelling van de verzekernemers
waarvoor de verzekering bedoeld is en dat productinformatie is afgestemd op die doelgroep.
Dit volgt uit artikel 32, tweede lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen
Wft.
Vraag 6
In hoeverre gelden voor het aanbieden van afbouwverzekeringen specifieke regels?
Antwoord 6
Ik ben niet bekend met specifieke regels voor afbouwverzekeringen. In algemene zin
zijn de Wet op het financieel toezicht (en de daarop gebaseerde regels), de regels
van de gedelegeerde verordening solvabiliteit II (EU) 2015/35) en het BW wat betreft
verzekeringen en in het bijzonder schadeverzekeringen van toepassing.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.